Vergelijk Kundgabe met vertaling

Meer vertalingen:

De ziel zal oogsten wat zij gezaaid heeft

U mag u niet aan de bedrieglijke gedachten overgeven dat u voor uzelf schatten kunt verzamelen voor uw aardse leven, want u zult deze weer veel sneller verliezen dan u ze verworven hebt. IK waarschuw u er voor om naar aardse goederen te streven en uw hart daaraan te hechten, want IK bewijs u steeds weer hoe vergankelijk alles is wat aan de wereld toebehoort.

Hoeveel tijd en moeite hebt u er niet voor over om de schatten van de wereld te verzamelen; en hoe zelden denkt u eraan dat u ze niet behouden kunt en ze weer terug moet geven. Dat ze u ook op een andere wijze afgenomen kunnen worden wanneer dat volgens Mijn Wil is.

U kijkt alleen maar naar wereldse zaken die toch vergankelijk zijn, naar het onvergankelijke ziet u echter niet, u zorgt alleen maar voor het lichaam zonder aan uw ziel te denken. Daarom gebruikt u uw levenskracht verkeerd, want u gebruikt ze alleen voor uw lichamelijk welzijn en u bereidt uw ziel zonder bezwaar een onzalig lot in de eeuwigheid. U geeft uw ziel gedurende het aardse leven niet wat alleen nodig is voor haar volmaaktheid, u laat uw ziel gebrek lijden en bedeelt het lichaam overmatig zonder er ooit nut van te hebben.

Maar uw aardse leven kan van de ene op de andere dag beëindigd zijn, dan komt u arm en leeg aan in het rijk hierna en u moet dan grote ellende lijden. U moet daar eens over nadenken dat u uw eigen leven niet in de hand hebt, en dat het leven op de aarde voor u ook van korte duur kan zijn. Dat de dood elke dag kan komen zonder dat u hem kunt afwenden.

U zou dus aan het "hierna" moeten denken, maar u gelooft dat het met u afgelopen is op het moment van uw dood. U gelooft niet aan een voortleven van uw ziel en dat dit leven (na de dood) dan gelijk zal zijn aan uw leven op aarde, echter in overeenstemming met uw aardse levenswandel en uw bezorgdheid om het heil van uw ziel. En dat ongeloof is ook de reden dat u elke dag gedachteloos voorbij laat gaan, dat u uzelf niet eenmaal afvraagt wat het doel en de zin van uw aardse bestaan is. U bent tevreden wanneer u zich aardse zaken verschaft waar u genoegen aan beleeft, wanneer u uw lichaam vertroetelt en veel goederen verzamelt voor de toekomst. Maar u weet niet eens of u nog wel een toekomst hebt.

Maar iedereen weet dat hij eens moet sterven, en dat weten moest u toch bewust het aardse leven doen benutten. Dat gebeurt echter niet omdat het geloof u ontbreekt; het geloof in een GOD en Schepper, DIE eenmaal verantwoording zal vragen over uw aardse leven. En omdat u niet gelooft bent u onverschillig, terwijl het uur van verantwoording komt - daar kunt u allen zeker van zijn. Uw berouw zal eens bitter zijn wanneer u in de grootste armoede van geest verschijnt in het rijk hierna en dan tot het besef komt, wat u verzuimd hebt op aarde door eigen schuld.

Want het is een onverdiende genade dat u zich op aarde mocht belichamen; en deze genade niet benut te hebben, zal uw ziel eens bitter berouwen omdat zij nooit meer goed kan maken wat zij verzuimd heeft. Ofschoon zij in het rijk hierna ook nog wel geholpen zal worden uit de diepte omhoog te klimmen, maar onder veel moeilijker omstandigheden dan dit op aarde mogelijk is of was.

U mag dus niet zo gedachtenloos verder leven, want voor ieder mens komt het uur waarin hij het aardse lichaam verlaten moet en de ziel het geestelijke rijk binnentreedt. Dat uur kan grote zaligheid en vreugde brengen of ook grote ellende en duisternis, maar steeds zoals de mens het zelf gewild heeft.

Hij zal oogsten wat hij gezaaid heeft. Hij zal binnenkomen in het rijk van licht en zaligheid, of het rijk van de duisternis zal hem opnemen en niet eerder vrij geven dan dat de ziel haar instelling verandert om met liefdevolle ondersteuning de weg naar omhoog te gaan.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Gerard F. Kotte

Die Seele wird ernten, was sie gesät hat....

