Het zal u spoedig duidelijk worden, hoe vergankelijk al datgene is, wat hoort bij de wereld. Want steeds vaker zult u horen over verwoestingen door natuurkrachten, over ongevallen en catastrofen van allerlei aard en over het plotselinge sterven van veel mensen. En niemand weet of en wanneer ook hem hetzelfde lot zal treffen. Niemand weet wanneer zijn laatste uur heeft geslagen.
Maar iedereen weet, dat hij niets met zich mee kan nemen naar de eeuwigheid. En daarom zou hij zijn aardse streven moeten verminderen, het najagen van aardse goederen van allerlei aard. Want hij moet alles achterlaten, wanneer het uur van de dood is gekomen. En steeds weer zult u daaraan worden herinnerd door onvoorziene voorvallen, waar have en goed waardeloos is geworden, door plotselinge sterfgevallen en slagen van het noodlot van allerlei aard.
Maar dit zijn allemaal tekenen van Barmhartigheid van de eeuwige Godheid, die u moeten aanmanen ook aan uw eigen dood te denken. Dit zijn allemaal tekenen van Haar Liefde, Die steeds alleen uw zielenheil wil bevorderen en u graag wil helpen u te bezinnen en uw leefwijze te veranderen.
Want wat u voor de wereld doet, wat u alleen voor uw aardse leven doet, verschaft u alleen vergankelijke goederen. Maar wat u uw ziel geeft aan geestelijk goed, levert u ook weer geestelijke goederen op. En dat zal u volgen in de eeuwigheid, ook wanneer u plotseling en onverwachts uit het aardse leven wordt weggeroepen. Want geestelijke goederen zijn onvergankelijk. Ze kunnen niet van u worden afgenomen en eens zullen ze u gelukkig maken in het rijk hierna.
Maar al wordt u ook nog zo vaak de vergankelijkheid van al het aardse voor ogen gehouden, u probeert nooit in gedachten zulke lotgevallen ook op uzelf toe te passen, maar u leeft verder zoals voorheen. En de tijd gaat steeds meer richting het einde. Zowel voor de enkeling, alsook voor alle mensen is een grens gesteld, die hij zelf nooit kan bepalen, maar die al de volgende dag voor hem van betekenis kan zijn, omdat het leven van ieder afzonderlijk in Gods Hand ligt.
En daaraan zouden de mensen steeds moeten denken. En ze zouden zo moeten leven, zoals ze zouden doen wanneer hun de dag bekend zou zijn. Ze moeten elke dag bereid zijn van de aarde heen te gaan. Ze moeten hun geestelijke voorraad voortdurend vergroten en aardse verlangens altijd achterstellen. Ze moeten leven in het bewustzijn van de eeuwigheid, niet alleen voor de dag van vandaag. Want plannen voor de toekomst kunnen ze nooit met zekerheid maken, dus houden ze liever rekening met een snel overlijden en bereiden ze zich daaraan beantwoordend voor op de eeuwigheid, dan zo maar raak te leven en alleen erg te verlangen en te streven naar aardse goederen, want deze zijn en blijven vergankelijk en leveren de ziel geen voordeel op.
Doch alleen de ziel blijft bestaan. Ze kan niet vergaan. En opdat haar een goed lot beschoren is, moet de mens haar op aarde doen toekomen wat haar tot gelukzaligheid strekt. De mens moet steeds alleen werken van liefde verrichten. Dan zorgt hij waarlijk beter voor zijn ziel, dan hij voor zijn lichaam kan zorgen. Want hiervoor zal ook worden gezorgd, zodra de mens eerst aan zijn ziel denkt. Maar ziel en lichaam hoeven geen vrees te hebben voor de dood, die anders steeds weer voor de mens ligt als een verschrikking, waarvoor hij bang is, zolang de mens op aarde niet aan zijn eigenlijke bestemming denkt.
Maar wie eerst voor de ziel zorgt, heeft geen vrees meer voor de dood. Hij is als het ware alle dagen voorbereid en de dood zal hem niet verrassen, maar voor hem alleen een wisseling van zijn verblijfplaats betekenen, die hij waarlijk zal verwelkomen.
