• Zurück

Mahnung zur Demut....

Erkennet eure Schwächen, und suchet dagegen anzugehen, indem ihr euch demütig Mir unterstellt und um Meine Gnade bittet, um Hilfe in geistiger Not. Denn dem Geringsten werde Ich nahe sein, wenn er.... als der Geringsten einer.... dem Mitmenschen dienet und ihm zu seiner Seele Heil verhilft. Es werden nicht immer die Großen die Auserwählten sein, sondern nur wahre Demut sichert dem Menschen die Berufung, und darum auch sind wenige Menschen nur auserwählt, wenngleich viele dazu berufen sind.... d.h. viele Menschen sich nur zur wahren Demut durchzuringen brauchten, um dann auch von Mir auserwählt zu werden. Aber die Menschen haben alle noch zu viel Geltungsbedürfnis, sie wollen hervortreten aus der Reihe ihrer Mitmenschen, sie wollen beachtet werden und also gleichsam herausgestellt sein, und es beeinträchtigt dies schon die wahre Demut, die den Empfang von Gnaden ohne Maß zur Folge hat. Doch Ich lasse jedem Menschen seinen Willen, nur sollet ihr erkennen lernen, was für euch von Vorteil und was von Übel ist. Solange sich der Mensch klein und unwürdig dünkt, spricht er mit Mir im Geist und in der Wahrheit, wenn er die Gebetsverbindung mit Mir sucht. Und dann kann auch Mein Geist einfließen in ihn, dann kann Ich ihn mit Gnaden bedenken ohne Einschränkung. Findet der Mensch aber Beachtung von seiten der Mitmenschen ob seiner Fähigkeit, Meine Stimme in sich zu vernehmen, so kann sich leicht seine Demut wandeln und einer Selbstgefälligkeit weichen, die stets eine Gefahr ist für den Menschen. Und darum sollet ihr euch immer selbst prüfen, was euch bewegt, den Mitmenschen euch mitzuteilen, ihr sollt wissen, daß jeder selbstgefällige Gedanke Meinem Gegner Einschlupf gewähren kann und daß ihr dann Mich Selbst hindert, in euch zu weilen und euch anzusprechen.... Und ihr sollt kritisch sein an euch selbst.... wenn ihr Mir in Wahrheit dienen wollet. Denn wo ihr auch weilet, immer müsset ihr im "stillen Kämmerlein" zu Mir beten und Mich um Meinen Geist bitten. Und könnt ihr euch in euer Kämmerlein zurückziehen, wenn ihr inmitten der Welt steht? Wenn ihr von Menschen umgeben seid, die nicht alle gleich gesinnt sind und oft nur Sensationen erwarten? Ihr sollt keinen Augenblick vergessen, daß Ich die Stimme eines Kindleins vernehme, das sich gedanklich an Mich wendet, und ihm auch Antwort gebe.... daß Ich Mich aber stumm verhalte, wenn ein unlauteres Empfinden die Selbstgefälligkeit eines Menschen erkennen läßt, der wohl auch zu Mir betet, doch nicht im Geist und in der Wahrheit.... Reinigt euch zuvor von diesem Empfinden, und ihr werdet klein und demütig vor Mir erscheinen und nicht die Aufmerksamkeit der Mitwelt auf euch zu ziehen suchen. Und so könnet ihr glauben, daß Ich wohl unter euch bin, wenn zwei oder drei in Meinem Namen versammelt sind.... daß ihr aber keine Gewähr habt für Meine Gegenwart, wo Selbstgefälligkeit, Hochmut oder geistige Überheblichkeit Mir die Anwesenheit verwehren und nun dem Gegner Tür und Tor geöffnet sind, der zwar auch sich im Lichtgewand eines Engels vorstellen wird, aber euch nicht Worte der Wahrheit und des Lebens schenkt.... Die Demut des Herzens ist das beste Prüfzeichen, denn dem Demütigen schenke Ich Meine Gnade.... Und ihr alle müsset euch selbst prüfen, ob ihr euch zur rechten Demut gestaltet habt, wenn ihr Mich bittet um Mein Wort. Dann werdet ihr auch Meines Wirkens gewiß sein können, dann werdet ihr angesprochen werden von Mir und Kraft und Licht empfangen eurer Bitte gemäß....

