Alle, die ihr lebet auf Erden, ihr werdet sterben dem Leibe nach, aber eure Seele wird auferstehen zum Leben oder auch im Tode verharren, wenn sie nicht das Leben angestrebt hat auf Erden. Es ist also die Auferstehung euch allen gewiß, die ihr zu leben begehrt.... Denn die nicht an die Auferstehung glauben, die begehren auch nicht das Leben ihrer Seele, sondern nur das irdische Leibesleben ist ihnen vielleicht begehrenswert, und dieses suchen sie sich zu verlängern, soweit es in ihren eigenen Kräften steht. Aber sie werden sterben und ewiglich noch im Tode verbleiben, wenngleich auch ihnen einmal die Auferstehung sicher ist.... Wer aber das Leben seiner Seele sucht und erstrebt, der kann auch gewiß sein, daß sie auferstehen wird zum Leben nach dem leiblichen Tode, denn dafür hat Jesus Christus den Beweis geliefert, Der am dritten Tage auferstand von den Toten, Der den Tod überwunden hat und den, der den Tod in die Welt brachte. Seine Auferstehung wird zwar angezweifelt von Gläubigen und Ungläubigen, denn selbst die Gläubigen können dieses größte Wunder nicht fassen und sind oft geneigt, leise Zweifel aufkommen zu lassen, solange sie nur "glauben", aber noch nicht diesen Glauben zum rechten Leben erweckt haben. Sowie aber Mein Geist wirken kann im Menschen, sind ihm auch diese Zweifel geklärt, und die Auferstehung Jesu Christi wird ihm nun ein klarer Beweis sein für die eigene Auferstehung, und er wird wissen, daß er nicht sterben wird, sondern nur aus dem diesseitigen Leben eingehet in das jenseitige Reich, wo er leben wird in Ewigkeit. Die "Auferstehung" Jesu Christi ist ein ständig von Menschen umstrittenes Problem, denn die Menschen wollen einerseits zweifeln, andererseits daraus eine Auferstehung "des Fleisches" ableiten, weil sie glauben, daß auch Jesus im Fleisch auferstanden ist am dritten Tage.... Ihnen ist es noch nicht klar, daß Jesus Sich nur deshalb den Menschen sichtbar gemacht hat, um ihnen zum Glauben zu verhelfen, daß diese aber immer nur Seinen geistigen Leib sahen, der sich ihrem geistigen Auge schaubar vorstellte. Alle Substanzen Seines leiblichen Körpers hatten sich durch Seinen Kreuzestod vergeistigt, und also hatte der "Mensch" Jesus ein Geisteskleid angezogen, als Er sichtbar vor Seine Jünger trat.... Und dieses Geisteskleid werdet ihr Menschen auch anlegen bei eurer Auferstehung zum Leben.... Der materielle Leib bleibt zurück und geht den Gang der Aufwärtsentwicklung seiner Substanzen weiter; der Fleischleib also verweset, und seine Substanzen beleben wieder andere Formen, die noch im Anfang ihrer Entwicklung stehen.... Also werden sie niemals mehr die Seele umschließen, sie werden niemals mehr der Seele eine Hülle bieten und mit ihr zugleich auferstehen.... Und dennoch wird die Seele auferstehen, wenn sie auf Erden Meinen Willen erfüllt hat, wenn sie danach strebt, zum Leben einzugehen, das Ich ihr verheißen habe, als Ich als Mensch Jesus wandelte auf Erden. Eine Auferstehung ist euch allen gewiß, doch die Zeit bestimmt ihr selbst. Aber eine "Auferstehung des Fleisches" müsset ihr euch recht vorstellen, denn wohl werden eure Werke im Fleisch gewertet, und diesen nach wird dann die Auferstehung sein.... zum Leben, oder auch: Eure Werke werden zeugen wider euch und euch den Tod geben, die Bannung in der festen Materie. Und diese ist ein wieder endlose Zeiten währender Zustand der Ohnmacht und Finsternis, ein Zustand des Todes, den ihr jedoch selbst anstrebtet auf Erden, weil ihr ohne Glauben waret, daß ihr zum Leben bestimmt seid, nicht aber zum Tode, den ihr selbst euch schaffet.... Darum bin Ich auferstanden von den Toten, um euch Menschen diesen Beweis zu bringen.... Und doch könnt ihr auch dieses nur glauben, wenn ihr durch ein Leben in Liebe euren Geist erweckt, der euch nun alles erklären und euch belehren wird, und ihr dann auch überzeugt zu glauben vermögt, was euch nicht bewiesen werden kann. Strebet das Leben an, und ihr werdet ewiglich keinen Tod zu fürchten brauchen, ihr werdet leben ewiglich in Kraft und Licht und Freiheit....
