Ersticket nicht den Liebefunken in euch, so er durchbrechen will, gebet jeder inneren Gefühlsregung nach, so sie gut ist, und wehret jeden gegnerischen Gedanken ab, der euch vom Liebewirken zurückhalten möchte.... Denn letzteres ist der Einfluß Meines Gegners, der.... weil selbst ohne Liebe.... auch euch Menschen in Lieblosigkeit erhalten möchte, um euch nicht an Mich zu verlieren. Bedenket, daß Ich Selbst Mich eurer annehme, sowie ihr die Erde als Mensch betretet.... daß Ich in euch einen Liebefunken lege, der euch ermöglicht, wieder zurückzukehren zu Mir nach endlos langer Zeit der Trennung. Und diesen Liebefunken sollet ihr hüten wie das kostbarste Gut, denn er ist ein Fünkchen Meiner Selbst, er ist Mein Anteil, er ist das, was ihr entbehrtet schon ewige Zeiten, was aber unbedingt nötig ist, wollet ihr selig werden. Diesen Liebefunken schenkte Ich euch bei Beginn eures Erdenlebens, aber ihr selbst müsset ihn nun auch in euch entzünden und aufflammen lassen, um euch mit Mir wieder zu vereinigen.... Und das will Mein Gegner verhindern, er will jegliche Liebetat unterbinden, er will, daß ihr bleibet, wie er selbst ist, daß eure Herzen sich stets mehr verhärten und ihr also in seiner Gewalt bleibet.... Er will euch nicht an Mich verlieren, Ich Selbst aber will euch gewinnen.... Doch an euch allein liegt es, welcher Herr zu seinem Recht kommt. Denn übet ihr euch in der Liebe, dann strebt ihr in freiem Willen Mir zu, und er kann euch nicht hindern.... Aber er kann euch beeinflussen, vom Liebewirken abzusehen, er kann euch aufhetzen zu lieblosem Handeln, er kann in euch lieblose Gedanken erwecken, und immer sollet ihr dann wissen, daß er es ist, euer größter Feind, der euch nur in Unseligkeit halten oder aufs neue stürzen will, weil er selbst keines liebenden Gedankens fähig ist, weil sein Wesen nur Haß ist und er alle seine schlechten Gedanken auf euch zu übertragen sucht. Lasset euch nicht von ihm erneut fesseln, leistet ihm Widerstand, machet euch frei von ihm und haltet euch immer nur an Mich, Der Ich mit ganzer Liebe euch beistehen will, daß ihr frei werdet von ihm.... Und ihr könnet dies nur erreichen, wenn ihr den Liebefunken in euch entzündet, wenn ihr ihm Nahrung gebt, daß er sich ausbreite als ein helles Feuer, das nun euer Herz erfüllt und euch Mir immer näherbringt. Ihr fraget nun, was ihr tun sollet, um diesen Liebefunken in euch zu einem hellen Feuerstrahl werden zu lassen? Ihr müsset vor allem die Ichliebe zurückdrängen, ihr müsset weniger an euch selbst und euer Wohlergehen denken als an das eures Nächsten, und ihr müsset allen Menschen, die euch umgeben, zugetan sein und sie beglücken wollen, ihnen helfen und mit Rat und Tat zur Seite stehen, ihr müsset opfern, um dem Nächsten zuwenden zu können, was ihm fehlt. In aller Selbstlosigkeit müsset ihr euer Tagewerk verrichten, immer nur darauf bedacht, zum Wohl der Mitmenschen tätig zu sein, keine eigenen Vorteile anzustreben auf Kosten des Mitmenschen.... Dann wird das Verlangen, Liebe zu geben, immer stärker werden, weil dann Ich Selbst euch von innen dränge und weil ihr Mein Drängen als Beglückung empfindet.... weil ihr nun auch von Meiner Liebe angestrahlt werdet und euch öffnet und ihr nun den Rückweg zu Mir angetreten habt, der sicher auch zum Ziel führt.... Wenn ihr nur den Liebefunken in euch nicht erstickt, sondern ihn aufflammen lasset, dann brauchet ihr nimmermehr zu fürchten, in die Hände des Feindes eurer Seelen zu fallen. Denn da die Liebe Mein Anteil ist, wird dieses Anteil auch stets zu Mir hindrängen, und Ich Selbst werde euch in Besitz nehmen können, Ich Selbst werde mit Meiner Liebekraft euch beistehen können, und es wird sich die Flamme in euch stets vergrößern. Und ihr alle könnet dies zuwege bringen, weil ihr alle diesen göttlichen Liebefunken in euch traget, weil ihr alle dieses Gnadengeschenk erhaltet, sowie ihr diese Erde als Mensch betretet. Doch jedem einzelnen ist es freigestellt, ob und wie er dieses Gnadengeschenk auswertet, und ebenso muß sich ein jeder auch verantworten dereinst, wenn die Stunde seines Hinscheidens von dieser Erde gekommen ist....
