• Terug

Het lichtrijk binnengaan zonder Jezus Christus?

De liefde van uw Vader voor Zijn kinderen is onbegrensd.

En deze liefde zal u ook de verzoeken inwilligen die u Mij voorlegt, omdat ze u gelukkig wil maken. U moet steeds alleen vragen en Ik zal u antwoorden. En is het niet mogelijk u rechtstreeks toe te spreken, dan verkrijgt u antwoord door mijn boden die Mij als werktuig dienen en die Ik te allen tijde kan toespreken wanneer ze Mij horen willen. En zo zult u ook opheldering moeten krijgen wanneer de vraag u bezighoudt, of een mens zonder de erkenning van Jezus Christus het lichtrijk binnen kan gaan, wanneer zijn levenswandel met voortdurende inachtneming van mijn geboden van de liefde is geleid. Daar Ik zelf me in de mens Jezus heb belichaamd en dus in Hem het verlossingswerk volbracht, is deze erkenning van Jezus absoluut noodzakelijk, omdat daardoor ook de erkenning van Mij zelf volgt die u Mij eens ontzegde, waardoor u dus afvallig van Mij werd. Wanneer nu een mens in de liefde leeft, dan is hij door de liefde ook met Mij verbonden. Hij zal dus een God en Schepper erkennen en ook in zijn gedachten de verbinding met Hem tot stand brengen. Hij zal in Mij geloven, omdat zijn levenswandel, zijn leven in liefde, in hem een levend geloof heeft opgewekt, dat hem bewust naar volmaaktheid zal doen streven, naar een vaste band met Mij.

En toch is hij nog met de oerzonde belast, die ter wille van de rechtvaardigheid eerst goedgemaakt moet worden, om weer in het lichtrijk opgenomen te kunnen worden. Is de mens hiervan op de hoogte en weet hij dat de mens Jezus met Zijn kruisdood de schuld voor hem heeft goedgemaakt, dan zal zijn leven in liefde hem ook de betekenis van het verlossingswerk doen inzien en hij zal zelf de weg gaan naar het kruis om van zijn oer-schuld vrij te worden. En dan zijn voor hem ook de poorten naar het lichtrijk geopend. Is de oer-schuld nog niet tenietgedaan, waartoe het bewuste verzoek om vergeving van de schuld behoort, dan kan ook de geest in de mens niet worden gewekt, die hem het helderste inzicht geeft.

Want de geestelijke duisternis bestaat nog, die het gevolg was van de afval van weleer van God.

Want de geest in hem ontsteekt hem een helder licht over de missie van de mens Jezus en over Zijn eenwording met Mij. De opwekking van de geest is weliswaar steeds de uitwerking van een leven in liefde, maar die wordt verhinderd door de mens zelf die zich niet probeert vrij te maken van de door de tegenstander over hem gespreide duisternis, omdat hij niet verlangt naar de absolute waarheid.

De geest in de mens dwingt niet om het denken te veranderen. En het denken is zo lang nog door de tegenstander beïnvloed, als de mens nog niet verlost is door Jezus Christus, omdat de macht van de tegenstander over diens ziel nog niet is gebroken. Maar nooit kunnen zulke mensen verloren gaan, omdat ze door hun aan God welgevallige levenswandel innerlijk voor Mij uitkomen, in welke vorm en onder welke naam Ik ook voor hen ben voor te stellen.

En gaan ze nu binnen in het rijk hierna, dan ga Ik zelf hen in Jezus tegemoet.

Er vindt een geweldige verandering in hen plaats, omdat Ik nu hun geest vrijheid geef, omdat mijn tegenstander niet meer bij hem binnen kan komen, ofschoon hij zich nog niet in het rijk van het licht bevindt.

Maar nu ziet hij zijn schuld in. Zijn verkeerd denken en de vraag om vergiffenis is zijn diepste innerlijke behoefte die hem ook wordt verleend met het oog op zijn levenswandel en goede wil.

Want elke weerstand is in zo’n ziel gebroken. De liefde dringt op Mij aan als de eeuwige Liefde en helder en duidelijk ligt voor die zielen het onmetelijke werk van liefde en erbarmen van Jezus Christus die ze nu als hun God en Vader van eeuwigheid erkennen. En ook hun oer-schuld is nu in het zand geschreven, zodat nu de toegang voor hen naar het lichtrijk is geopend, wat zonder de erkenning van Jezus en Zijn verlossingswerk niet mogelijk zou zijn.

Want Hij en Ik zijn één. En Jezus Christus moet worden erkend, waardoor ook de erkenning van Mij zelf bewezen wordt.

Amen

Eingang in das Lichtreich ohne Jesus Christus?....