Amen
VertalerBientôt il vous sera reconnaissable combien est caduc tout ce qui appartient au monde, parce que vous entendrez parler toujours plus souvent de destructions à travers les puissances de la nature, de désastres et de catastrophes de toutes sortes et de décès imprévus de beaucoup d'hommes. Et personne ne sait si et quand le destin l’atteindra lui aussi, personne ne sait quand sera venue sa dernière heure. Mais chacun sait qu'il ne peut rien emporter avec lui dans l'Éternité. Et donc il devrait restreindre ses tendances terrestres, sa chasse aux biens terrestres de toutes sortes parce qu'il devra laisser tout derrière lui lorsque sera venue l'heure de la mort. Et toujours de nouveau il vous est rappelé à travers des cas imprévus combien d'avoirs et de biens sont devenus sans valeur, au travers de cas de mort improviste et de coups du destin de toutes sortes. Et tous ceux-ci sont des signes de la Miséricorde de l'Éternelle Divinité qui doit vous exhorter à penser à votre propre mort. Tous ceux-ci sont le Signe de Son Amour qui veut toujours seulement promouvoir le salut de votre âme et voudrait vous aider à l'auto-conscience et au changement de la conduite de votre vie. Parce que ce que vous faites pour le monde, ce que vous faites seulement pour votre vie terrestre, vous vous créez seulement des biens passagers ; mais ce que vous offrez à votre âme en biens spirituels, ce que vous conquérez en biens spirituels cela vous suivra dans l'Éternité, même lorsque vous êtes rappelés de la vie terrestre tout à coup et à l'improviste. Parce que les biens spirituels sont impérissables, ils ne peuvent pas vous être enlevés et un jour ils vous rendront heureux dans le Règne de l'au-delà. Mais bien qu’il vous soit mis devant les yeux la caducité de tout le terrestre, vous ne cherchez jamais à transposer sur vous-même, ne serait-ce qu’en pensées, de tels destins, mais vous continuez à vivre comme jusqu'à présent, et le temps va toujours plus vers la fin ; que ce soit pour chaque homme aussi bien que pour tous les hommes il est mis une limite que lui-même ne peut pas déterminer, mais qui pourrait être pour lui déjà le jour suivant, parce que la vie de l'individu est dans la Main de Dieu. Et les hommes devraient toujours penser à cela et vivre comme ils le feraient s'ils avaient connaissance du jour. Ils doivent être prêts chaque jour à laisser la Terre, ils doivent augmenter constamment leur provision spirituelle et restreindre toujours leurs désirs terrestres, ils doivent vivre conscients de l'Éternité, pas seulement pour le jour d'aujourd'hui, parce qu'ils ne peuvent jamais faire des plans pour le futur avec sécurité, donc ils doivent plutôt compter sur un décès précoce et se préparer en conséquence à l'Éternité, que vivoter, tendre et désirer ardemment des biens terrestres, parce que ceux-ci sont et restent caducs et ils n’apportent à l'âme aucun avantage. Mais seulement l'âme reste existante, elle ne peut pas passer, et pour que son sort soit bon, l'homme doit lui faire avoir sur la Terre ce qui lui sert pour la béatitude. L'homme doit toujours seulement exécuter des œuvres d'amour, alors il pourvoit pour son âme vraiment mieux qu’il peut pourvoir pour son corps. Parce que celui-ci aussi sera conservé si l'homme pense d'abord à son âme, mais l’âme et le corps ne doivent pas craindre la mort qui autrement sera toujours redoutée par l’homme, il en aura peur tant que l'homme ne pense pas sur la Terre à sa vraie destination. Mais celui qui pourvoit d'abord pour son âme, n'a plus peur de la mort, il est généralement disposé chaque jour, et la mort ne le surprendra pas, car elle signifie pour lui seulement un échange de son lieu de séjour qui sera bienvenu.
Amen
Vertaler