It is a long way to perfection. Once the soul has asserted itself in resistance to the power striving for its downfall and has recognized its exit from God, it certainly remains in the permanent care of its spiritual friends who stand helpfully by its side, but its striving for perfection must find the driving force within itself, its will must remain active, as it were, without interruption in order to reach perfection. Every deviation from the right path, every sluggishness and carelessness must be made up for by double devotion and work on oneself and cannot be replaced by external strength or help. With its own will the soul achieves everything, without its will nothing.... Therefore no standstill may occur in the desire to reach the height, for a standstill is tantamount to a decline. A person whose soul is no longer active for its eternal salvation will certainly turn to the world again just to have some kind of activity and re-establish the connection with matter instead of separating from it, which is his actual task. And thus the danger of regression is always far greater than that of standstill, for the latter only lasts a short time, and then the human being again pursues his spiritual work, or he distances himself from it, which everyone should anxiously endeavour to prevent. For the opportunity of a step backwards is immediately taken advantage of by the bad forces which always lie in wait for him and for their part affect such a soul with all the means at their disposal. And the struggle begins anew and demands the fullest power of resistance and readiness for action. Every soul should therefore only ever take care that it does not tire in its striving upwards, it should daily assure itself of divine grace through constant prayer and in every adversity and in the danger of becoming lukewarm trustingly turn to the father in heaven for help. This already presupposes the earth child's will, and as soon as the will becomes active precisely through prayer, the soul remains in constant work on itself, and the danger of regression is eliminated. Its struggle has already lasted an inconceivably long time, and even if great demands are placed on the soul in earthly life, the soul should nevertheless wrestle tirelessly precisely now in order to pass the final test and to be able to leave its state of compulsion and, as a free light being, to behold all God's glories and to find eternal happiness in union with the supreme being. And therefore it should consciously renounce that which still connects it with the world and matter, even though its body still dwells on earth.... but the soul can hurry ahead into the realms of supreme bliss if only it continues to let its will become active and prevents or fights against any slackening of spiritual striving....
Amen
TranslatorHet is een lange weg tot aan de voltooiing. Als de ziel zich staande houdt in het verzet tegen de macht, die streeft naar haar ondergang, en ze heeft haar uitgaan uit God beseft, dan blijft ze wel in voortdurende bescherming van haar geestelijke vrienden, die haar tot hulp bereid terzijde staan. Maar voor haar streven naar volmaaktheid moet ze de drijfveer in zichzelf vinden. Haar wil moet als het ware ononderbroken werkzaam blijven om tot volmaaktheid te komen. Elk afwijken van de juiste weg, elke traagheid en achteloosheid moet door verdubbelde overgave en arbeid aan zichzelf gecompenseerd worden en dit kan niet vervangen worden door andermans kracht of hulp.
Met de eigen wil bereikt de ziel alles, zonder haar wil niets. Daarom mag er ook geen stilstand in het verlangen om de hoogte te bereiken optreden. Want een stilstand betekent hetzelfde als een teruggang. Een mens, wiens ziel niet meer voor het eeuwige heil werkzaam is, zal zich met zekerheid weer naar de wereld toewenden om juist één of andere bezigheid te hebben en de verbinding met de materie weer tot stand te brengen, in plaats van zich van haar te scheiden, wat zijn eigenlijke opdracht is.
En dus is het gevaar van een teruggang steeds veel groter dan de stilstand, want dat laatste duurt slechts een korte tijd en dan wijdt de mens zich opnieuw aan zijn geestelijke arbeid. Of hij verwijdert zich ervan, waar een ieder er angstvallig zijn best voor zou moeten doen om dat de voorkomen. Want van de gelegenheid van een achteruitgang maken de steeds in een hinderlaag liggende slechte krachten onmiddellijk gebruik en werken van hun kant met alle hun ter beschikking staande middelen op zo’n ziel in. En de strijd begint opnieuw en vereist het volle weerstandsvermogen en de inzetbereidheid.
Elke ziel moet er daarom steeds alleen voor zorgen dat ze niet moe wordt in haar streven naar boven. Ze moet zich door voortdurend gebed dagelijks van de goddelijke genade verzekeren en zich vol vertrouwen in elke nood en in het gevaar van lauwheid tot de Vader in de hemel om hulp wenden. Dit vereist al de wil van het mensenkind. En zodra de wil juist door het gebed werkzaam wordt, blijft de ziel voortdurend aan zichzelf werken en het gevaar van een achteruitgang is uit de weg geruimd.
Ondenkbaar lange tijden heeft haar strijd al geduurd en er worden ook tijdens het aardse leven grote eisen aan de ziel gesteld. Dus de ziel moet juist nu toch onvermoeibaar worstelen om te slagen voor de laatste proef en haar gedwongen toestand te kunnen verlaten en als een vrij, licht wezen alle heerlijkheden van God te aanschouwen en in de vereniging met het hoogste Wezen een eeuwig geluk te vinden. En ze moet daarom bewust breken met dat, wat haar nog met de wereld en de materie verbindt, hoewel haar lichaam nog op aarde verblijft. Maar de ziel kan vooruitsnellen in het gebied van de hoogste zaligheid, wanneer ze alleen ook nog haar wil werkzaam laat worden en elk verslappen van het geestelijke streven verhindert of daartegen vecht.
Amen
Translator