Na uw dood betreedt u een geheel andere wereld dan deze aarde is. Maar uzelf heeft op aarde de mogelijkheid die wereld voor uzelf te vormen, zodat u er gelukkig in bent en u haar graag verruilt voor het leven op deze aarde. Want u kunt voor uzelf een rijk van licht en zaligheid verwerven, als uw levenswandel op aarde daarmee in overeenstemming is. Als u ijverig aan uw ziel arbeidt en u rijkdommen verzamelt voor het geestelijke rijk, zal de wereld die u betreedt voor u waarlijk een rijk van zaligheid zijn. U zult niet kunnen ophouden te jubelen en u te verwonderen, en nimmermeer zou u op de aarde willen terugkeren - als dat eventueel mogelijk zou zijn.
U schept u dus zelf de wereld die u opneemt na uw lichamelijke dood, daarom moet u bewust van uw verantwoording op deze aarde uw leven leiden. Want u kunt net zo goed een rijk binnen gaan dat duister of woest is, waarin u zich ongelukkig voelt en dat u toch niet naar believen verlaten kunt, omdat dat het rijk is dat uw vrije wil nastreefde zolang u op de aarde verbleef. Dit was eveneens uw eigen zaak, het was uw eigen wil, want uw levenswandel op aarde was zo dat die u geen ander lot in het geestelijke rijk kon bezorgen dan ellende en gebondenheid in duisternis en zwakheid.
Maar in ieder geval betreedt u een andere wereld, een rijk dat geestelijk is, waar u alle aardse goederen bent kwijtgeraakt, waar u alleen dat aantreft wat u zich op aarde geestelijk heeft verworven. En daarom is het een vreselijke toestand voor die zielen die zich helemaal geen geestelijke bezittingen verwierven. Die zich alleen maar om aardse goederen bekommerden en daardoor geheel arm het rijk hierna ingaan, waar het nu buitengewoon moeilijk is geestelijke goederen te verkrijgen - hoewel ook dit niet onmogelijk is.
Want de wereld waarin zij dan verblijven is van dien aard, dat ze in overeenstemming is met de toestand van hun ziel. Ze kan voor de ziel een onophoudelijk dwalen door woeste, dorre plaatsen betekenen waar zij niet het geringste aantreft om de honger die zulke zielen gedurig kwelt, te stillen, en die alleen gelenigd kan worden door gaven van liefde en door toevoer van kracht, die door liefdevolle voorspraak voor zulke zielen verkregen wordt. Daarom is die ziel al zalig te noemen die, over het graf heen, door goede gedachten wordt gevolgd en die op de aarde goede werken heeft gedaan - die haar nu volgen in de eeuwigheid.
Maar arm en behoeftig zijn de zielen die zich op aarde geen liefde verworven hebben bij hun medemensen, die door meer kwade gedachten gevolgd worden en die onder die gedachten veel meer te lijden hebben dan u mensen op aarde zich dit voor kunt stellen. Daarom, zend alle gestorvenen steeds goede gedachten achterna in de eeuwigheid, erbarm u over hen en help hen opdat zij uit de eerste duisternis een uitweg vinden. Laat hen niet alleen maar denk vaak aan hen, dat zal hun goed doen en dat zullen zij als een toevoer van kracht ervaren, als een steuntje op de weg naar boven - die zij alleen maar kunnen betreden als hun die hulp gegeven wordt.
De ziel schept zichzelf haar eigen lot, dat haar daarginds wacht in het rijk hierna en u moet er op aarde al voor zorgen dat het een aangenaam gelukkig lot is. U moet zich derhalve geestelijke rijkdommen verwerven en zonder ophouden werken van liefde verrichten, want die zullen u steeds begeleiden door de gehele eeuwigheid en voor u een geestelijke rijkdom betekenen waarmee u voor uw eigen geluk en dat van andere zielen kunt arbeiden. Waarmee u altijd uw zaligheid kunt verhogen en andere zielen kracht kunt doen toekomen, zodat zij ook hun schreden opwaarts richten en eens zalig kunnen worden. Al zal deze gang naar boven veel kracht en moeite van hen eisen, toch is het met goede wil voor hen mogelijk boven aan te komen, als zij maar hulp vinden bij hun geestelijke vrienden en bij die mensen op aarde die in hun voorbede zulke zielen altijd gedenken.
