Ik wil u een zeer belangrijke opheldering doen toekomen, die een licht moet geven aan u, die nog gelooft, dat in Mij ook het kwade is verankerd en dat Ik de wezens dus moet hebben geschapen met alle slechte aandriften en eigenschappen. U, die als mens tegen al deze aandriften hebt te strijden om weer de oertoestand te bereiken, bent zo niet uit Mij voortgekomen, want Ik zou dan een wereld hebben geschapen van geesten, die niet voor Mijn evenbeelden konden worden gehouden. Alles is hoogst volmaakt uit Mij voortgekomen en is ook eindeloos lang in deze volmaaktheid gebleven. Wanneer ze dus Mijn evenbeelden waren, dan moest Ik Zelf volgens uw mening in Mijn Oerwezen alle slechte eigenschappen in Mij hebben. Bijgevolg moest Ik een tweeslachtige god zijn, die tegelijkertijd zowel goed als kwaad heeft geschapen. Maar dan waren de wezens niet schuldig te noemen, omdat ze volgens hun aanleg zich van Mij hadden verwijderd. Maar dan zou ook het verlossingswerk van Jezus Christus niet nodig zijn geweest, want een “zonde” is een vergrijp tegen Mij, dat het wezen echter niet kon begaan, daar het niet anders geschapen was. Dus Ik Zelf zou voor die zogenaamde zonde de aanleiding hebben gegeven.
Wanneer u zich het Volmaaktste Wezen zo voorstelt, dat in Hem alle tegenstellingen verankerd zijn, dan spreekt u zichzelf tegen, want wat volmaakt is moet goed zijn; het kan niet met alle niet goede eigenschappen in verband worden gebracht, omdat het dan niet meer volmaakt is. Maar al het gevallen geestelijke is nu met de oerzonde belast, die het eeuwig alleen niet kan goedmaken. Daaruit kunt u opmaken, hoe ontzaglijk groot en zwaarwegend deze zonde tegen Mij is. En voor deze zonde zou Ik Zelf de aanleiding zijn geweest? Voor een zonde, die een zodanig werk van erbarming vereiste, zoals de Mens Jezus heeft volbracht, Die inzag dat juist terwille van de Gerechtigheid deze zonde eens moest worden goedgemaakt?
Een van de meest zuivere Engelen bood Zich aan voor dit werk van verzoening, in het besef, dat de zonde van de afval van God het grootste vergrijp tegen Zijn Liefde was. En deze zonde zou Ik Zelf in de hand hebben gewerkt, doordat Ik de wezens met “alle tegenstellingen” schiep? Om dan voor deze van Mij uit veroorzaakte zonde deze wezens een zo buitengewoon smartelijke gang door de materie te laten gaan, wat dus weer zou resulteren in een oerslecht wezen, maar niet in de grenzenloze Liefde van een hoogst Volmaakte God en Schepper, Die uw aller Vader wil zijn.
Alles, wat op de zondenval gevolgd is, zult u op rekening van Mijn tegenstander kunnen zetten, die dus zelf de beweegreden is geweest, die alle slechte aandriften in u heeft geplant en dat ook kon op het ogenblik, waarop u zich tegen de uitstraling van Mijn Liefde verzette en dus ook geen kracht meer bezat om weerstand aan hem te bieden. Zolang u deze onjuiste leer nog verdedigt, is Mijn Volmaaktheid voor u nog een zeer onduidelijk begrip. Zolang u nog het ontstaan van het kwade bij Mij zoekt, zolang is het verlossingswerk van Christus voor u nog niet echt begrijpelijk. Want van de oerschuld zult u dan pas kunnen spreken, wanneer u daar volledig verantwoordelijk voor bent en dat zou u niet zijn, wanneer Ik Zelf u zo zou hebben geschapen, dat u de aanleg tot zonde al in u had. Daar u echter belast bent met de oerschuld, waarvan u alleen door Jezus Christus verlost zult kunnen worden, maar u Mij niet van onrechtvaardigheid zult kunnen betichten, zo volgt hier heel duidelijk uit, dat uzelf zich schuldig heeft gemaakt aan de zonde tegen Mij; dat Mijn tegenstander u tot deze zonde heeft aangezet, die u in vrije wil hebt begaan en er daarom ook volledig verantwoordelijk voor bent; dat u dus aan alle kwellingen en leed uit het verleden zelf schuldig bent en Jezus Christus u erbij helpt van deze schuld vrij te worden.
U, die Mij zult willen dienen door het verbreiden van de waarheid, is de scheppingsdaad uitvoerig duidelijk gemaakt, voor zover u in staat bent het te begrijpen. En uit dit alles blijkt, dat de geestenwereld in het allereerste begin in alle volmaaktheid buiten Mij werd geplaatst en dat Ik eeuwigheden lang met het leger der oergeschapen geesten uitermate gelukkig was. Doch Ik was sinds eeuwigheden ook op de hoogte van de vijandschap van Mijn eerste - buiten Mij geplaatste - geest. Ik was op de hoogte van diens tegenstand en van de verwarring, die hij zou aanrichten onder Mijn oergeschapen geesten. Ik was op de hoogte van zijn afval van Mij, maar Ik had hem als Mijn evenbeeld buiten Mij geplaatst, met dezelfde macht en kracht om te scheppen. En Ik heb hem ook niet gehinderd, toen hij deze macht misbruikte en al zijn verkeerde, verdraaide, eigenschappen overdroeg op diegenen, die hem vrijwillig volgden, want Ik liet alle wezens hun vrijheid van wil. En zo ook was de val in de diepte te verklaren, die alleen in vrije wil plaatsvond en daarom zo zwaarwegend was, omdat de wezens zich nog in het licht van inzicht bevonden en zij desondanks alle slechte eigenschappen van Mijn tegenstander hebben aangenomen, die hij in hen heeft gelegd, waarvoor Ik Zelf echter niet verantwoordelijk kan worden gesteld.
