U hebt eens uw goddelijkheid opgegeven, u hebt uw oerwezen in het tegenovergestelde veranderd. U was geen wezens meer van het licht maar van de duisternis, want u was zonder enige liefde omdat u Mijn Liefde afwees die u met stralen wilde doordringen en gelukkig maken tot in alle eeuwigheid.
En in deze niet-goddelijke staat, in dit wezen dat zich geheel tegen MIJ verzette, was u verre van MIJ. U was in uw wezen totaal veranderd en kon daarom niet meer in Mijn nabijheid zijn, omdat u zou zijn vergaan in Mijn Liefdelicht van eeuwigheid dat u geheel verteerd zou hebben.
IK wilde echter niet de vernietiging van datgene wat uit Mijn Liefdekracht was voortgekomen. IK wilde alleen zijn terugkeer naar MIJ, wat echter noodzakelijk maakte dat er een wezensverandering plaatsvond die de afstand tot MIJ verkleinde, tot uiteindelijk de afstand volledig was opgeheven, doordat het wezen zijn oertoestand had aangenomen, tot het weer geheel tot liefde geworden was en Mijn Liefde het nu weer zoals eens kon doorstralen.
Maar deze verandering tot liefde vroeg van MIJ een werk van Barmhartigheid en van Liefde. IK moest in u een Vonkje van Mijn eeuwige Liefde leggen omdat u totaal zonder enige liefde was en daarom ook niet in staat zou zijn geweest, uzelf en uw wezen te veranderen. Uw vroegere weerstand tegen MIJ was door een heel erg lang en smartelijk proces om u terug te voeren bijna gebroken, maar u kwam dan in een toestand waarin u weer de vrije wil gegeven werd die voordien gebonden was.
En in deze staat van vrije wil - als mens - moest nu de ommekeer tot liefde plaats vinden, wat echter geheel onmogelijk geweest zou zijn als er niet een vonkje Liefde in u sluimerde, dat IK als genadegeschenk in het hart van ieder mens legde, en dat hem weer kenmerkt als een goddelijk schepsel, zodra hij deze Liefdevonk vrijwillig in zich ontsteekt en het laat ontvlammen tot een heldere gloed. Dit werk moet de mens zelf volbrengen. Maar hij kan dat ook, juist omdat de goddelijke Liefdevonk in hem sluimert.
Deze Liefdevonk is een deel van GOD, hij is een vonkje van Mijn eeuwige Liefdegeest, die onscheidbaar met MIJ verbonden is, die onophoudelijk aandringt terug te keren naar de Vadergeest van eeuwigheid, die echter de mens de volle vrijheid laat of hij aan dit aandringen toegeeft of het vonkje in zich verstikt door zijn wezen dat tegengesteld is aan het goddelijke, door zijn verbinding met Mijn tegenstander welke hij niet bereid is op te geven.
U allen bent in staat lief te hebben, of u hiertoe echter bereid bent wordt aan uzelf overgelaten. En al heeft de geestvonk in u als Mijn aandeel overgrote kracht, toch wordt u door hem niet gedwongen uw wezen te veranderen, het wordt u alleen gemakkelijk gemaakt. Het is geen onmogelijkheid dat deze verandering van uw wezen tot liefde in dit korte aardse leven geheel en al kan plaatsvinden.
De verbinding met MIJ is er, ze moet alleen door uzelf worden nagestreefd opdat u ook haar werking bespeurt, opdat Mijn Liefde weer in u kan binnenstralen. De verbinding van de geestvonk in u met de Vadergeest van eeuwigheid moet weer tot stand worden gebracht en onherroepelijk vindt dan de verandering van uw wezen plaats die u weer tot de meest zalige wezens maakt, die u was in het allereerste begin.
