8506 Hemelvaart

23 mei 1963: Boek 89

De tijd van mijn leven op de aarde in een voor de mensen zichtbare vorm was geëindigd toen Ik opsteeg naar de hemel. Want Ik had de missie als mens vervuld en gaf nu nog op het laatst mijn discipelen alsook degenen die in Mij geloofden als Gods Zoon een laatste teken dat hun geloof moest versterken. Ik liet Me nog eenmaal zichtbaar aan hen zien en Ik bewees hun mijn goddelijkheid door de zichtbare hemelvaart, die ze alleen wegens de sterkte van hun geloof mochten meemaken en die hen wederom met grote kracht moest vervullen voor hun verdere missie: Mij zelf en mijn evangelie in de wereld te verkondigen. Ook voor mijn hemelvaart zijn geen bewijzen te leveren en toch heeft die zich voltrokken voor de ogen van de mensen die Mij geheel en al toebehoorden, want voor dezen betekende de hemelvaart geen geloofsdwang meer. Ze herkenden Mij en niets was hun meer twijfelachtig. Ze waren ook door Mij ingewijd in een diepste weten en daarom kon Ik voor hun ogen opstijgen als laatste teken van mijn macht en heerlijkheid, dat zichtbaar plaatsvond en plaats kon vinden omdat Ik de mijnen buitengewoon sterkte om dit te beleven. Toch speelde zich alleen maar een gebeurtenis af die bij iedere ziel die zich heeft voltooid op aarde hetzelfde is, wanneer ze haar lichaam achter zich laat en nu geestelijke velden binnengaat, in het stralende licht, dat echter voor menselijke ogen verborgen blijft. Maar zij zweeft weg, omhoog in het rijk dat haar ware vaderland is. Ook daarvoor moest de mensen het bewijs worden gegeven, dat toch niet zal worden erkend door mensen die nog niet rijp zijn en geen enkele vergeestelijking hebben bereikt.

De hemelvaart van Jezus zal voor de mensen een legende blijven, zolang ze niet in geestelijk weten zijn doorgedrongen. Want er is iets buitengewoons gebeurd, dat juist alleen maar mijn aanhangers mochten meemaken, dat echter niet meer betwijfeld wordt zodra de zielenrijpheid van de mens een bepaalde graad heeft bereikt, waarbij de mens aan niets meer twijfelt in het besef dat bij God niets onmogelijk is. Met de hemelvaart van Jezus werd het verlossingswerk afgesloten. Ik was naar de aarde afgedaald en weer teruggekeerd in mijn rijk, dat Ik echter nooit had verlaten, want Ik was en ben overal. Maar Ik had mijn intrek genomen in een menselijke vorm, om voor u mensen zichtbaar te zijn. En daarom ben Ik ook weer zichtbaar opgestegen, om nu altijd en eeuwig voor allen die door Mij geschapen zijn, zichtbaar te zijn voor hun gelukzaligheid.

De mijnen bleven achter en voelden zich eenzaam en verlaten toen Ik uit hun ogen was verdwenen. Maar ze waren vervuld van mijn geest en zagen nu hun missie duidelijk voor zich. En ze voelden zich door de geest gedreven om nu de opdracht uit te voeren waarmee Ik hen uitzond naar alle volkeren der aarde. Daarom liet Ik hen ook het ongewone meemaken, dat het laatste wonder was dat mijn gang over de aarde besloot. Want ze hadden veel versterking van hun geloof nodig, daar ze door de voortdurende omgang met Mij in een zekere toestand van onzelfstandigheid terecht waren gekomen, die door hen nog moest worden overwonnen en ieder van mijn discipelen afzonderlijk zich daarom steeds weer de laatste gebeurtenissen voor ogen kon halen, om dan in alle ijver werkzaam te zijn, zoals het mijn wil was. Maar in de geest bleef Ik bij hen en ze mochten ook tijdens hun werkzaam zijn voor Mij en mijn rijk herhaaldelijk het aanspreken vernemen, dat hun mijn tegenwoordigheid duidelijk liet worden, zodat hun liefde voor Mij steeds dieper werd en dus in dezelfde mate hun inzicht groter werd en zo ook hun bekwaamheid om voor Mij werkzaam te zijn.

Ik had de grote zondenschuld van de mensen tenietgedaan door mijn werk van verlossing en daarvan moest de mensheid in kennis worden gesteld. En dit kon weer alleen geschieden door mensen die zelf Mij en mijn kruisdood hadden meegemaakt. Van hun kant kon nu de zuiverste waarheid over dit grote werk van erbarmen verkondigd worden en daarom zijn juist mijn eerste discipelen buitengewoon gesterkt en toegerust voor hun missie. Ik kon hen persoonlijk van te voren onderrichten en gereed maken voor hun opdracht en Ik versterkte hun geloof buitengewoon. Ze behielden echter hun wilsvrijheid, maar hun liefde voor Mij en hun levenswandel lieten het toe dat Ik ze aanvullend kon uitrusten voor hun taak. Want de gehele mensheid moest te weten komen wat er van goddelijke zijde voor de mensen gebeurd is en Ik had daarom voor de verbreiding van dit weten geschikte dienaren en boden nodig. En deze moesten met volle overtuiging ervoor kunnen instaan wat zij onderrichtten. De liefde die in hen was maakte het hun mogelijk ook ongewone belevenissen te accepteren en met alle ijver nu van alles getuigenis af te leggen voor hun medemensen. Maar steeds zal zo'n weten over mijn werk van verlossing een bepaalde graad van liefde vergen om aangenomen en geloofd te worden. Maar mijn geest zal ook een liefdevol mens vervullen en hem in alle waarheid leiden, zoals Ik zelf het heb verkondigd.

Amen

Vertaald door: Gerard F. Kotte

Deze openbaring is opgenomen in de volgende themaboekjes:
Themaboekje Titel Downloaden
N1 Terugkeer naar God Deel I ePub   PDF   Kindle  
110 Jezus Christus ePub   PDF   Kindle  
152 Jesus Christus ePub   PDF   Kindle  

Downloads

Download-aanbod voor boek _book
 ePub  
 Kindle  
  Meer downloads

Deze openbaring

 als MP3 downloaden  
Afdrukvoorbeeld
 Kladschriften