I look favourably upon the one who sacrifices everything on earth to Me, for since his heart is free from all earthly desires, I can now inhabit it.... and with Me indescribable happiness enters the heart.... which, however, is quite different from earthly happiness.... Those who have received Me into their hearts henceforth desire nothing other than My presence, and since they love Me so dearly, this desire will be fulfilled.... I let Myself be found by My child. I only want its love.... I want it to seek Me and long for Me, and then I am always ready to give Myself away.... I grant supreme happiness to the earthly child who has found Me; I take it to My heart and feed and water it with My love. But I can never grant supreme happiness to the one who still carries other desires in his heart. For every desire for earthly joy makes My abode in such a heart impossible, for the world and I are two opposing poles; the world certainly offers countless comforts from an earthly point of view, but it can never insert the feeling of an intimate bond with Me into the goods it distributes.... this would be so unthinkable because two such opposing concepts could never coincide. Those who love the world and its splendour and magnificence cannot tangibly feel the happiness that the presence of the lord triggers. And conversely, man will detest everything earthly if he is given the grace of closeness to God in return. I embrace such a child with such heartfelt love that it is no longer felt by the body but by the spirit, and the latter suddenly regocnizes its origin and forcefully joins the father from eternity.... It has looked into the light and thus from that very hour no longer fears the darkness either, and once the spirit has regocnized itself and tangibly felt the loving approach in the eternal deity and thus glimpsed heavenly delights all earthly desire is killed, for everything the world offers appears stale and empty to the earthly child and it only ever and ever seeks union with the saviour.... For I promise My own unspeakable bliss already on earth if they carry Me in their hearts.... and no longer pay attention to worldly pleasures....
Amen
TranslatorIk kijk met welgevallen naar degene, die op aarde alles voor Mij opoffert, want omdat zijn hart vrij is van alle aardse verlangens, kan Ik het nu bewonen en met Mij trekt een onbeschrijflijk geluk het hart binnen, dat echter geheel anders is, dan aards geluk. Degenen, die Mij in hun hart opgenomen hebben, verlangen voortaan naar niets anders meer, dan Mijn aanwezigheid en omdat ze Mij zo innig liefhebben, zal dit verlangen vervuld worden.
Ik laat Mij door Mijn kind vinden. Ik wil immers alleen maar diens liefde. Ik wil, dat het Mij zoekt en naar Mij verlangt en dan ben Ik voortdurend bereid Mij weg te geven. Ik verschaf het mensenkind, dat de weg naar Mij vond, het grootste geluk. Ik druk het aan Mijn hart, voed het en geef het met Mijn liefde te drinken.
Maar Ik kan nooit het grootste geluk geven aan degene, die nog andere wensen in het hart heeft. Want elke wens, die aardse vreugden betreft, maakt Mijn verblijf in zo’n hart onmogelijk, want de wereld en Ik zijn twee polen, die tegengesteld aan elkaar zijn. De wereld biedt wel, aards gezien, talloze genoegens, maar nooit kan ze in haar goederen, die ze uitdeelt, het ervaren van de innige verbondenheid met Mij inpassen. Dit zou dus ondenkbaar zijn, omdat twee zo tegengestelde begrippen nooit overeen zouden kunnen stemmen.
Degene, die de wereld en haar pracht en praal liefheeft, kan het geluk, dat de tegenwoordigheid van de Heer teweegbrengt, niet duidelijk ervaren. En omgekeerd zal de mens weer al het aardse verafschuwen, als hem daarvoor in de plaats de genade van de verbinding met God gegeven wordt. Ik sla Mijn armen met zo’n innige liefde om zo’n kind heen, dat deze niet meer het lichaam, maar de geest gewaarwordt en deze geest herkent heel plotseling zijn oorsprong en sluit zich met alle macht bij de Vader van eeuwigheid aan.
Hij heeft in het licht gekeken en bijgevolg vanaf dat moment geen angst meer voor de duisternis. En als de geest zich eenmaal herkend heeft en voelbaar de liefdevolle nadering tot de eeuwige Godheid ervaren heeft en dus een blik in de hemelse gelukzaligheid geworpen heeft, is al het aardse verlangen gedood, want wat de wereld biedt, komt het mensenkind hol en leeg voor en steeds maar weer zoekt het de vereniging met de Heiland. Want Ik beloof de Mijnen al op aarde onuitsprekelijke gelukzaligheid, als ze Mij in het hart dragen en geen acht meer slaan op de wereldse vreugden.
Amen
Translator