De belevenis van Pinksteren die mijn discipelen hadden, kan zich bij u allen herhalen. Want aan allen heb Ik mijn geest beloofd met de woorden: "Ik wil u de trooster zenden, de geest der waarheid". Het was niet slechts een eenmalige belevenis die alleen mijn leerlingen was toebedacht. Veeleer stroomt mijn geest steeds weer op de mensen over die zich het innigst met Mij verbinden en om de kracht van mijn geest vragen. En ieder kan dus de kracht van de geest ook in zichzelf gewaarworden, doordat hij verlicht wordt in zijn denken. Doordat hem begrijpelijk wordt wat hem tevoren onbegrijpelijk was.
Want mijn geest schenkt helderheid en licht, omdat hij de rechtstreekse uitstraling is van Mij, het Licht van eeuwigheid. Het uitgieten van de geest over mijn discipelen is dus niet iets eenmaligs geweest, maar het was de eerste keer dat dit gebeuren plaatsvond, omdat het voor mijn kruisdood niet mogelijk was dat mijn geest een mens vervulde die nog geen verlossing had gevonden door het bloed van Jezus Christus.
Zolang de mensen nog met de oer-schuld waren belast, kon deze innige band met Mij niet plaatsvinden. De schuld van het zich van Mij afkeren door de wezens stond nog tussen de mens en mij in en het was niet mogelijk dat mijn geest naar binnen kon stralen in een met schuld belaste ziel. Toen dan het verlossingswerk was volbracht, was ook de weg die terugvoert naar Mij voor ieder mens vrij.
En nu was het ook mogelijk dat de ziel zich door de liefde zo kon vormen, dat de opwekking van de geest tot leven plaatsvond. Dat de geestvonk in de mens op de geest van de Vader van eeuwigheid aanstuurde en een innige band van de mens met Mij het overstromen van mijn kracht mogelijk maakte. Dat mijn geest diens ziel vervulde en in hem een helder licht ontstak. Dat de mens nu van binnen uit onderricht werd in alle waarheid. Dat de goddelijke vermogens die in hem sluimerden of overschaduwd waren door zijn vroegere zondeval, weer tevoorschijn kwamen. Dat al deze vermogens buitengewoon sterk naar voren kwamen en de vereniging met Mij bewezen. Dat ze dus nu ook het goddelijke wezen bewezen van degene die de vereniging met Mij had voltrokken.
De leerlingen konden nu dus spreken, want ze waren vervuld van de geest. Ze konden wonderen verrichten, zieken genezen en ook een blik werpen in het geestelijke rijk.
Ze waren nu echte verkondigers van mijn evangelie, want ze herkenden in zichzelf de waarheid. Ze werden door mijn geest geleid en aangespoord te spreken volgens mijn wil. Ze waren van de kracht van de geest vervuld, zoals Ik het hun tevoren had beloofd, dat Ik bij de mijnen zal blijven tot aan het einde van de wereld.
En deze belofte gold niet alleen mijn leerlingen, maar alle mensen, wat al uit deze belofte zelf was op te maken.
Steeds wilde Ik de mensen gelukkig maken. Steeds wilde Ik mijn geest uitgieten. Steeds de mensen de waarheid doen toekomen, wat alleen door mijn geest mogelijk was.
Maar hoe weinig is mijn woord begrepen. Hoe weinig wordt er op deze belofte acht geslagen en daarom ook niet het uitgieten van de geest nagestreefd, ofschoon u allen dat zou kunnen beleven.
Maar Ik heb er ook een voorwaarde aan verbonden: dat u in Mij zult geloven en mijn geboden zult houden, want het uitgieten van de geest is gelijk aan een rechtstreekse openbaring. En Ik kan Me alleen openbaren aan degene die in de liefde leeft. Die dus door de liefde de geest in zich tot leven wekt.
Begrijp, dat mijn geest u vertrouwd maakt met alle waarheid. Dat Ik zelf als de eeuwige Waarheid, Mij zal openbaren. Dat Ik u een weten doe toekomen, dat Ik u van binnenuit onderricht.
En zo heb Ik ook mijn leerlingen onderricht. Ik gaf hun het vermogen alles te doorzien wat Ik hun tevoren had voorgehouden, en dan ook naar dit inzicht Mij zelf en mijn verlossingswerk aan de medemensen te verkondigen. Want ze moesten op de hoogte worden gebracht van mijn wil en van de reden van hun ellendige toestand, evenals van het doel dat hun van Mij uit voor hun aards bestaan was gesteld. Ze moesten dus zelf van alles op de hoogte zijn om nu naar waarheid ook de medemensen te onderrichten.
En zo vervul Ik ook nu weer mijn leerlingen van de geest en zend Ik ze opnieuw uit in de wereld, omdat ook nu de mensen weer mijn wil moeten kennen, evenals alles wat voor hen ligt.
Het evangelie van de liefde moet hun opnieuw worden verkondigd door mijn dienaren, over welke Ik mijn geest zal uitgieten, opdat ze hun ambt kunnen uitoefenen dat Ik zelf hun heb toegewezen.
Want het is de tijd van het einde en de mensen moeten de waarheid weten, die alleen Ik zelf hun kan geven door mijn geest, die diegenen vervult die bereid zijn Mij te dienen en die Ik opnieuw zal uitzenden in de wereld, voordat het einde is gekomen.