Die Liebe eures Vaters zu Seinen Kindern ist unbegrenzt.... Und diese Liebe wird euch auch die Bitten gewähren, die ihr Mir vortraget, weil sie euch beglücken will. Ihr sollt immer nur fragen und Ich will euch antworten. Und ist es nicht möglich, euch direkt anzusprechen, so erhaltet ihr Antwort durch Meine Boten, die Mir als Werkzeug dienen und die Ich ansprechen kann jederzeit, wenn sie Mich hören wollen. Und so sollet ihr auch Aufschluß erhalten, wenn euch die Frage bewegt, ob ein Mensch ohne die Anerkennung Jesu Christi in das Lichtreich eingehen kann, wenn sein Lebenswandel unter ständiger Beachtung Meiner Liebegebote geführt worden ist. Da Ich Selbst Mich im Menschen Jesus verkörpert habe und also in Ihm das Erlösungswerk vollbrachte, so ist diese Anerkennung Jesu unerläßlich, weil dadurch auch die Anerkennung Meiner Selbst erfolgt, die ihr einstens Mir versagtet und also Mir abtrünnig wurdet. Wenn ein Mensch nun in der Liebe lebt, dann ist er durch die Liebe auch mit Mir verbunden.... er wird also einen Gott und Schöpfer anerkennen und auch die Verbindung mit Ihm herstellen in seinen Gedanken.... er wird an Mich glauben, weil sein Lebenswandel, sein Liebeleben, ihm einen lebendigen Glauben erweckt hat, der ihn bewußt streben lässet nach Vollendung, nach ständiger Bindung mit Mir.... Und dennoch ist er noch mit der Ursünde belastet, die um der Gerechtigkeit willen erst gesühnt werden muß, um wieder in das Lichtreich aufgenommen werden zu können. Weiß der Mensch darum und weiß er es, daß der Mensch Jesus mit Seinem Kreuzestod die Schuld für ihn gesühnt hat, dann wird sein Liebeleben ihn auch die Bedeutung des Erlösungswerkes erkennen lassen, und er wird selbst den Weg nehmen zum Kreuz, um seiner Urschuld ledig zu werden. Und dann sind ihm auch die Pforten in das Lichtreich geöffnet. Ist die Urschuld noch nicht getilgt.... wozu die bewußte Bitte um Vergebung der Schuld gehört.... so kann auch der Geist im Menschen nicht geweckt werden, der ihm hellste Erkenntnis gibt.... Denn es besteht die geistige Finsternis noch, die Folge war des einstigen Abfalles von Gott.... Denn der Geist in ihm zündet ihm ein helles Licht an über die Mission des Menschen Jesus und über Seine Einswerdung mit Mir. Die Erweckung des Geistes ist zwar immer die Auswirkung eines Liebelebens, doch sie wird verhindert vom Menschen selbst, der sich nicht frei zu machen sucht von der vom Gegner über ihn verhängten Finsternis.... weil er nicht nach der alleinigen Wahrheit verlangt.... Der Geist im Menschen zwingt nicht zur Änderung des Denkens, und das Denken ist so lange noch vom Gegner beeinflußt, wie der Mensch noch nicht erlöst ist durch Jesus Christus.... weil die Macht des Gegners über dessen Seele noch nicht gebrochen ist. Doch niemals können solche Menschen verlorengehen, weil sie durch ihren Gott-gefälligen Lebenswandel sich innerlich zu Mir bekennen, in welcher Form und unter welchem Namen Ich ihnen auch vorstellbar bin.... Und gehen sie nun in das jenseitige Reich ein, so trete Ich Selbst ihnen in Jesus entgegen.... Es geht eine gewaltige Wandlung in ihnen vor, weil Ich nun ihrem Geist Freiheit gebe, weil Mein Gegner keinen Zutritt mehr hat zu ihm, wenngleich er sich noch nicht im Reiche des Lichtes befindet.... Aber er erkennt nun seine Schuld, sein falsches Denken, und die Bitte um Vergebung ist tiefstes inneres Bedürfnis, die ihm auch gewährt wird angesichts seines Lebenswandels und guten Willens.... Denn jeglicher Widerstand ist in einer solchen Seele gebrochen, die Liebe drängt Mir als der Ewigen Liebe entgegen, und hell und klar liegt vor jenen Seelen das unermeßliche Liebe- und Erbarmungswerk Jesu Christi, Den sie nun als ihren Gott und Vater von Ewigkeit erkennen und auch ihre Urschuld nun in den Sand geschrieben ist, daß nun für sie der Eingang in das Lichtreich geöffnet ist, was ohne die Anerkennung Jesu und Seines Erlösungswerkes nicht möglich wäre.... Denn Er und Ich sind eins, und Jesus Christus muß anerkannt werden, wodurch auch die Anerkennung Meiner Selbst unter Beweis gestellt wird....

Amen