Maar u zou reddeloos verloren zijn als u deze Geestvonk, die Mijn aandeel is,niet in u had. U kunt liefhebben en bent in staat liefde te ervaren en uit te stralen, u bent niet geheel zonder enige liefde als u zich niet verweert tegen deze liefdegeest in u, als u niet zelf op Mijn tegenstander aandringt die u steeds wil verhinderen in liefde te werken, die u echter niet kan tegenhouden als u zelf het licht in u ontsteekt - als u let op de zachte duidelijke stem in u en aan haar gehoor geeft, die u steeds zal aansporen tot daden van liefde.
Mijn Geestvonk is waarlijk machtig en vol van kracht, want hij is een deel van MIJ. De zwakste wil die zich tot MIJ keert, geeft hij kracht en Mijn tegenstander kan hem dat niet verhinderen want hij kan niet strijden tegen MIJ zelf, DIE toch in u ben maar u niet dwing als u uit vrije wil MIJ weerstand biedt.
Deze goddelijke Geestvonk geeft als deel van MIJ ook de zekerheid dat u zich kan veranderen, want hij is kracht uit MIJ,die u tot alles wat u ernstig nastreeft in staat stelt. En opdat u deze wil kunt opbrengen, hebt u steeds de hulp van de goddelijke Verlosser JEZUS CHRISTUS ter beschikking, DIE alleen maar erkend en om versterking van uw wil gevraagd wil worden - want HIJ en IK zijn Een.
MIJ heeft u eens afgewezen. U wilde MIJ niet erkennen als uw GOD en Schepper en u volgde hem, die u in de diepte trok. En deze zal u zo lang in zijn macht houden tot u MIJZELF aanroept om hulp - en in JEZUS CHRISTUS dus MIJZELF herkent en erkent. Dan is waarlijk de macht van de tegenstander gebroken als u hem met Mijn Naam confronteert. Uw wil zal versterking ervaren en uw verlangen naar de vereniging met MIJ zal steeds sterker worden.
De Geestvonk in u streeft ernstig naar de verbinding met de Vadergeest van eeuwigheid. U geeft toe aan de innerlijke drang en wordt aangespoord tot het doen van liefdedaden, omdat IKZELF u nu weer met Mijn Liefde kan doorstralen. Uw wezen zal dan weer de hoedanigheid aannemen die lijkt op Mijn Oerwezen. Het vormt zich om tot liefde en verenigt zich nu onafscheidelijk met MIJ en u zult MIJ nu eeuwig niet meer verlaten. Het kind is tot de VADER teruggekeerd van WIE het eens is weggegaan.
Amen
VertalerTinhas renunciado uma vez à tua divindade, tinhas transformado a tua natureza original no oposto, já não eras seres de luz mas seres de escuridão, pois eras desprovido de todo o amor porque rejeitavas o Meu amor que queria irradiar através de ti e fazer-te feliz para toda a eternidade.... E nesta impiedade, nesta natureza completamente contrária, estavas longe de Mim, tinhas pervertido completamente a tua natureza e assim já não podias estar perto de Mim porque então terias falecido na Minha luz de amor da eternidade que te teria consumido completamente.... Mas não queria a morte daquilo que tinha surgido da Minha força de amor, apenas queria o seu regresso a Mim, o que, no entanto, exigia uma mudança de ser que reduzisse a distância de Mim até que finalmente a distância fosse completamente abolida pelo ser ter assumido novamente o seu estado original.... até se ter tornado completamente amor novamente e o Meu amor podia agora irradiar através dele novamente como outrora o tinha.... Mas esta transformação em amor exigiu uma obra de misericórdia e amor de Mim: tive de colocar em vós uma faísca do Meu amor eterno porque fostes completamente desprovidos de todo o amor e, por isso, também não tínheis sido capazes de mudar a vós próprios e a vossa natureza.... A sua anterior resistência contra Mim quase tinha sido quebrada através de um processo de regresso extremamente longo e doloroso, no entanto, entrou então num estado em que lhe foi novamente dado livre-arbítrio, o qual tinha sido anteriormente vinculado.... E, neste estado de livre vontade.... como ser humano.... a mudança de volta ao