Amen

Aansporing om deemoedig te zijn

Zie uw zwakheden in en tracht er tegen te vechten, doordat u zich deemoedig aan MIJ onderwerpt en vraagt om Mijn genade, om hulp in geestelijke nood; Want bij de geringste zal IK dichtbij zijn, wanneer hij, als een van de minsten, de medemens dienstbaar is en hem helpt het heil van zijn ziel te verkrijgen. De groten zullen niet steeds de uitverkorenen zijn, integendeel waarborgt alleen ware deemoed de mens zijn roeping en daarom zijn er ook slechts weinig mensen uitverkoren, ofschoon vele daartoe geroepen zijn, d.w.z. dat veel mensen maar tot de ware deemoed hoefden door te dringen om dan ook door MIJ te worden uitverkoren.

Maar de mensen hebben allen nog te veel geldingsdrang, ze willen uit de menigte van hun medemensen naar voren treden, ze willen dat er aandacht aan hen wordt geschonken en dus a.h.w. opvallen, en dit doet al afbreuk aan de ware deemoed die het ontvangen van mateloze genaden tot gevolg heeft. Maar IK laat ieder mens zijn wil, alleen zult u moeten leren inzien wat gunstig is voor u of wat uit den boze is: Zolang het de mens voorkomt dat hij klein en onwaardig is, spreekt hij met MIJ in geest en in waarheid, als hij door het gebed verbinding met MIJ zoekt. En dan kan Mijn GEEST ook in hem binnenstromen, dan kan IK hem zonder beperking met genaden bedenken; Maar krijgt de mens aandacht van de kant van de medemensen wegens zijn gave Mijn Stem in zich te vernemen, dan kan zijn deemoed makkelijk veranderen en zwichten voor zelfingenomenheid, die steeds een gevaar is voor de mens.

En daarom zult u steeds uzelf moeten onderzoeken, wat u ertoe aanzet u te uiten tegenover de medemensen, u moet weten dat elke zelfingenomen gedachte aan Mijn tegenstander een opening om binnen te komen kan verschaffen en dat u dan MIJ Zelf verhindert in u te vertoeven en u aan te spreken. En u moet kritisch zijn tegenover uzelf, wanneer u MIJ in waarheid zult willen dienen. Want waar u ook bent, altijd zult u in "het stille kamertje" tot MIJ moeten bidden en MIJ om Mijn GEEST vragen. En kan u zich in uw kamertje (uw hart) terugtrekken wanneer u midden in de wereld staat? Wanneer u door mensen bent omringd die niet allen gelijk gezind zijn en vaak slechts sensaties verwachten? U moet geen moment vergeten dat IK de stem van een klein kind verneem, dat zich in gedachten naar MIJ keert en hem ook antwoord geef, dat IK ME echter stil houd, wanneer een onzuiver gevoel de zelfingenomenheid van een mens laat zien die wel ook tot MIJ bidt, maar niet in geest en in waarheid.

Reinig u eerst van dit gevoel en u zult klein en deemoedig voor MIJ verschijnen en niet de aandacht van uw medemensen op u trachten te vestigen. En zo zult u kunnen geloven dat IK wel onder u ben wanneer er twee of drie in Mijn Naam bijeen zijn, maar dat u geen zekerheid hebt dat IK bij u aanwezig ben waar zelfingenomenheid, hoogmoed of geestelijke verwaandheid MIJ Mijn aanwezig zijn weren en nu voor de tegenstander de deuren wijd zijn opengezet, die zich wel ook in het lichtgewaad van een engel zal presenteren, maar u niet woorden van waarheid en leven schenkt. De deemoed van het hart is het beste teken om te onderzoeken, want de deemoedige schenk IK Mijn genade. En u allen zult uzelf moeten onderzoeken of u zich tot ware deemoed heeft gevormd wanneer u MIJ vraagt om Mijn Woord. Dan zult u ook zeker kunnen zijn van Mijn werkzaam zijn, dan zult u door MIJ worden aangesproken en volgens uw vragen kracht en licht ontvangen.

Amen