Compare proclamation with translation

Other translations:

Violation of divine commandments.... sin.... bondage....

To violate the divine commandments is sin, for it increases the distance from God insofar as that He cannot be where there is unkindness. Everything that goes against the commandment of love will also result in a cooling of divine love and thus be detrimental to the spiritual being itself because it will thereby fall into an increasingly unfriendly state. As a human being this state now has the effect that the power of God's adversary over him becomes ever greater, that he is forced by him under his will, that his thoughts and actions will always be as he wants them to be, thus always opposed to God. And this is unimaginably agonizing for the soul, for it is still so far away from its final liberation that it takes the bound state with it into the spiritual kingdom. For only love can redeem the being, consequently unkindness has to bind. And whoever is therefore unloving towards his neighbour violates the commandment of love and will therefore never be free from the bondage which the former rebellion against God has brought him. That is why God has given people the commandment of love, which they only need to obey in order to thereby come closer to God and be able to enter the spiritual kingdom as a blessed being. Man can sin against the commandment of love by acting contrary to the divine doctrine of love or by omitting actions that are supposed to demonstrate love for his neighbour. Man should not only protect his neighbour from harm, he should benefit him, i.e. do everything to him that seems desirable to him, only then is the connection with God established, because God Himself descends to a loving person and honours him with His closeness.... And this means spiritual freedom for him. The human being frees himself from the power of the adversary, for the power of God, which passes into the human being through His closeness, is stronger than the power of God's adversary.... And the victor will therefore always be the person who connects with eternal love itself through works of love. He will break the shackles and become free from every compulsion that God's adversary wants to exert on him. The commandments of love must not be ignored, for they are the means of release from the endless time of bondage. And at the same time they are the bridge to the connection with God.... For he who is active in selfless love thereby comes ever closer to God and overcomes every distance from Him.... He fulfils God's demand and will also be allowed to receive the reward from God, which consists of God uniting Himself with the one who serves Him in love, i.e. who likewise sees God's creatures in his fellow human beings to whom he wants to do good. Eternal bliss is only the result of unselfish loving activity, just as, conversely, damnation is also the result of unkindness, and everything that is directed against God or His commandments is unjust before God, i.e. sin....

Amen

Translator
Translated by: Doris Boekers

Overtreding van goddelijke geboden Zonde - Gebondenheid

In strijd handelen met de goddelijke geboden is zonde, want het vergroot de verwijdering van GOD inzoverre, dat HIJ niet daar kan zijn waar liefdeloosheid heerst. Alles wat tegen het gebod van de liefde ingaat, zal ook een verkoeling van de goddelijke Liefde ten gevolge hebben en dus het geestelijke wezen zelf schade berokkenen, omdat het daardoor in een steeds onvrijere toestand komt.

Bij 'n mens is de uitwerking van deze toestand zo, dat de macht van de tegenstander van GOD over hem steeds groter wordt, dat hij door hem onder zijn wil wordt gedwongen, dat zijn denken en handelen steeds zo zal zijn zoals hij het wil, dus steeds tegengesteld aan GOD. En dit is onvoorstelbaar smartelijk voor de ziel, want ze is nog zo ver af van haar uiteindelijke bevrijding, ze neemt de gekluisterde toestand mee over in het geestelijke rijk. Want alleen de liefde kan het wezen verlossen, bijgevolg moet de liefdeloosheid vastbinden. En wie dus liefdeloos is tegen zijn naaste, handelt in strijd met het gebod van de liefde en zal daarom nooit vrij worden uit de gebondenheid die de opstand van weleer tegen GOD hem heeft opgeleverd.

Daarom heeft GOD de mensen het gebod van de liefde gegeven, dat ze alleen maar hoeven op te volgen om daardoor dichter bij GOD te komen en als een gelukzalig wezen het geestelijke rijk binnen te kunnen gaan. De mens kan zondigen tegen het gebod van de liefde doordat hij tegen de goddelijke Liefdeleer in handelt of ook handelingen achterwege laat die blijk moeten geven van liefde tot de naaste. De mens moet de naaste niet alleen behoeden voor schade, hij moet hem van nut zijn, d.w.z. hem alles doen toekomen wat hemzelf begerenswaard toeschijnt, dan pas wordt de verbinding met GOD tot stand gebracht, want naar een liefdevol mens daalt GOD Zelf af en keurt hem Zijn nabijheid waardig.

En dit betekent voor hem geestelijke vrijheid. De mens bevrijdt zich uit de macht van de vijand, want Kracht van GOD die door Zijn nabijheid overvloeit in de mens is sterker dan de kracht van de tegenstander van GOD. En die mens zal dan altijd overwinnaar blijven die zich door werken van liefde verbindt met de eeuwige LIEFDE Zelf.

Bij hem zullen de kluisters worden verbroken en hij zal vrij worden van elke dwang die de tegenstander van GOD op hem wil uitoefenen.

De geboden van de liefde mogen niet worden veronachtzaamd, want ze zijn het middel dat verlost uit de eindeloos lange tijd van gekluisterd zijn. En ze betekenen tegelijkertijd de brug die ons met GOD verbindt. Want wie werkzaam is in onzelfzuchtige liefde, komt daardoor steeds dichter bij GOD en hij overwint elke verwijdering van HEM. Hij vervult de eis van GOD en zal ook het loon van GOD in ontvangst mogen nemen dat daarin bestaat dat GOD Zich met diegene verenigt die HEM in liefde dient, d.w.z. die in zijn medemensen eveneens schepselen van GOD ziet, die hij goed wil doen. Alleen het onbaatzuchtig werkzaam zijn in liefde heeft de eeuwige gelukzaligheid als gevolg, zoals omgekeerd het gevolg van liefdeloosheid de verdoemenis is, en alles wat ingaat tegen GOD of Zijn geboden, is onrecht voor GOD, dus zonde.

Amen

Translator
Translated by: Gerard F. Kotte