amor deveria agora ter lugar, o que, no entanto, teria sido completamente impossível se uma centelha de amor não tivesse adormecido em ti, que coloco como um presente de graça no coração de cada ser humano e que o marca como uma criatura divina novamente, assim que ele acende a centelha de amor em si mesmo em livre arbítrio e a deixa arder em brasas brilhantes.... O próprio homem deve realizar este trabalho. Mas também o pode fazer precisamente porque a centelha divina do amor adormece dentro dele. E esta centelha de amor é uma parte divina, é uma pequena centelha do Meu eterno espírito de amor que está inseparavelmente unido a Mim, o qual também se afasta constantemente para o eterno Pai-Espírito, mas que deixa o ser humano completamente livre sobre se cede ao impulso ou abafa a pequena centelha dentro de si mesmo através de uma natureza divina adversa, através do seu vínculo com o Meu adversário, ao qual não está disposto a renunciar. São todos capazes de amar, mas se estão dispostos, depende de vocês.... E mesmo que a centelha espiritual em ti como Minha parte tenha uma força esmagadora, não serás forçado por ela a mudar a tua natureza, mas será facilitado para ti, não é impossível que esta mudança da tua natureza em amor possa ter lugar completamente na tua curta vida terrestre.... A ligação comigo está lá, só tendes de lutar por ela para que também sintam o seu efeito, para que o Meu amor possa irradiar para vós novamente.... A ligação entre a centelha espiritual em vós e o eterno Pai-Espírito tem de ser estabelecida, e então a mudança de ser terá lugar irrevogavelmente, o que vos tornará novamente nos seres mais bem-aventurados, que éreis no início. Mas estaria irremediavelmente perdido se não tivesse esta centelha espiritual dentro de si, que é a Minha parte.... Pode amar, tem a capacidade de sentir e irradiar amor.... não sois completamente desprovidos de todo o amor se não resistirdes a este espírito de amor dentro de vós próprios, se não empurrardes para o Meu adversário, que vos impedirá sempre de trabalhar com amor mas que não pode impedir-vos se acenderdes a luz dentro de vós próprios, se prestardes atenção e obedecerdes à voz subtil dentro de vós, que vos estimulará sempre a trabalhar com amor. Pois a Minha centelha espiritual é verdadeiramente poderosa e cheia de força, pois é a Minha parte.... Fortalece a mais leve vontade voltada para ele, e o Meu adversário não pode impedi-lo, pois não pode ir contra Mim mesmo, Quem está em vós afinal.... só não o forçar se Me resistir em livre arbítrio. E esta centelha espiritual divina, como a Minha parte, é também a garantia de que pode mudar, pois é a força de Mim que lhe permite fazer tudo aquilo por que se esforça seriamente. E para que possa reunir esta vontade séria terá sempre a ajuda do divino Redentor, que só quer ser reconhecido e abordado para reforçar a vontade.... Porque Ele e eu somos um; uma vez Me rejeitaste, não me quiseste reconhecer como teu Deus e Criador, e seguiste Aquele que te atraiu para o abismo.... E Ele manter-vos-á em seu poder até que Me peçais ajuda e assim Me reconheçais e reconheçais em Jesus Cristo.... E, na verdade, o poder do adversário é quebrado quando se lhe opõem com o Meu nome; a vossa vontade será reforçada e o vosso desejo de união comigo tornar-se-á cada vez mais forte.... A centelha espiritual em ti luta seriamente pela união com o Pai-Espírito da eternidade, tu cedes ao impulso interior e és impelido a uma actividade amorosa porque Eu próprio posso agora irradiar-te novamente com o Meu amor.... E o seu ser assume novamente a natureza que se assemelha ao meu ser original.... Transforma-se em amor e agora une-se inseparavelmente a Mim, e agora nunca mais Me deixareis; o filho voltou ao Pai de Quem em tempos teve origem...._>Ámen
Vertaler