Kundgabe mit Übersetzung vergleichen

Weitere Übersetzungen:

Fortgang der Not.... Stätten des Friedens....

Es geben sich die Menschen falschen Hoffnungen hin, so sie sich von der kommenden Zeit Besserung erwarten, denn diese wird nur für wenige Menschen erträglich sein. Nur die Menschen, die Mir verbunden sind durch Gebet und Liebeswirken, werden weniger belastet sein; die anderen dagegen müssen eine Zeit der Entsagung und schwersten Lebenskampfes durchmachen, um sich für die letzte Erdenlebensprobe vorzubereiten, für den Kampf gegen den Glauben.... Not und Trübsal zuvor soll bewirken, daß sie Mich rufen, daß sie Mich erkennen lernen, daß sie Mir dann treu bleiben und eintreten in die Schar Meiner Streiter.... Sowie sie mit Mir verbunden sind, wird die Not und Trübsal gelindert, sie werden kraft ihres Glaubens alle Schwäche überwinden, und Ich werde ihnen jede Erleichterung verschaffen, wenn sie um der Mitmenschen willen erstere erdulden müssen. Und darum kann inmitten größter Not auch eine stille Insel des Friedens sein; es können inmitten menschlicher Teufel auch Gott verbundene Menschen leben, denen erstere nichts antun können, denn eine dichte Schutzwand umgibt sie, die von guten geistigen Wesen gebildet ist. Und es wird also überall Stätten geben, wo Meine Liebe und Gnade waltet im Gegensatz zu denen, wo Mein Gegner sein Wesen treibt und wo daher kein Frieden und keine Ruhe aufkommen kann. Ich aber bilde Mir Selbst die Stätten des Friedens, weil Ich die Meinen kenne und ihnen jederzeit ihr Leben erträglich machen werde. Und diese Stätten sollen von den Mitmenschen auch erkannt werden als Stätten des Friedens, weil Ich will, daß sie in der Not dahinflüchten und Worte des Trostes und der Stärkung entgegennehmen von denen, die selbst im Frieden leben und solchen nun auch austeilen können, indem sie Mein Wort weiterleiten, indem sie den Glauben erwecken an Meine Weisheit, Liebe und Allmacht. Denn dieser Glaube kennzeichnet die Stätte des Friedens. Er wird aber sehr wenig vertreten sein unter der Menschheit, und darum wird auch nur selten ein Hort des Friedens entstehen können, denn die Menschheit erkennt Mich nicht mehr, und sie ist Mir fern.... Und wo Ich Selbst nicht weilen kann, ist kein Friede, kein Glück und kein Licht.... Und es wird die Welt weiter in Dunkelheit und irdischer Not sein trotz Beendigung einer Kampfphase, die bitteres Leid über die Menschen gebracht hat, denn sie sind selbst nicht willens, Belehrungen anzunehmen von seiten derer, die aus der Verbundenheit mit Mir ständig Weisheit schöpfen. Und darum ist die Notzeit nicht so schnell beendet, wenngleich der irdische Kampf seinem Ende entgegengeht. Denn nur, wer Mir zustrebt, den kann Ich bedenken und ihm ein leichteres Dasein schaffen. Für den größten Teil der Menschheit aber bleibt das Erdenleben weiterhin ein schwerer Kampf, bis sie sich Mir fügen und sich Meinen Willen zu dem ihrigen machen....

Amen

Übersetzer
Dies ist eine Originalkundgabe von Bertha Dudde

Het verdere verloop van de nood - Oorden van vrede

De mensen geven zich over aan valse hoop als ze van de komende tijd verbetering verwachten, want deze zal slechts voor weinig mensen draaglijk zijn. Alleen de mensen die met Mij verbonden zijn door gebed en werken van liefde, zullen minder belast zijn. De anderen daarentegen moeten een tijd van onthechting en zwaarste strijd om het bestaan doormaken, om zich op de laatste beproeving in hun aardse leven voor te bereiden, op de strijd tegen het geloof. Nood en droefenis vooraf moet teweegbrengen dat ze tot Mij roepen, dat ze Mij leren erkennen, dat ze Mij dan trouw blijven en toetreden tot de schare van mijn strijders. Zodra ze met Mij zijn verbonden, worden nood en droefenis gelenigd. Ze zullen op grond van hun geloof alle zwakheden overwinnen en Ik zal hen elke verlichting verschaffen, wanneer ze ter wille van de medemensen al die ellende moeten verduren.

En daarom kan er te midden van de grootste nood ook een stil eiland van vrede zijn. Te midden van menselijke duivels kunnen er ook mensen leven, die met God zijn verbonden, die door de eersten niets kan worden aangedaan, want een dichte wand van bescherming die door goede geestelijke wezens is gevormd, omgeeft ze. En er zullen dus overal oorden zijn waar mijn liefde en genade heerst, in tegenstelling tot die plaatsen waar mijn tegenstander huishoudt en waar er daarom geen vrede en rust kan ontstaan. Maar Ik vorm zelf die oorden van vrede, omdat Ik de mijnen ken en hun te allen tijde het leven draaglijk zal maken.

En deze oorden moeten door de medemensen ook worden herkend als oorden van vrede, omdat Ik wil dat ze in de nood daarheen vluchten en woorden van troost en versterking in ontvangst nemen van diegenen die zelf in vrede leven en die woorden nu ook kunnen uitdelen doordat ze mijn woord doorgeven, doordat ze het geloof wekken aan mijn wijsheid, liefde en almacht. Want dit geloof kenmerkt de oorden van vrede. Het zal echter zeer weinig voorkomen onder de mensheid en daarom zal er ook slechts zelden een toevluchtsoord van vrede kunnen ontstaan, want de mensheid herkent Mij niet meer en ze is ver van Mij verwijderd. En waar Ik zelf niet kan vertoeven is geen vrede, geen geluk en geen licht.

En de wereld zal zich verder in duisternis en aardse nood bevinden, ondanks de beëindiging van een strijdfase die bitter leed over de mensen heeft gebracht. Want ze zijn zelf niet voornemens onderrichtingen aan te nemen van de kant van hen die in verbondenheid met Mij voortdurend wijsheid opdoen. En daarom is de tijd van nood niet zo vlug beëindigd, ofschoon de aardse strijd zijn einde tegemoet gaat. Want alleen aan wie op Mij aanstuurt kan Ik uitdelen en hem een gemakkelijker leven bezorgen. Maar voor het grootste deel der mensheid blijft het leven op aarde verder een zware strijd, tot ze zich naar Mij schikken en mijn wil tot hun wil maken.

Amen

Übersetzer
Übersetzt durch: Gerard F. Kotte