Dat u van plan bent u voor Mijn van boven aan u gegeven Woord in te zetten, geeft MIJ aanleiding u ook kennis te ontsluiten met betrekking tot een dwaling die u tot nog toe hebt aangehangen.
Het is de leer van het slapen van de ziel, de zogenaamde zieleslaap, die u een totaal vals beeld geeft van de ziel en haar staat wanneer zij het geestelijke rijk betreedt. Deze leer wordt gemotiveerd met de bewering dat er in de Schrift nergens gesproken wordt van een onsterfelijke ziel, wat echter weerlegt kan worden met de stelling: "Wie in MIJ gelooft zal leven in eeuwigheid!"
En de slaap is een broeder van de dood, dus zal een slapende niet leven, maar dood zijn. Hij zal in diepe duisternis ten prooi vallen aan een toestand als van een doodsslaap, dus kan van een leven in eeuwigheid geen sprake zijn.
En het ergste is het voor u allen die in dit bewustzijn van de aarde scheidt, want het ontbreekt u waarlijk aan alle kennis en het zal heel lang duren voordat u tot een glimp van inzicht komt. Want waarlijk, u gaat geheel blind van deze aarde weg en u zult alleen dan in het hiernamaals een weinig licht ontvangen, als uw aardse levenswandel een leven in liefde is geweest.
Maar niet eerder dan dat u zich van deze dwaalleer losmaakt, zult u ook niet weten dat u gestorven bent, omdat u zich nog in een staat van ikbewustzijn bevindt dat voor u ook het bewustzijn in het verdere leven is. U meent slechts dat u in andere streken overgeplaatst bent, maar zult eeuwig niet tot die rust komen die voor u de slaaptoestand betekent.
Dus zult u wel steeds nog leven, maar niet in een staat van zaligheid, maar in een verward denken dat beantwoordt aan de leer die u als mens op aarde hebt aangehangen.
Alles wat uit MIJ is voortgekomen blijft bestaan tot in alle eeuwigheid, maar het kan in een staat van doodzijn het rijk hierna ingaan. En deze dode staat kiest u allen als u deze dwaalleer verbreidt. En u streeft niet naar het leven dat uw lot moet zijn wanneer u het geestelijke rijk ingaat. Want dan pas begint uw leven, aangenomen dat u een leven van liefde leidt en u zich van deze dwaalleer los kunt maken.
Want al gelooft u ook ernstig aan een opstanding op de jongste dag, waarop allen die in hun graven rusten tot leven worden gewekt, toch zal dit ook uw lot zijn dat u niet eerder tot leven komt tot u de dwaasheid van deze leer inziet. En uw zijn in het hiernamaals zal zo wezen dat u in een toestand van nietsdoen, in een slaap toestand, voor eeuwig lange tijden verkeert, of dat u zich net zolang in een wereld bevindt die u nog steeds als de aarde aanziet - die u echter reeds lang verlaten hebt.
Waarlijk, u, mensen die deze dwaalleer aanhangt, u weet niet aan welke verderflijke geest u ten prooi bent gevallen. U zult een overmaat aan liefde moeten opbrengen opdat u onverwachts beseft hoe het er in werkelijkheid uitziet. En u kunt van geluk spreken als u op aarde iemand achter laat die voor u bidt, die u helpt tot het juiste inzicht te komen. Maar steeds is de graad van liefde beslissend of u bij het verlaten van deze aarde het inzicht als in een flits treft.
Maar omdat u niet aan de onsterflijkheid van de ziel gelooft, gelooft u ook niet aan een bemiddeling uit het geestelijke rijk die u kennis zou geven, en dat is in uw nadeel. Want het zou u opheldering hebben gegeven over het gestadig opstijgen van de zielen die het rijk hierna binnen gaan. U zou deze dwaalleer verwerpen als satanisch, want ze heeft alleen de bedoeling u van een vooruitgang in het hiernamaals af te houden, welke u spoedig het ware leven zou opleveren dat u allen eens zult bereiken.
