Compare proclamation with translation

Other translations:

Utilizing the spiritual currents.... repetitions....

It is relatively difficult to establish a connection from the beyond to earth if the receiving part does not make use of the spiritual currents which favour easy communication. The currents are unfavourable when all spiritual forces turn towards God in immense love and receive strength from God.... when the connection with the most perfect being takes place and thus nothing imperfect is allowed to approach the beings standing in the light, since the allocation of strength from God would extinguish everything imperfect through the unimaginable abundance of light. However, the process of imparting divine strength to imperfect beings necessitates a covering of the being of light, for it is the as yet immature spiritual substance in the human being which is being taught and it cannot safely endure the radiant light of the spiritual teacher. However, every teaching being in the beyond stands in the light.... The office of a teacher in the beyond is not conferred on imperfect beings. Therefore, when the divine light bearers instruct the earthly child, they must approach it in disguise.... However, the reception of divine strength allows the being of light to shine in the highest fullness of light. And the light penetrates every covering.... So the beings must move infinitely far away from the earth-bound being. The term 'far' is not to be understood as spatial distance, but the distance must be increased.... the spiritual power that reaches the earth child must be reduced.... And this now manifests itself in the difficult reception of the messages, which is even increased if the receiving person does not desire them with all his senses. Conversely, however, the beings of light can work extraordinarily successfully if they are allowed to reduce their distance. A child hungry to receive can, as it were, come closer to the light, the desire for the light allows a stronger abundance of light to be harmless, and when the light bearer has again put on a corresponding spiritual cover he can more easily get into contact with the spiritual in the human being, and this becomes noticeable in the unhindered reception of the divine word. And so the power from God is able to work in different strengths. Certain currents must always be observed, which are often recognizable by an increased willingness to receive and effortless acceptance. However, in order to be honoured by divine grace even in currents of light, the human being must exert all his will to ennoble himself. He must avoid everything that could hinder the spirit from soaring.... He must flee the earth without hesitation and thus be able to receive the power from God in increased measure.

Divine love now tries to guide the spirits upwards, and therefore the bearers of light endeavour to constantly impart light and strength to people so that the receiving earthly child will not become discouraged by listening in vain to the word from above. The beings in the beyond, who are willing to serve and love, are therefore instructed to repeat messages.... These beings can only convey what they are commissioned to do. Thus they cannot arbitrarily give something to people which would be against the will of the bearers of light, that is, against divine will. And such repetitions are always offered when the divine spirit of love unites Itself with Its beings.... or when the will to receive or the desire for the transmissions from above is not exceptionally great. However, an earthly child with heartfelt love, whose heart only longs for divine gifts, will be accepted into the circle of light but lovingly protected from an excessive abundance of light which would harm him....

Amen

Translator
Translated by: Doris Boekers

Benutten van geestelijke stromingen – Herhalingen

Het zijn betrekkelijk grote moeilijkheden, waaronder een verbinding van het hiernamaals naar de aarde tot stand komt, als het ontvangende deel de geestelijke stromingen, die een gemakkelijke communicatie bevorderen, niet benut.

Onwelwillend zijn de stromingen dan, wanneer alle geestelijke krachten zich in overgrote liefde naar God toewenden en kracht uit God ontvangen. Wanneer de verbinding met het volmaaktste Wezen plaatsvindt en dus niets onvolmaakts de in het licht staande wezens mag naderen, omdat de krachtschenking uit God al het onvolmaakte uit zou wissen door de onvoorstelbare lichtintensiteit.

Het gebeuren van de overdracht van de goddelijke kracht op de onvolmaakte wezens vereist echter een omhulsel van het lichtwezen, want het is het geestelijk onrijpe in de mens, dat onderwezen wordt en dit kan niet zonder gevaar het stralende licht van de geestelijke onderwijzer verdragen. Maar elk onderwijzend wezen in het hiernamaals staat in het licht. In het hiernamaals wordt de taak van leraar niet aan onvolmaakte wezens gegeven.

Als dus nu de goddelijke lichtdragers het mensenkind onderwijzen, moeten ze hem omhuld naderen. Maar het ontvangen van goddelijke kracht laat het lichtwezen in de hoogste lichtintensiteit stralen. En het licht doordringt elk omhulsel. Bijgevolg moeten de wezens zich ver van het aan aarde gebonden wezen verwijderen. Het begrip ‘ver’ moet niet als een ruimtelijke verwijdering begrepen worden, maar de afstand moet vergroot worden. De geestelijke kracht, die het mensenkind toegestuurd wordt, moet verminderd worden. En dit komt nu in een moeilijke ontvangst van de boodschappen tot uiting, wat nog moeilijker wordt, als de ontvangende mens er niet met alle zinnen naar verlangt.

Maar omgekeerd kunnen de lichtwezens buitengewoon succesvol werken, als ze hun verwijdering mogen verminderen. Een kind, dat hongerig is naar ontvangst, kan in zekere zin dichter bij het licht staan. Het verlangen naar het licht laat een sterkere lichtintensiteit onschadelijk zijn en als de lichtdrager weer een overeenkomstig omhulsel heeft omgedaan, kan hij zich gemakkelijker met het geestelijke in de mens in verbinding stellen en dit wordt merkbaar door een ongehinderde ontvangst van het goddelijke woord.

En zo is de kracht uit God in staat om in verschillende sterkten te werken. Er zijn altijd bepaalde stromingen, die vaak herkenbaar zijn aan een sterkere wil om te ontvangen en het moeiteloos opnemen, waarop gelet moet worden. Maar om nu ook de goddelijke genade in stromen vol licht waardig te worden, moet de mens zijn gehele wil aanwenden om zich te veredelen. Hij moet alles mijden, wat de geest zou kunnen hinderen bij de vlucht omhoog. Hij moet zonder bedenkingen de aarde ontvluchten en zo de kracht uit God in versterkte mate in ontvangst kunnen nemen.

Nu probeert de goddelijke liefde het geestelijke naar de hoogte te leiden en daarom zijn de lichtdragers erop bedacht om de mensen zonder ophouden licht en kracht te geven, opdat het ontvangende mensenkind niet ontmoedigd wordt door een vergeefs ingespannen luisteren naar het woord uit de hoogte. Daarom zijn de wezens in het hiernamaals, die gedienstig zijn en bereidwillig om lief te hebben, aangewezen om de boodschappen te herhalen. Deze wezens kunnen slechts dat, wat hun opdracht is, overbrengen. Ze kunnen dus niet eigenmachtig iets aan de mensen geven, wat tegen de wil van de lichtdragers, dus tegen de goddelijke wil, zou zijn.

En zulke herhalingen worden dan steeds aangeboden, wanneer de goddelijke liefdesgeest zich verenigt met Zijn wezen. Tenzij de wil om te ontvangen of het verlangen naar zendingen van boven niet buitengewoon groot is. Maar een in de diepste liefde staand mensenkind, wiens hart naar goddelijke gaven verlangt, wordt in de lichtkring opgenomen, maar hij wordt tegen de buitengewone lichtintensiteit, die hem schade zou berokkenen, liefdevol beschermd.

Amen

Translator
Translated by: Peter Schelling