• Zurück

Erlöserarbeit wirkt sich im Jenseits aus....

Viele Seelen stehen in Erwartung des geistigen Gnadenstromes, den sie dankbar empfangen und sich daran laben und kräftigen. Die geistige Welt bietet ihnen wohl das gleiche, doch diese Seelen sind noch erdgebunden, und darum halten sie sich mehr in Erdregionen auf, bis sie so viel Kraft entgegengenommen haben, daß sie sich aufwärtsschwingen können.... d.h., daß sie nun auch annehmen, was ihnen im geistigen Reich von den Wesen des Lichtes geboten wird, weil sie die gleiche Kraftwirkung darin erkennen. Es ist aber das Darbieten geistiger Kost durch Erdenmenschen eine überaus große Hilfe für die Seelen, die noch nicht lange im jenseitigen Reich weilen, die völlig gleichgültig auf Erden lebten und keinerlei geistige Güter hinübernehmen konnten, weil sie niemals solche anstrebten, ohne aber schlecht gesinnt gewesen zu sein.... Jenen Seelen wird nun eine Möglichkeit geboten, sich Licht zu verschaffen, ohne daß sie zwangsmäßig zur Annahme veranlaßt werden.... Es ist dies eine besondere Gnade, daß ihnen nach ihrem Ableben noch einmal geistiges Wissen zugeführt wird und sie sich wieder entscheiden können zur Annahme oder Ablehnung, bevor eine endlose einsame Gegend sie aufnimmt, die sie durchwandern müssen, bis sie zum gleichen gelangen, was ihnen nun dargeboten wird.... Nur ganz vereinzelt blitzen in den Erdsphären Lichter auf, die sie anlocken, und gesegnet, die diesen Lichtstrahlen nachgehen und zu Menschen kommen, die geistig streben, die Verbindung haben mit dem Lichtreich und die auch jener unglücklichen Seelen gedenken, die in geistiger Armut schmachten.... Das Ungewöhnliche eines Lichtstrahles in dunkler Umgebung läßt so manche Seele zur Besinnung kommen, und sowie ihr fragende Gedanken auftauchen, wird sich immer eine Gelegenheit finden, wo ihr Antwort gegeben wird.... Und hat sie einmal nur teilgenommen an Belehrungen solcher Art, dann zieht es sie immer wieder dorthin zurück, wo sie Licht entdeckt hat. Dann ist sie der tiefsten Finsternis entronnen, sie hat die letzte Gnadengabe noch genützt zu ihrem Heil.... Dieses Reich der erdgebundenen Seelen ist überaus dicht bevölkert, und es kann an jenen Seelen erfolgreiche Arbeit geleistet werden, weshalb ihr Menschen immer belagert seid, sowie ihr nur eure Gedanken geistig richtet und euch verbindet mit dem Reiche des Lichtes.... In Anbetracht des nahen Endes und des geistigen Tiefstandes der Menschen ist eine ungewöhnliche Hilfsaktion dringend geboten, denn es werden noch viele Menschen abgerufen werden, die alle nicht jenen Reifegrad aufweisen können, der den Eingang in das Lichtreich gestattet, die aber auch davor bewahrt werden sollen, noch in die Tiefe abzusinken im jenseitigen Reich. Wo aber auf Erden Erlöserarbeit verrichtet wird, wo bewußt oder unbewußt jenen Seelen Hilfe gebracht wird durch gute Gedanken, liebende Fürbitte oder geistige Belehrungen, dort können noch viele Seelen in kurzer Zeit eine geistige Erweckung erleben, wenn sie nicht ganz verstockt sind und dann Gefahr laufen abzusinken oder sehr lange Zeit zu ihrer Sinneswandlung benötigen, die immer eine Zeit der Qual und Finsternis, der Unglückseligkeit sein wird. Da aber auch jede Seele, die bereit ist, geistige Belehrungen anzunehmen, zum Licht gelangt und nun ihrerseits die erlösende Tätigkeit fortsetzt an den Seelen, die noch in finsteren Regionen weilen, kann die kleinste irdische Erlöserarbeit schon weite Kreise ziehen und wird darum auch immer gesegnet sein. Weit mehr wird oft erreicht im jenseitigen Reich als auf Erden, wo die Welt die Menschen hindert an geistigem Streben. Denn auf Erden kann tauben Ohren gepredigt werden, im geistigen Reich aber warten unzählige Seelen auf die Ansprache Gottes, und niemals wird eine solche Ansprache ohne Eindruck bleiben, es sei denn, eine Seele ist ganz Gott-gegnerisch eingestellt und noch in der Gewalt des Satans.... Dann aber wird sie auch nicht verbleiben an jenen Stätten, wo das Licht strahlt, sondern sich abwenden in finstere Bereiche. Doch auch ihnen folgen die Seelen, die Erlösung fanden.... um wieder in der Tiefe Erlöserarbeit zu verrichten.... Unermeßlich viel könnet ihr Menschen beitragen zur Erlösung des Geistigen, sowie ihr nur selbst eure Gedanken schweifen lasset in das Reich des Lichtes, denn dann wird auch ein Licht erstrahlen bei euch, dem die Seelen nun zueilen.... Umfasset alle diese Seelen mit eurer Liebe, suchet ihnen das Evangelium der Liebe zu vermitteln und lehret sie glauben an Jesus Christus.... Dann wird Er Selbst sie führen zum Licht und zur Seligkeit....