Ihr sollt euch keinen trügerischen Gedanken hingeben, daß ihr euch Schätze sammeln könnt für euer irdisches Leben, denn diese werdet ihr wieder verlieren schneller, als ihr sie euch erworben habt. Ich warne euch davor, nach irdischen Gütern zu trachten und euer Herz daran zu hängen, und Ich zeige euch immer wieder, wie vergänglich das ist, was der Welt angehört. Wieviel Zeit und Mühe lasset ihr es euch kosten, wenn es gilt, die Schätze der Welt zu sammeln, und wie selten nur denket ihr daran, daß sie euch nicht erhalten bleiben, daß ihr sie hergeben müsset, wenn ihr von der Erde scheidet, daß sie aber euch auch anderweitig genommen werden können, wenn dies Mein Wille ist. Ihr achtet nur dessen, was der Welt angehört und was doch vergänglich ist; des Unvergänglichen aber achtet ihr nicht.... ihr sorget nur für den Körper und gedenket nicht eurer Seele.... Und ihr nützet so eure Lebenskraft verkehrt, ihr nützet sie nur für euer körperliches Wohlbehagen, aber der Seele bereitet ihr bedenkenlos ein unseliges Los in der Ewigkeit, denn ihr gebet ihr nicht während des Erdenlebens, was allein ihr dienet zur Vollendung, ihr lasset sie darben, während ihr den Körper übermäßig bedenket, ohne jemals davon einen Nutzen zu haben. Denn auch euer irdisches Leben kann von einem Tag zum anderen beendet sein, und dann geht ihr arm und leer ein in das jenseitige Reich und müsset große Qualen leiden. Ihr sollet einmal nachdenken, daß ihr selbst euer Leben nicht in der Hand habt, daß euer Leben auf Erden nur kurz bemessen sein kann und daß der Tod jeden Tag an euch herantreten kann, ohne daß ihr ihm wehren könnet. Und ihr solltet an das "Nachher" denken.... aber ihr glaubet es nicht, daß ihr nicht ausgelöscht seid mit dem Moment des Todes; ihr glaubet nicht an ein Fortleben der Seele und daß dieses Leben dann sein wird entsprechend eurem Erdenwandel und eurer Sorge um das Heil eurer Seele. Und dieser Unglaube ist auch Anlaß, daß ihr gedankenlos in den Tag hineinlebet, daß ihr euch nicht einmal fraget um Sinn und Zweck eures Erdenlebens. Ihr seid zufrieden, wenn ihr euch irdisch schaffet, was euch gefällt, wenn ihr dem Körper Wohlbehagen schaffet und der irdischen Güter viele sammelt für die Zukunft.... Und ihr wisset nicht, ob ihr überhaupt noch eine Zukunft habt. Aber ihr wisset alle, daß ihr einmal sterben müsset.... Und dieses Wissen sollte euch doch bewußt das Erdenleben auswerten lassen. Doch es ist der Glaube, der euch mangelt, der Glaube an einen Gott und Schöpfer, Der einmal von euch Verantwortung fordern wird für euren Erdenlebenswandel. Und weil ihr nicht glaubt, seid ihr gleichgültig. Aber die Stunde eurer Verantwortung kommt, dessen könnt ihr alle gewiß sein, und eure Reue wird einst bitter sein, wenn ihr euch in größter Armut des Geistes im jenseitigen Reich einfindet und euch einmal die Erkenntnis kommt, was ihr versäumtet auf Erden aus eigener Schuld. Denn es ist eine Gnade, daß ihr euch verkörpern durftet auf Erden, und diese Gnade ungenützt gelassen zu haben wird die Seele dereinst bitter bereuen, weil sie niemals das nachholen kann, was sie versäumte, wenngleich ihr auch im jenseitigen Reich geholfen wird, aus der Tiefe emporzusteigen, aber unter weit schwierigeren Umständen, als dies auf der Erde möglich ist oder war. Ihr solltet nicht so gedankenlos dahinleben, denn es kommt für jeden Menschen die Stunde, da er den irdischen Leib verlassen muß und nun die Seele in das geistige Reich eingeht.... Doch es kann diese Stunde große Freude und Seligkeit bringen, aber auch große Finsternis und Qual.... jedoch immer, wie es der Mensch selbst gewollt hat und wie er es durch sein Erdenleben unter Beweis gestellt hat.... Er wird ernten, was er gesät hat, er wird eingehen in das Reich des Lichtes und der Seligkeit, oder die Finsternis wird ihn aufnehmen und nicht eher freigeben, bis die Seele sich gewandelt hat in ihrer Gesinnung und nun mit liebender Unterstützung den Weg zur Höhe geht....

Amen

Vertaler
This is an original publication by Bertha Dudde