Amen
VertalerL'expérience de Pentecôte qu’ont eue Mes disciples, peut se répéter pour vous tous, parce que J’ai promis à tous Mon Esprit avec les Paroles: « Je veux vous envoyer le Consolateur, l'Esprit de Vérité….» Cela n'a pas été une expérience unique destinée seulement à Mes disciples, mais Mon Esprit coule toujours de nouveau sur les hommes qui s'unissent intimement avec Moi et demandent la Force de Mon Esprit. Et chacun peut donc aussi sentir en lui la Force de l'Esprit, lorsqu’il est éclairé dans ses pensées, lorsqu'il lui devient compréhensible ce qui d'abord était incompréhensible. Parce que Mon Esprit offre la Clarté et la Lumière, parce qu'il est Mon Rayonnement direct, parce que Je Suis la Lumière de l'Éternité. L'Effusion de l'Esprit sur Mes disciples n'a pas été une expérience unique, c’était la première fois que ce processus a eu lieu, parce qu'avant Ma mort sur la Croix il n'était pas possible que Mon Esprit remplisse un homme qui n'avait pas encore trouvé la Libération par le Sang de Jésus Christ. Tant que les hommes étaient encore chargés de la faute primordiale, cet intime lien avec Moi ne pouvait pas se dérouler ; la faute de l'éloignement des êtres de Moi était encore entre les hommes et Moi, et il n'était pas possible que Mon Esprit puisse rayonner dans une âme chargée de faute. Lorsqu’ensuite l'Œuvre de Libération a été accomplie, la voie du retour à Moi était libre pour chaque homme. Et maintenant il était aussi possible que l'âme puisse se former par l'amour de sorte que se déroule le réveil de l'esprit à la Vie, que l’étincelle spirituelle dans l'homme tende à l'Esprit du Père de l'Éternité et qu'elle procure un intime lien entre l'homme et Moi du fait de l’afflux de Ma Force, de sorte que Mon Esprit remplisse son âme et allume en lui une claire Lumière, afin que maintenant l'homme soit instruit de l’intérieur en toute Vérité, que les facultés divines qui somnolaient en lui ou bien étaient enterrées à travers sa propre chute dans le péché d’autrefois, pouvaient de nouveau se manifester, de sorte que ces facultés se mettent en évidence d’une manière inhabituellement forte et montrent l'union avec Moi, et maintenant elles montrent aussi la nature divine de celui qui a déroulé l'unification avec Moi. Les disciples pouvaient donc maintenant parler, parce qu'ils étaient remplis de l'Esprit ; ils pouvaient faire des Miracles, guérir les malades et même donner un regard dans le Règne spirituel. Maintenant ils étaient d’authentiques annonceurs de Mon Évangile, parce qu'ils reconnaissaient en eux la Vérité, ils étaient guidés par Mon Esprit et poussés à parler selon Ma Volonté. Ils étaient remplis de la Force de l'Esprit, comme Je le leur avais promis auparavant, lorsque que Je leur avais dit que Je resterai avec les Miens jusqu'à la fin du monde. Et cette Promesse ne valait pas seulement pour Mes disciples, mais pour tous les hommes, chose qui résultait déjà de la Promesse même. Je voulais toujours rendre heureux les hommes, Je voulais toujours répandre Mon Esprit, Je voulais toujours guider la Vérité aux hommes, chose qui était possible seulement à travers Mon Esprit. Mais combien peu a été comprise Ma Parole, combien peu s'occupent à cette Promesse et donc ne tendent pas à l'Effusion de l'Esprit, bien que vous tous pourriez l'expérimenter. Mais à cela J’ai attaché une condition : c’est que vous croyiez en Moi et observiez Mes Commandements, parce que « l'Effusion de l'Esprit » est égale à une « Révélation » directe. Et Je peux Me révéler seulement à celui qui vit dans l'amour, qui donc à travers l'amour réveille à la Vie l'esprit en lui. Comprenez que Mon Esprit vous guide dans toute la Vérité, que Moi-même Je Me révèle comme l'Éternelle Vérité, que Je vous guide un savoir, que Je vous instruis de l'intérieur. Et ainsi aussi J’ai instruit Mes disciples, Je leur ai donné la faculté de reconnaître tout ce que Je leur avais soumis déjà auparavant, et ensuite, selon cette connaissance, M’annoncer aussi Moi-Même et Mon Œuvre de Libération au prochain, parce qu'ils devaient savoir Ma Volonté et la cause de leur malheur comme aussi du but que J’avais imposé pour leur vie terrestre. Eux-mêmes devaient savoir tout, pour instruire leur prochain selon la Vérité. Et ainsi Je remplis encore aujourd'hui de nouveau Mes disciples avec Mon Esprit et Je les envoie de nouveau dehors dans le monde, parce qu'aussi maintenant les hommes doivent de nouveau savoir Ma Volonté et tout ce qui les attend. À eux il doit être à nouveau annoncé l'Évangile de l'amour par Mes domestiques sur lesquels Je répands Mon Esprit, pour qu'ils puissent dérouler leur fonction que Moi-même leur ai assignée. Parce que c’est le temps de la fin et les hommes doivent connaître la Vérité, que seulement Moi-même Je peux leur donner par Mon Esprit qui remplit ceux qui sont prêts à Me servir, et que J’envoie de nouveau dans le monde avant que la fin soit arrivée.
Amen
Vertaler