Amen

Verlossingswerk heeft een uitwerking in het hiernamaals

Vele zielen zijn in afwachting van de geestelijke genadestroom die ze dankbaar aannemen en waaraan ze zich verkwikken en sterken. De geestelijke wereld biedt hun wel hetzelfde, maar deze zielen zijn nog aan de aarde gebonden en daarom houden ze zich meer in aardse gebieden op tot ze zoveel kracht hebben ontvangen dat ze zich opwaarts kunnen bewegen, dat wil zeggen: dat ze nu ook aannemen wat hun in het geestelijke rijk door de wezens van het licht wordt aangeboden, omdat ze daarin dezelfde uitwerking van kracht herkennen. Maar het aanbieden van geestelijk voedsel door mensen op aarde is een buitengewoon grote hulp voor de zielen die nog niet lang in het rijk hierna vertoeven. Die op aarde in totale onverschilligheid leefden en niet de minste geestelijke goederen mee over konden nemen, omdat ze zoiets nooit nastreefden, zonder echter slecht gezind geweest te zijn. Die zielen wordt nu een mogelijkheid geboden zich licht te verschaffen, zonder dat ze ertoe gedwongen worden het aan te nemen.

Dit is een bijzondere genade, dat hun na hun sterven nog eenmaal geestelijk weten wordt toegevoerd en ze weer kunnen beslissen om het aan te nemen of af te wijzen, voordat een eindeloos eenzaam gebied hen opneemt waar ze doorheen moeten trekken tot ze hetzelfde bereiken wat ze nu wordt aangeboden. Slechts heel sporadisch flitsen er in de aardse sferen lichten op die hen aanlokken. En gezegend zijn zij die deze lichtstralen achterna gaan en bij mensen komen die geestelijk streven. Die verbinding hebben met het lichtrijk en die ook aan die ongelukkige zielen denken die smachten in geestelijke armoede. Het ongewone van een lichtstraal in donkere omgeving laat zo menige ziel tot bezinning komen. En zodra er in haar gedachten vragen opduiken, zal er zich steeds een gelegenheid voordoen waarbij haar antwoord wordt gegeven. En heeft ze maar eenmaal deelgenomen aan dergelijke onderrichtingen, dan trekt het haar steeds weer terug naar waar ze licht heeft ontdekt. Dan is ze aan de diepste duisternis ontsnapt. Ze heeft de laatste genadegave nog benut voor haar verlossing. Dit rijk van de zielen die aan de aarde zijn gebonden is buitengewoon dichtbevolkt en er kan bij die zielen succesvolle arbeid worden verricht, om welke reden u mensen steeds belegerd bent zodra u maar uw gedachten geestelijk richt en u verbindt met het rijk van het licht.

Met het oog op het nabije einde en het lage geestelijke niveau van de mensen is een ongewone hulpactie dringend geboden. Want er zullen nog veel mensen sterven die allen die graad van rijpheid niet kunnen laten zien die de toegang in het lichtrijk toestaat, maar die er ook voor bewaard moeten worden, nog in de diepte weg te zinken in het rijk hierna. Maar waar op aarde verlossingswerk wordt verricht, waar bewust of onbewust die zielen hulp wordt gebracht door goede gedachten, liefdevolle voorspraak of geestelijke onderrichtingen, daar kunnen nog veel zielen in korte tijd een geestelijke opwekking beleven, wanneer ze niet helemaal verstokt zijn en dan gevaar lopen weg te zinken of zeer lange tijd nodig hebben voor de verandering van hun opvattingen, die steeds een tijd van kwelling en duisternis, van ellende zal zijn. Daar echter ook iedere ziel die bereid is geestelijke onderrichtingen aan te nemen, tot het licht komt en nu van haar zijde de verlossende arbeid voortzet bij de zielen die nog in duistere gebieden vertoeven, kan het geringste aardse verlossingswerk al grote omvang aannemen en zal het daarom ook steeds gezegend zijn.

Er wordt vaak heel wat meer in het rijk hierna bereikt dan op aarde, waar de wereld de mensen hindert bij het geestelijk streven. Want op aarde kan voor dove oren worden gepreekt, maar in het geestelijke rijk wachten ontelbare zielen erop aangesproken te worden door God. En nooit zal dergelijk aangesproken worden zonder indruk blijven, tenzij een ziel tegenover God vijandelijk is ingesteld en nog in de macht van de satan is. Maar dan zal ze ook niet verblijven op die plaatsen waar het licht straalt, maar zich afkeren in duistere gebieden. Maar ook haar gaan de zielen achterna die verlost werden, om weer in de diepte verlossingsarbeid te verrichten. U mensen zult onmetelijk veel kunnen bijdragen aan de verlossing van het geestelijke, zodra u maar zelf uw gedachten laat dwalen in het rijk van het licht. Want dan zal er ook bij u een licht stralen waar de zielen nu naartoe snellen. Omvat al deze zielen met uw liefde. Probeer hun het evangelie van de liefde over te brengen en leer ze geloven in Jezus Christus. Dan zal Hij zelf ze leiden naar het licht en de gelukzaligheid.

Amen