Amen
ÜbersetzerU allen die leeft, zult naar het lichaam sterven, uw ziel echter zal opstaan ten leven of ook in de dood blijven, als zij het leven niet nagestreefd heeft op aarde. Voor u allen die verlangt te leven, is dus ook de verrijzenis zeker. Want zij die niet aan de verrijzenis geloven, wensen ook het leven van hun ziel niet, alleen het aardse lichamelijke leven is hen wellicht begerenswaardig en dat trachten zij te verlengen, voor zover het in hun vermogen ligt.
Maar zij zullen sterven en eeuwig nog in de dood vertoeven, ook al zullen ze eens met zekerheid verrijzen. Wie echter het leven van zijn ziel zoekt en nastreeft, kan er ook zeker van zijn dat zij zal verrijzen ten leven na de lichamelijke dood. Want daarvoor heeft JEZUS CHRISTUS het bewijs geleverd, DIE op de derde dag verrezen is uit de dood, DIE de dood heeft overwonnen en hem die de dood in de wereld bracht. Zijn verrijzenis wordt weliswaar betwijfeld door gelovigen en ongelovigen, want zelfs de gelovigen kunnen dit grootste wonder niet begrijpen en zijn vaak geneigd lichte twijfel te laten opkomen zolang zij alleen geloven, maar dit geloof nog niet tot een waar leven hebben gewekt. Zodra echter Mijn GEEST kan werken in de mens zijn hem ook de twijfels opgehelderd, en de verrijzenis van JEZUS CHRISTUS zal voor hem dan een duidelijk bewijs zijn voor zijn eigen opstanding. Hij zal weten dat hij niet sterven zal, maar alleen uit het tegenwoordige leven het rijk hierna binnengaat, waar hij zal leven in eeuwigheid.
De „verrijzenis van JEZUS CHRISTUS" is een door de mensen veel omstreden probleem, want de mensen willen enerzijds twijfelen en anderzijds een verrijzenis van het vlees eruit afleiden, omdat zij geloven dat ook JEZUS opgestaan is in het vlees op de derde dag. Het is hun nog niet duidelijk dat JEZUS Zich alleen daarom voor de mensen zichtbaar maakte, om hen te helpen geloven, dat zij echter steeds alleen Zijn geestelijk lichaam zagen dat zich aan hun geestelijk oog zichtbaar bekend maakte.
Alle substanties van Zijn menselijk lichaam hadden zich door Zijn kruisdood vergeestelijkt en dus had de "Mens" JEZUS een geestelijk kleed aangetrokken, toen HIJ Zich aan Zijn discipelen vertoonde. En dit geestelijk kleed zult ook u, mensen aandoen bij uw opstanding ten leven. Het stoffelijke lichaam blijft achter en de positieve ontwikkelingsgang van zijn substanties wordt voortgezet.
Het vleeselijk lichaam vergaat dus en zijn substanties brengen weer andere vormen tot leven die nog aan het begin van hun ontwikkeling staan. Dus zullen ze ook nooit meer de ziel omvatten, nooit meer de ziel een onderkomen bieden en tegelijk met haar verrijzen. Toch zal de ziel verrijzen als zij op de aarde Mijn Wil vervuld heeft. Als zij er naar streeft opgenomen te worden ten leven, wat IK haar beloofd heb toen IK als mens JEZUS op aarde leefde.
U bent allen zeker van een opstanding, maar de tijd bepaalt uzelf. Maar een opstanding van het vlees moet u zich juist voorstellen; want wel worden uw werken - in - het - vlees beoordeeld en hiernaar zal uw verrijzenis zijn - ten leven - of ook - uw daden zullen getuigen tegen u en u de dood bezorgen, de verbanning in de vaste materie. En dit is weer een eindeloze tijden durende toestand van machteloosheid en duisternis, een toestand des doods die u echter zelf nagestreefd hebt op aarde, omdat u zonder geloof was dat u bestemd bent voor het leven maar niet voor de dood.
Daarom ben IK uit de dood opgestaan om u mensen dit bewijs te geven. En toch kunt u dit pas geloven als u door een leven in liefde uw geest wekt, die u dan alles duidelijk maakt en u onderrichten zal. Dan vermag u ook met overtuiging te geloven wat u niet bewezen kan worden. Streef naar het leven en u zult eeuwig geen dood hoeven te vrezen, u zult in eeuwigheid leven in kracht en licht en vrijheid.
Amen
Übersetzer