Amen
ÜbersetzerVerstik de liefdesvonk in u niet, als hij tevoorschijn wil komen. Geef toe aan elke opwelling van het innerlijke gevoel als ze goed is en weer elke vijandelijke gedachte af die u van het werkzaam zijn in liefde zou willen afhouden. Want dit laatste is de invloed van mijn tegenstander die - omdat hij zelf zonder liefde is - ook u mensen graag in liefdeloosheid wil houden, om u niet aan Mij te verliezen. Denk eraan dat Ik zelf me om u bekommer, zodra u als mens de aarde betreedt. Dat Ik in u een liefdesvonk leg, die het u mogelijk maakt weer naar Mij terug te keren na een eindeloos lange tijd van scheiding. En voor deze liefdesvonk zult u moeten zorgen als voor het kostbaarste goed. Want het is een vonkje van Mij zelf. Het is een deel van Mij. Het is dat wat u al eeuwige tijden ontbeert, maar wat beslist noodzakelijk is als u gelukzalig wilt worden. Deze liefdesvonk schenk Ik u bij het begin van uw aardse leven, maar u zult hem zelf nu ook in u moeten ontsteken en laten opvlammen, om u weer met Mij te verenigen.
En dat wil mijn tegenstander verhinderen. Hij wil elke daad van liefde tegengaan. Hij wil dat u zult blijven zoals hij zelf is, dat uw hart steeds meer verhardt en u dus in zijn macht blijft. Hij wil u niet aan Mij verliezen. Maar Ik zelf wil u winnen. Het ligt echter alleen aan u welke heer aan zijn trekken komt. Want beoefent u de liefde, dan stuurt u in vrije wil op Mij aan en hij kan het u niet verhinderen. Maar hij kan u beïnvloeden af te zien van het werken in liefde. Hij kan u ophitsen tot liefdeloos handelen. Hij kan in u liefdeloze gedachten opwekken. En steeds zult u dan moeten weten, dat hij het is, uw grootste vijand die u alleen in een ongelukkige toestand wil houden of opnieuw erin wil storten, omdat hij zelf niet in staat is liefdevolle gedachten te hebben, omdat zijn wezen slechts haat is en hij al zijn slechte gedachten op u probeert over te dragen.
Laat u niet door hem opnieuw kluisteren. Bied hem weerstand. Maak u vrij van hem en houd u steeds alleen aan Mij vast, die u met alle liefde wil bijstaan opdat u vrij wordt van hem. En u zult dit alleen maar kunnen bereiken wanneer u de liefdesvonk in u ontsteekt, wanneer u hem voeding geeft, opdat hij zich zal uitbreiden als een helder vuur dat nu uw hart vervult en u steeds dichter bij Mij brengt. Nu vraagt u wat u zult moeten doen om deze liefdesvonk in u tot een heldere straal van vuur te laten worden?
Voor alles zult u de eigenliefde moeten terugdringen. U moet minder aan uzelf en uw welzijn denken dan aan dat van uw naaste. En u zult alle mensen die u omringen toegenegen moeten zijn en ze gelukkig willen maken, ze helpen en met raad en daad terzijde staan. U zult offers moeten brengen om de naaste te kunnen geven wat hem ontbreekt. In alle onbaatzuchtigheid moet u uw dagelijks werk verrichten, er steeds op bedacht, tot welzijn van de medemensen bezig te zijn, geen eigen voordelen na te streven ten koste van de medemens. Dan zal het verlangen om liefde te geven, steeds sterker worden, omdat Ik dan zelf u van binnen aanspoor en omdat u mijn aansporen als gelukkig makend ervaart. Omdat u nu ook door mijn liefde wordt bestraald en u opent en u nu de terugweg naar Mij hebt aanvaard, die zeker ook naar het doel voert.
Wanneer u maar niet de liefdesvonk in u verstikt, maar hem laat opvlammen, dan zult u nooit meer bang hoeven te zijn in de handen van de vijand van uw ziel te vallen. Want daar de liefde een deel van Mij is, zal dit deel ook steeds naar Mij toe dringen. En Ik zelf zal u in bezit kunnen nemen. Ik zelf zal u kunnen bijstaan met mijn liefdeskracht en de vlam in u zal steeds groter worden. En u allen zult dit tot stand kunnen brengen, omdat u allen deze goddelijke liefdesvonk in u draagt, omdat u allen dit geschenk van genade ontvangt, zodra u als mens deze aarde betreedt. Doch aan ieder afzonderlijk is het overgelaten, of en hoe hij dit geschenk van genade benut. En evenzo moet ieder zich eens verantwoorden, wanneer het uur van zijn heengaan van deze aarde gekomen is.
Amen
Übersetzer