• Zurück

Einstellung zur Frage der Göttlichkeit Jesu....

Es ist dem Menschen jederzeit freigestellt, sich bejahend oder verneinend einzustellen zur Frage der Göttlichkeit Jesu, nur werden die Folgen seiner Einstellung gleichfalls gegensätzlich sein.... größter geistiger Erfolg oder tiefste Dunkelheit, d.h. völliger Mißerfolg in geistiger Beziehung. Es ist diese Frage allein maßgebend für den Geisteszustand des Menschen, so er sein Erdenleben beschließt. Bejaht er die Göttlichkeit Jesu, dann hat er auch sein Leben bewußt gelebt, d.h., er hat die Kraft und Gnaden des Erlösungswerkes wissend angenommen, was jedoch unmöglich ist, so er sich dieser Frage ablehnend gegenüberstellt. Kraft austeilen kann nur Gott und in Empfang nehmen immer nur der Mensch, der Gott anerkennt. Der göttliche Erlöser aber hat durch Seinen Tod am Kreuz den Menschen das Recht erworben, in direkte Verbindung treten zu können mit Gott Selbst und dadurch also Kraft ohne Maßen zu erbitten und empfangen zu können. Und diese Kraft fördert die geistige Höherentwicklung.... Die Inanspruchnahme des Gnaden- und Erlösungswerkes ist auch die Gewähr für das Erreichen des seelischen Reifegrades. Es muß jedoch verständlicherweise auf niedriger Geistesstufe stehenbleiben, der auf diese Gnaden keinen Anspruch erhebt, der das Erlösungswerk sowohl als auch den göttlichen Erlöser Selbst ableugnet, denn diesem mangelt es an Kraft.... Sein Wille ist noch in den Banden des Widersachers und die Macht dessen über ihn so groß, daß er aus eigener Kraft nicht frei werden kann, die einzige Hilfe aber weiset er von sich und erkennt nicht einmal an, daß es einen Helfer gibt.... Er steht also noch dort, wo die Menschen standen vor der Niederkunft des Herrn, er ist dem Widersacher ganz verfallen und sein Wille zu sehr geschwächt, um sich Gott zuzuwenden. Und hätte er auch den Willen, so ist die Macht des Widersachers ihm gegenüber noch ungebrochen, und sein Ringen wäre daher vergeblich. Also ist erst der Glaube an den göttlichen Erlöser nötig und der Wille, sich bejahend einzustellen zu Seinem Erlösungswerk. Nun erst wird ihm die Kraft zugeführt, die ihn befähigt, an sich und seiner Seele zu arbeiten. Es kann unzählige Male die Selbstveredlung in Angriff genommen werden, ohne den Glauben an Jesus Christus als Gottes Sohn und Erlöser der Welt wird der Mensch immer wieder zurückfallen in seine Schwächen und Fehler, denn es fehlt ihm der Beistand, Der ihm hilft, wider den Feind zu ziehen.... Der gleichsam mit Seinem Blut die Seele dessen losgekauft hat von der Macht des Widersachers, sie also dessen Einfluß entzogen hat. Einem willigen, Gott zugewandten Menschen, der in Gott lebt und also in Jesus Christus Gott Selbst erkennt, ist der weitere Lebensweg so vorgezeichnet, daß er nicht mehr fehlgehen kann. Er gelangt sicher zur Höhe, denn ihm kann der Widersacher keine Hindernisse mehr in den Weg legen. Seine Macht ist gebrochen durch die Liebe des Herrn, Der Sich Selbst opferte für die Menschen, auf daß ihnen der Weg nach oben leichter wurde und es {den Menschen} ihnen möglich ist, sich so zu gestalten, daß sie als wahre Kinder des Vaters im Himmel das Erdenleben verlassen und nun erlösend tätig sein können im Jenseits....

Amen

Houding ten opzichte van de vraag over de goddelijkheid van Jezus

Het is de mens altijd vrijgelaten om zich bevestigend of ontkennend in te stellen betreffende de vraag over de goddelijkheid van Jezus. Maar nu zullen de gevolgen van zijn instelling eveneens tegenovergesteld zijn. Het grootste geestelijke succes of de diepste duisternis, dat wil zeggen de meest volledige mislukking in geestelijk opzicht. Alleen deze vraag is doorslaggevend voor de geestelijke staat van de mens, als hij zijn aardse leven beëindigt. Als hij bevestigend staat ten opzichte van de goddelijkheid van Jezus, dan heeft hij ook zijn leven bewust geleefd. Dat wil zeggen, dat hij de kracht en de genaden van het verlossingswerk willens en wetens aangenomen heeft, wat echter onmogelijk is, als hij afwijzend staat ten opzichte van deze vraag.

Alleen God kan kracht uitdelen en steeds alleen de mens, die God erkent, kan in ontvangst nemen. Maar de goddelijke Verlosser heeft door Zijn dood aan het kruis voor de mensen het recht verworven om in directe verbinding te kunnen treden met God Zelf en daardoor dus onbeperkte kracht te kunnen vragen en ontvangen. En deze kracht bevordert de opwaartse ontwikkeling. Het gebruikmaken van het genade- en verlossingswerk is ook de garantie voor het bereiken van een mate van rijpheid van de ziel.

Degene, die geen aanspraak maakt op deze genade, die zowel het verlossingswerk als ook de goddelijke Verlosser Zelf ontkent, moet begrijpelijkerwijs ook op een lage geestelijke trede blijven staan, want het ontbreekt hem aan kracht. Zijn wil is nog door de tegenstander geboeid en zijn macht over hem is zo groot, dat hij uit eigen kracht niet vrij kan komen. Maar de enige hulp wijst hij af en hij aanvaardt niet eens, dat er een Helper is. Hij staat dus nog steeds daar, waar de mensen stonden voor het neerdalen van de Heer. Hij is in het geheel een prooi geworden van de tegenstander en zijn wil is te zeer verzwakt om zich tot God te wenden. En als hij ook de wil zou hebben, dan is de macht van de tegenstander over hem nog niet gebroken en zijn worstelen zou daarom tevergeefs zijn.

Daarom is in de eerste plaats het geloof in de goddelijke Verlosser nodig en de wil om een positieve instelling ten opzichte van Zijn verlossingswerk te hebben. Pas nu wordt hem de kracht toegestuurd, die hem in staat stelt om aan zichzelf en zijn ziel te werken. Talloze malen kan de zelfveredeling aangepakt worden, maar zonder het geloof in Jezus Christus als de Zoon van God en Verlosser van de wereld zal de mens steeds weer terugvallen in zijn zwakheden en fouten, want het ontbreekt hem aan de hulp, die hem helpt om succes te hebben tegen de vijand. Die als het ware met Zijn bloed de ziel van de mens losgekocht heeft van de macht van de tegenstander, haar dus aan diens invloed onttrokken heeft.

Voor een gewillig, naar God toegekeerd mens, die in God leeft en dus in Jezus Christus God Zelf herkent, is de verdere levensweg zo uitgestippeld, dat hij niet meer verkeerd kan gaan. Hij bereikt zeker de hoogte, want de tegenstander kan hem geen hindernissen meer in de weg leggen. Zijn macht is gebroken door de liefde van de Heer, Die Zichzelf voor de mensen opofferde, opdat de weg naar boven voor hen makkelijker werd en het voor hen mogelijk is om zich zo te ontwikkelen, dat ze als ware kinderen van de Vader in de hemel het aardse leven verlaten en nu verlossend werkzaam kunnen zijn in het hiernamaals.

Amen