Amen
VertalerDaß ihr gewillt seid, euch für Mein von oben euch zugeleitetes Wort einzusetzen, veranlaßt Mich, euch auch darüber ein Wissen zu erschließen, welchen Irrtum ihr bisher vertreten habt. Es ist die Lehre über den Seelenschlaf, die euch ein völlig falsches Bild gibt von der Seele und ihrem Zustand, wenn sie das geistige Reich betritt. Diese Lehre wird begründet mit der Behauptung, daß nirgends in der Schrift von einer unsterblichen Seele gesprochen wird.... die aber widerlegt werden kann mit dem einen Satz: "Wer an Mich glaubt, der wird leben in Ewigkeit...." Und der Schlaf ist ein Bruder des Todes.... also wird ein Schlafender nicht leben, sondern tot sein, er wird in dunkler Nacht dem Zustand des Todes verfallen, also kann von einem Leben in Ewigkeit keine Rede sein. Und schlimm ist es für euch alle, die ihr in diesem Bewußtsein von der Erde scheidet, denn euch fehlt wahrlich jede Kenntnis, und es wird lange dauern, bis ihr zu einem Schimmer von Erkenntnis gelangt. Denn wahrlich, ihr gehet völlig blind von dieser Erde, und ihr werdet drüben nur dann ein wenig Licht bekommen, wenn euer Erdenwandel ein Leben in Liebe gewesen ist. Aber bevor ihr euch nicht von dieser Irrlehre löset, werdet ihr auch nicht wissen, daß ihr gestorben seid, weil ihr euch noch im Zustand des Ichbewußtseins befindet, das für euch auch das Bewußtsein des Weiterlebens ist, nur ihr euch in andere Gegenden versetzt glaubet, aber ewig nicht zur Ruhe kommen werdet.... zu der Ruhe, die für euch der Schlafzustand bedeutet. Und so werdet ihr immer noch leben, aber nicht im Zustand der Seligkeit, sondern in verwirrtem Denken, das entsprechend der Lehre ist, die ihr als Mensch vertreten habt auf Erden. Alles, was aus Mir hervorgegangen ist, bleibt bestehen bis in alle Ewigkeit, aber es kann im Zustand des Todes eingehen in das jenseitige Reich, und diesen Todeszustand wählet ihr alle, die ihr diese Irrlehre verbreitet. Und ihr strebet nicht das Leben an, das euer Los sein soll, wenn ihr das geistige Reich betretet. Denn dann erst beginnt euer Leben, vorausgesetzt, daß ihr ein Leben in Liebe führet und euch von dieser Irrlehre zu trennen vermögt. Denn ob ihr auch glaubet an eine "Auferstehung am jüngsten Tage", wo alle, die in ihren Gräbern ruhen, erweckt werden, so wird dies auch euer Los sein, daß ihr nicht eher zum Leben kommet, bis ihr die Unsinnigkeit dieser Lehre einsehet, und euer Dasein in der jenseitigen Welt wird eben so sein, daß ihr in Untätigkeit, im Zustand des Schlafes, verharret ewige Zeiten hindurch oder ihr euch solange in einer Welt beweget, die ihr immer noch als die Erde ansehet, die ihr schon längst verlassen habt. Gerade ihr Menschen, die ihr diese Irrlehre vertretet, ihr wisset nicht, welchem Ungeist ihr verfallen seid, und ihr werdet ein Übermaß von Liebe aufbringen müssen, auf daß ihr plötzlich erkennet, wie es sich in Wirklichkeit verhält, und ihr könnet von Glück reden, wenn ihr auf Erden einen Fürbitter zurücklasset, der euch hilft, zur rechten Erkenntnis zu kommen. Immer aber ist der Liebegrad entscheidend, daß euch bei eurem Abscheiden von der Erde die Erkenntnis blitzschnell überfällt. Doch weil ihr nicht an die "Unsterblichkeit der Seele" glaubet, glaubet ihr auch nicht an eine Vermittlung aus dem geistigen Reich, die euch Kenntnis geben würde, und das ist euer Nachteil, denn es würde euch Aufschluß gegeben von dem ständigen Aufstieg der Seelen, die in das jenseitige Reich eingehen, und ihr würdet diese Irrlehre ablehnen als satanisch und nur darauf hinzielend, euch von dem jenseitigen Aufstieg zurückzuhalten, der euch bald das rechte Leben eintragen würde, das ihr alle einmal erreichen sollet....
Amen
Vertaler