• Zurück

Erkenntnis seiner selbst.... Liebe....

In diesem wie in jenem Leben hat nur das eine bleibenden Wert, daß sich die Seele selbst erkennt; erst dann ist es ihr möglich, den Weg nach oben zu gehen. Ein Fortschreiten ohne diese Erkenntnis ist völlig ausgeschlossen, denn in der geistigen Finsternis wird jede Handlung, ob hier oder im Jenseits, sich nur materiell auswirken.... d.h., ihr werden immer materielle Interessen zugrunde liegen, und solche können niemals das Seelenheil fördern. Wenig wertvoll ist es deshalb, wenn der Mensch auf Erden auch gute Handlungen nur aus ebensolchem Grunde begeht. Solche Taten sind nicht angesehen von Gott, denn ihre Kraft ist gering.... Was nicht aus Liebe getan wird, ist auch nicht wohlgefällig vor Gott.... Es ist nur Tribut an die Welt.... Regen Geistes wird der Mensch erkennen müssen, daß die Erde mit allem, was auf ihr besteht, immer nur das Mittel zum Zweck ist.... Daß also niemals die Güter der Erde selbst begehrt werden sollen, sondern nur alles auf der Welt dazu dienen soll, als irdisch erkannt zu werden, gemieden oder dazu verwandt, Taten der Liebe durch solche ausüben zu können.... Der Herr gibt euch so reichlich Mittel in die Hand, die euch dem ewigen Ziele zuführen können.... Ihr aber benützet diese für euch selbst, ihr freuet euch daran und gieret danach.... und so werden diese Mittel für euch Werke des Teufels, durch die er euch in seine Fallstricke zu ziehen versucht.... Erkennet ihr aber den Unwert alles Irdischen und erkennet ihr euch selbst, dann werdet ihr den Sieg davontragen über solche Versuchungen. Hingeben alles, was ihr besitzet, um dem Nächsten damit zu helfen, trägt den größten Segen in sich. Ist die geistige Erkenntnis des Menschen so weit gereift, daß er nun die Arbeit an seiner Seele beginnen kann, dann wird er auch voller Eifer sein Streben verfolgen, und immer wird der Gedanke für ihn Leitstern sein, daß er durch sein Streben dem Heiland nahekommt, daß alles, was er auf Erden freiwillig hingibt, dereinst durch die Nähe des Heilands vergolten wird. Je unbewußter das Drängen zum Heiland ist, je mehr es aus tiefer Liebe heraus das Herz erfüllt, desto eher wird diese Sehnsucht des Herzens erfüllt werden und desto mehr wird Seine Nähe das Erdenkind beglücken, denn alles, alles wurzelt in der Liebe.... wer diese hat, der ist schon selig hier auf Erden und wird dereinst überselig sein in des Herrn Nähe.... wo alles nur pure Liebe ist. Erst wenn die Liebe völlig euer Herz erfüllt, wird all euer Denken und Handeln auf Erden so sein, daß es dem Sinn der ewigen Gottheit entspricht.... Darum pfleget die Liebe, und euch wird ein Maß zuteil werden in der Ewigkeit, daß ihr überselig seid in der Nähe des Herrn....

Amen

Zelfkennis - Liefde

Zowel in dit leven als in het andere is het alleen van blijvende waarde, dat de ziel zichzelf kent. Pas dan is het voor haar mogelijk de weg naar boven te gaan. Een vooruitgang zonder deze kennis is totaal uitgesloten. Want in de geestelijke duisternis zal elke handeling, hier of in het hiernamaals, slechts een materiële uitwerking hebben. Dat wil zeggen: materiële belangen zullen steeds de basis ervan zijn en die kunnen nooit het zielenheil bevorderen. Daarom heeft het ook weinig waarde als de mens op aarde slechts op basis hiervan goede handelingen doet. Zulke daden worden door God niet gewaardeerd, want hun kracht is gering. Wat niet uit liefde gedaan wordt, is ook niet welgevallig voor God. Het is slechts een eerbetoon aan de wereld.

Met een levende geest zal de mens moeten erkennen dat de aarde met alles wat erop bestaat, steeds slechts een middel tot het doel is. Daarom moet nooit verlangd worden naar de goederen van de aarde op zichzelf, maar alles op de wereld moet er slechts toe dienen om als aards erkend te worden, gemeden of - daarmee verwant - om er daden van liefde mee te kunnen uitoefenen. De Heer geeft jullie zo rijkelijk middelen in handen die jullie naar het eeuwige doel kunnen leiden.

Jullie benutten deze echter voor jullie zelf. Jullie verheugen je erin en verlangen er gretig naar. En zo worden deze middelen voor jullie werken van de duivel, door welke hij jullie in zijn valstrikken probeert te lokken. Als jullie echter de waardeloosheid van al het aardse inzien en jullie kennen jezelf, dan zullen jullie de zegen behalen over zulke verzoekingen. Het draagt de grootste zegen in zich om alles weg te geven wat jullie bezitten om er de naaste mee te helpen. Als het geestelijk inzicht van de mens zover gerijpt is dat hij nu met het werk aan zijn ziel kan beginnen, dan zal hij ook vol ijver zijn doel nastreven. En steeds zal hij zich door de gedachte laten leiden dat hij door zijn streven dichter bij de Heiland komt en dat alles wat hij op aarde vrijwillig opgeeft, later door de nabijheid van de Heiland vergolden wordt.

Hoe onbewuster de drang naar de Heiland is, hoe meer deze vanuit diepe liefde het hart vervult, des te eerder zal aan dit verlangen van het hart voldaan worden en des te meer zal Zijn nabijheid het mensenkind blij maken. Want alles, alles wortelt in de Liefde. Wie de liefde heeft, die is op aarde al zalig en zal later buitengewoon gelukzalig zijn in de nabijheid van de Heer, waar alles slechts pure Liefde is.

Pas wanneer jullie hart volledig vervuld is van liefde, zal al jullie denken en handelen op aarde beantwoorden aan de bedoeling van de eeuwige Godheid. Beoefen daarom de liefde en jullie zullen in de eeuwigheid een graad verwerven waarbij jullie in de nabijheid van de Heer bovenmatig gelukzalig zullen zijn.

Amen