Compare proclamation with translation

Other translations:

Beings bearers of divine power.... central stations of the stars....

The lord allows all spiritual beings to enter the infinite universe and assigns each one its purpose. As it were the lord lets all His creations take possession of the beings and these carry out all functions which the creator has ordered for the purpose of the continued existence of His creations. An unimaginable activity therefore develops in the entire creation, and this activity in turn can only be carried out by means of divine power.... If the divine power did not work through all these beings, they would be dead and inactive. Thus all these beings are carriers of spiritual power, carry out their activity through it and thereby increase the power in themselves to a certain degree in order to then be able to enter a new sphere of activity. And thus all worlds, all celestial bodies are in turn central stations or collection points of divine emanations, and all beings are nourished and receive, as it were, the fluid necessary for their continued existence uninterruptedly from their creator and producer.... In order to be able to understand this process, man only needs to imagine how powerless and helpless every newborn child is and how it is dependent on the nourishment and every assistance of the earthly producers.... and if it is seemingly an independent being, independent of everything else, it is nevertheless linked to its producers through the bonds of nature.... How much more now the creature, which has emerged from nothing.... which the divine will to love has produced.... but which is now destined to develop into the highest God-like being.... If the creator places these demands on His created beings, then He must also simultaneously give them the means to fulfil these demands. And this means is His power.... He feeds everything with His strength and thus also ensures the preservation of everything He has created. And the beings receive this strength unconsciously without interruption until they enter that conscious stage where they are able to request this strength unmeasured and can now fulfil their final task with ease.... Man on earth has one thing ahead of all spiritual beings, that no limitation of divine power is set for him and it is up to him to request and utilize it.... He has the one advantage that he can turn to his creator again and again and ask Him for the supply of this power and thus utilize his last stay on earth in order to reach the goal set for him and to become a God-like being, a true child of God....

Amen

Translator
Translated by: Doris Boekers

Wezens drager van goddelijke kracht – Sterren zijn centrale verblijfplaatsen

De Heer laat alle geestelijke wezens in het eindeloze heelal komen en Hij bedeelt elk zijn bestemming toe. De Heer laat in zekere zin al Zijn scheppingen door de wezens in bezit nemen en laat hen alle taken uitoefenen, die de Schepper ten behoeve van het voortbestaan van Zijn scheppingen bepaald heeft. Er ontwikkelt zich dus een onvoorstelbare activiteit in de hele schepping en deze activiteit kan weer alleen worden uitgevoerd door middel van goddelijke kracht. Als de goddelijke kracht niet door al deze wezens zou werken, dan zouden deze dood en inactief zijn. Al deze wezens zijn dus drager van geestelijke kracht. Ze oefenen hiermee hun werkzaamheid uit en vergroten daardoor weer de kracht in zichzelf tot een zekere graad om dan in een nieuwe werkkring binnen te kunnen gaan.

En zo zijn alle werelden, alle sterren weer centrale verblijfplaatsen of verzamelplaatsen van goddelijke uitstraling. En al het wezenlijke wordt gevoed en ontvangt in zekere zin ononderbroken de voor zijn voortbestaan benodigde uitstraling van zijn Schepper en Verwekker.

Om deze gebeurtenis te kunnen begrijpen, hoeft de mens zich alleen maar voor te stellen, hoe krachteloos en hulpeloos elk pasgeboren kind is en hoe het is aangewezen op de voeding en elke hulp van de aardse verwekker. En het is schijnbaar een zelfstandig wezen, dat van alle anderen onafhankelijk is, maar toch is het zo door de band van de natuur met zijn verwekker verbonden. Hoeveel te meer nu het schepsel, dat uit niets voortgekomen is. Dat de goddelijke wil tot liefde verwekt heeft, maar dat er nu toe bestemd is om zich te ontwikkelen tot een wezen dat tot in het hoogste aan God gelijk is.

Wanneer de Schepper deze eisen aan Zijn geschapen wezens stelt, dan moet Hij hen ook tegelijkertijd het middel geven om aan deze eisen te kunnen voldoen. En dit middel is Zijn kracht. Hij voedt alles met Zijn kracht en waarborgt zo ook de instandhouding van al dat, wat Hij geschapen heeft. En onophoudelijk ontvangen de wezens onbewust deze kracht, tot ze in dat bewuste stadium binnentreden, waar het voor hen mogelijk is om mateloos om deze kracht te kunnen verzoeken en ze nu hun laatste opdracht met gemak kunnen vervullen.

De mens op aarde heeft op alle geestelijke wezens dat ene voor, dat er voor hem geen beperking van goddelijke kracht ingesteld is en het aan hemzelf overgelaten blijft om deze te vragen en te benutten. Hij heeft dit ene voor, namelijk dat hij zich steeds weer tot zijn Schepper kan wenden en Hem kan vragen om schenking van deze kracht en zo het laatste verblijf op aarde benutten kan om het hem gestelde doel te bereiken en een God-gelijkend wezen, een waarachtig kind van God te worden._>Amen

Translator
Translated by: Peter Schelling