Amen
VertalerJe veux vous faire arriver une imposante Explication qui doit vous donner une lumière car vous croyez encore qu’en Moi était ancré le mal et que Je doive avoir créé les êtres avec tous les mauvais instincts et caractéristiques. Vous, qui en tant qu’hommes avez à lutter contre tous ces instincts pour atteindre de nouveau l'état originaire, vous n'êtes pas procédé ainsi de Moi ; parce que J'aurais alors créé un monde d'esprits qui ne pouvaient pas valoir comme Mon Image. Tout est procédé de Moi dans une absolue perfection et est resté infiniment longtemps dans cette perfection. Si donc cela était à Mon Image, alors selon votre opinion J'aurais Moi-même dû avoir dans Mon Être Primaire toutes les mauvaises caractéristiques. Selon ce concept Je devrais être un Dieu hybride qui a créé en même temps le Bien et le mal. Mais alors les êtres ne pourraient pas être considérés comme coupables, parce qu’ils se seraient détachés de Moi selon leur prédisposition, alors l'Œuvre de Salut de Jésus Christ n'aurait pas été nécessaire ; parce qu'un « péché » est une transgression contre Moi que l'être ne pouvait pas commettre puisqu’il n'a pas été créé autrement, donc Moi-même J’aurais donné motif pour ce présumé péché. Si vous imaginez l'Être le plus parfait de sorte qu’en Lui soient ancrés tous les contraires, alors vous vous contredisez vous-mêmes ; parce que ce qui est parfait, doit être bon, et ne peut pas être en contact avec toutes les caractéristiques non bonnes, parce qu'il n'est alors plus parfait. Mais maintenant tout le spirituel mort est coupable du péché originel que lui-même ne peut pas tout seul expier. De cela vous voyez combien immensément grand et lourd est ce péché contre Moi, et de ce péché Moi-même suis supposé en être le motif ? Pour un tel péché qui a demandé une telle Œuvre de Salut, comme l'a accompli l'homme Jésus qui a reconnu que vraiment pour la justice ce péché devait être expié. Un des Êtres Angéliques les plus purs s'est offert pour cette Œuvre d'Expiation dans la reconnaissance que le péché de la chute de Dieu était le plus grand manque envers Son Amour. Et Moi-même Je devrais avoir favorisé ce péché en ayant créé des êtres avec tous les contraires pour leur faire faire ensuite un passage extrêmement déchirant à travers la matière pour ce péché causé par Moi ? Chose qui ferait de nouveau penser à un Être fondamentalement mauvais, mais pas à l'Amour infini d'un Dieu et Créateur d’une sublime Perfection qui veut être le Père de vous tous. Tout ce qui a résulté de la chute du péché, vous pouvez le mettre sur le compte de Mon adversaire, qui donc a été lui-même la cause qu’ont été implantés en vous tous les mauvais instincts et cela a décidé l'instant dans lequel vous vous êtes opposez à Ma Radiation d'Amour et donc où vous ne possédiez même pas la force de lui opposer résistance. Tant que vous répandez cet enseignement erroné, Ma Perfection est pour vous encore un concept très peu clair, tant que vous cherchez encore la formation du Mal en Moi-même l'Œuvre de Salut de Jésus Christ vous est encore entièrement incompréhensible. Mais vous pouvez parler d'une faute originelle seulement lorsque vous en êtes complètement responsable, et vous ne le seriez pas si Moi-même Je vous avais créé ainsi, si vous aviez la prédisposition pour le péché déjà en vous. Mais vu que vous vous êtes chargés de la faute originelle, dont vous pouvez être sauvé seulement à travers Jésus Christ, alors de cela il résulte clairement que le péché contre Moi a été causé par vous-mêmes et que c’est Mon adversaire qui vous a poussé à ce péché, lorsque vous l'avez suivi dans votre libre volonté et donc vous êtes pleinement responsables et vous-mêmes avez donc la faute de toutes vos peines et souffrances du passé mais Jésus Christ vous aide à vous libérer de cette faute. À vous, qui voulez Me servir avec la diffusion de la Vérité, à vous l'Acte de Création a été expliqué largement jusqu'où vous pouvez le saisir. Et de tout cela il résulte que le monde des esprits dès le début a été créé dans toute la perfection et que J'ai été extrêmement heureux pendant l'Éternité avec l'armée des esprits premièrement créés. Mais Je savais aussi depuis l'Éternité l’hostilité de Mon premier esprit extériorisé. Je savais sa résistance et la confusion qu’il créerait parmi Mes esprits initiaux, et Je savais leur chute de Moi. Mais Je l'avais créé à Mon Image avec la même Puissance de Création et la même Force de Création, et Je ne l'ai pas entravé lorsqu’il a abusé de ce Pouvoir et a transmis toutes ses caractéristiques contraires sur ceux qui l'ont suivi volontairement, parce que J'ai laissé à tous les êtres la libre volonté. Et cela explique la chute dans l'abîme qui a eu lieu exclusivement dans la libre volonté et qui était très grave parce que les êtres se trouvaient encore dans la lumière de la connaissance et ils ont accueilli toutes les mauvaise caractéristiques de Mon adversaire qui se sont introduites en eux, mais de cela Moi-même Je ne peux pas être rendu responsable.
Amen
Vertaler