Amen
VertalerAprès votre mort vous entrez dans un monde entièrement différent de celui qui est sur la Terre, mais vous-mêmes avez sur la Terre la possibilité de vous former ce monde pour qu'il vous rende heureux et que vous l’échangiez volontiers contre la vie de cette Terre. Vous pouvez vous conquérir un Règne de Lumière et de Béatitude, si le chemin de votre vie terrestre est approprié, si vous prêtez un travail fervent sur l'âme et si vous vous ramassez des biens pour le Règne spirituel. Alors le monde dans lequel vous entrerez sera pour vous vraiment un Règne de Béatitude, vous ne cesserez d'exulter et vous vous étonnerez et vous ne voudrez jamais plus revenir sur la Terre, si cela était dans le champ de vos possibilités. Vous-mêmes donc vous créez le monde qui vous accueille après la mort du corps. Pour cela vous devez vivre de façon responsable sur cette Terre. Vous pourriez aussi entrer dans un Règne qui est obscur ou désert, dans lequel vous vous sentiriez malheureux et que vous ne pourrez pas de toute façon laisser arbitrairement, parce que c'est le Règne auquel a tendu votre libre volonté tant que vous marchiez sur la Terre. Celui-ci était pour ainsi dire votre propre affaire, il était votre propre volonté, parce que le chemin de votre vie sur la Terre était tel qu’il n'a pu vous conquérir aucun autre sort dans le Règne spirituel que le tourment et un état lié dans l'obscurité et la faiblesse. Mais en tout cas vous entrez dans un autre monde, un Règne qui est spirituel, où tous les biens terrestres sont allé se perdre, où vous trouvez seulement ce que vous vous êtes conquis spirituellement sur la Terre. Et pour cela c’est un état horrible pour de telles âmes, qui ne se sont pas conquises quelques biens spirituels, qui ont seulement cherché à obtenir des biens terrestres et donc elles entrent totalement sans possession dans le Règne de l'au-delà, où maintenant il est très difficile d’obtenir des biens spirituels, même si cela n'est pas impossible. Le monde, dans lequel maintenant elles demeurent est constitué selon l'état de leur âme. Il peut signifier pour l'âme une errance continue à travers des lieux maigres et déserts, où elle ne trouve pas la moindre chose qui pourrait calmer la faim qui torture continuellement de telles âmes, or cette faim peut être calmée seulement avec des dons d'amour, avec l'apport de Force qui est acquise pour de telles âmes au moyen de prières affectueuses. C’est pourquoi de telles âmes peuvent se dire bienheureuses lorsque de bonnes pensées les suivent au-delà de la tombe et si elles ont fait de bonnes œuvres sur la Terre qui maintenant les suivent dans l'Éternité. Mais pauvres et besogneuses sont ces âmes qui ne se sont conquises aucun amour de leur prochain sur la Terre, à celles-ci suivent plutôt des pensées pas bonnes et elles auront encore davantage à souffrir sous ces pensées, ce que vous les hommes sur la Terre n’êtes jamais en mesure d'imaginer. Donc faites toujours suivre à tous les défunts de bonnes pensées dans l'Éternité, ayez de la miséricorde et aidez-les pour qu'ils sortent de la première obscurité, ne les laissez jamais seuls, mais offrez-leur souvent vos pensées qui leur font du bien et qu'ils perçoivent comme un apport de force, comme une petite aide sur la voie vers le Haut qu’ils peuvent parcourir seulement lorsqu’à eux cette aide est garantie. L'âme se crée elle-même son sort qui l'attend dans l’au-delà, dans le Règne de l'au-delà, et pour que ce soit une sort beau qui rend heureux, pour cela vous devez être actifs encore sur la Terre, vous devez vous conquérir des biens spirituels et accomplir sans interruption des œuvres d'amour, parce que de telles œuvres vous suivront toujours dans l'Éternité et elles créent pour vous une richesse spirituelle avec laquelle vous pouvez travailler pour le bonheur d'autres âmes, avec laquelle vous pouvez dans chaque temps augmenter votre béatitude et offrir la force à d’autres âmes pour que celles-ci aussi dirigent leurs pas en haut et qu'elles puissent devenir un jour bienheureuses, même si ce parcours vers le haut demandera beaucoup de force et de peine, mais avec de la bonne volonté pour cela il est de toute façon possible d’arriver en haut, si maintenant elles trouvent de l’aide auprès de leurs amis spirituels et auprès des hommes sur la Terre qui au travers de leurs prières se rappelle toujours de telles âmes.
Amen
Vertaler