Kundgabe mit Übersetzung vergleichen
Die reinen Herzens sind.... Wahrheit....
In der Reinheit des Herzens ist die Gewähr gegeben, daß sich der Mensch in der Wahrheit befindet. Wer Übles tut, der denkt auch übel; wer sich jedoch bemüht, klar und rein zu bleiben für Gott, dessen Denken muß auch dementsprechend sein. Der Mensch, der reinen Herzens ist, wird stets alles verabscheuen, was dem Göttlichen zuwiderstrebt, er wird in der Tiefe des Herzens forschen können, weil kein Unrat ihm den Einblick verwehrt, und ebenso wird die Weisheit zu ihm emporsteigen, weil sie kein Hindernis findet. Und reinen Herzens wird jeder sein, der in und mit Gott lebt, der mit Ihm verbunden bleibt, der sein Leben bewußt lebt, d.h., der seine Erdenaufgabe erkennt, sich Gott zu eigen gibt und immer bemüht ist, Seinen Willen zu erfüllen. Er wird ohne Gott nicht mehr leben wollen und können, und jeder unlautere Gedanke wird ihm fernbleiben; er wird, so er schwach wurde, Gott innig um Vergebung bitten, weil sein Herz das Unrecht erkennt und es nicht bewußt Unrecht tun will.... Er wird den rechten Weg zu gehen bemüht sein und zu Gott bitten um Kraft und Gnade. Die Reinheit des Herzens muß demnach auch zur Folge haben, daß der Mensch im rechten Denken steht, denn da das Herz das Aufnahmegefäß der Wahrheit aus Gott ist, sowie der Mensch bemüht ist, es rein und empfangswürdig zu gestalten und zu erhalten, wird die Unwahrheit nicht mehr darin geduldet werden, sie wird verabscheut werden wie alles Unreine und daher abgelehnt, weil der Mensch, der reinen Herzens ist, im Wahrheitsverlangen steht. Und Verlangen nach Wahrheit ist auch Erfüllung.... Verlangen nach Wahrheit ist auch Verlangen nach Gott, Der die Wahrheit Selbst ist.... Verlangen nach Gott aber schaltet das Wirken der Gegenmacht aus. Die reinen Herzens sind, erkennen die Lüge, sie können demnach auch nicht mehr irregeleitet werden, d.h. aus Unkenntnis heraus etwas als Wahrheit annehmen, was dieser widerspricht.... Sie werden es ablehnen, selbst wenn sie dies verstandesmäßig nicht begründen können. Doch ihr Herz wehrt sich dagegen, weil es durch die Reinheit ein mimosenhaftes Empfinden und Beurteilungsvermögen für das Geistesgut hat, was Eingang sucht. Unlautere Gedanken und Handlungen stumpfen das Empfindungsvermögen des Herzens ab, und daher (wird = d. Hg.) auch nicht in der Wahrheit stehen, wer sich zur Welt und deren Freuden bekennt, denn das Verlangen danach zeitigt auch Gedanken und Begierden, die nicht ausschließlich Gott gelten, sondern dem, dessen Reich die Welt ist.... Und diese Gedanken werden nicht lauter und rein sein, sie werden jene Triebe wecken und begünstigen, die der Mensch überwinden soll, und also nur eine Gefahr sein und bleiben für die Reinheit des Herzens und ein Hindernis für das Empfangen der reinen Wahrheit aus Gott.... Denen aber die Wahrheit mangelt, denen mangelt auch das Licht, und sie finden den Weg nicht, der zu Gott führt....
Amen
Übersetzer
Die rein van harte zijn - Waarheid
Mt. 5,8 "Zalig zijn de zuiveren van hart, want ze zullen GOD zien"
In de reinheid des harten ligt de zekerheid dat de mens zich in de waarheid bevindt. Wie kwaad doet, denkt ook slecht, wie echter zijn best doet, helder en rein te blijven voor GOD, diens denken moet ook dienovereenkomstig zijn. De mens die zuiver van harte is, zal steeds alles verafschuwen wat tegen het goddelijke gericht is, hij zal in de diepte van het hart kunnen vorsen, omdat geen onzuiverheid hem het naar binnen zien belet, en evenzo zal de wijsheid in hem opstijgen, omdat ze geen hindernis ondervindt.
En zuiver van hart zal ieder zijn die in en met GOD leeft, die met HEM verbonden blijft, die zijn leven bewust leeft, d.w.z. die zijn taak op aarde inziet, zich aan God geeft en steeds zijn best doet Zijn Wil te vervullen. Hij zal zonder GOD niet meer willen en kunnen leven en elke onzuivere gedachte zal ver van hem blijven, hij zal, als hij zwak zou worden, GOD innig om vergeving vragen, omdat zijn hart het onrecht inziet en het dus niet bewust zal willen doen. Hij zal zich inspannen de juiste weg te gaan en GOD vragen om kracht en genade.
De zuiverheid des harten moet dus ook tot gevolg hebben, dat de mens juist denkt, want daar het hart het vat is de waarheid uit GOD op te nemen, zodra de mens zijn best doet het rein en waardig om te ontvangen te vormen en te behouden, zal daarin de onwaarheid niet meer geduld worden, ze zal worden verafschuwd zoals al het onzuivere en daarom afgewezen, omdat de mens die zuiver van hart is altijd naar de waarheid verlangt.
En verlangen naar waarheid is ook verwezenlijking. Verlangen naar waarheid is ook verlangen naar GOD, DIE de Waarheid Zelf is. Verlangen naar GOD schakelt echter het werkzaam zijn van de vijandige macht uit.
Die rein van harte zijn, herkennen de leugen, dientengevolge kunnen ze ook niet meer op een dwaalspoor worden gebracht, d.w.z. uit onwetendheid iets als waarheid aannemen dat daarmee in strijd is. Ze zullen het afwijzen, zelfs wanneer ze dit met hun verstand niet kunnen beredeneren. Doch hun hart verweert zich ertegen, omdat het door de zuiverheid een uiterst ontvankelijk gevoel en vermogen heeft, het geestelijk goed te beoordelen dat tracht binnen te komen.
Onzuivere gedachten en handelingen stompen het vermogen van het hart om aan te voelen af en daarom zal diegene de waarheid ook niet bezitten die de wereld en haar vreugden voorstaat, want het verlangen ernaar heeft ook gedachten en begeerten tengevolge die niet uitsluitend GOD gelden, maar hem wiens rijk de wereld is.
En deze gedachten zullen niet zuiver en rein zijn, ze zullen die driften wekken en bevorderen die de mens moet overwinnen en dus alleen maar een gevaar zijn en blijven voor de reinheid des harten en een hindernis de zuivere waarheid uit GOD te ontvangen. Maar diegenen aan wie het aan waarheid ontbreekt, hun ontbreekt ook het licht en ze vinden de weg niet die naar GOD leidt.
Amen
Übersetzer