Vergelijk Kundgabe met vertaling

Meer vertalingen:

Wie was in Adam belichaamd?

In allerlei noden kunt u tot MIJ komen, hetzij aardse of geestelijke, wat u ook bedrukt, want IK heb u lief en IK wil u graag uw verzoeken vervullen: Mijn GEEST van eeuwigheid spoorde MIJ aan om te scheppen. Mijn Liefde was overgroot, Mijn Wijsheid onovertrefbaar en Mijn Macht zonder einde. De Liefde echter was Kracht die zich wilde doen gevoelen, die zich wilde uiten, die dingen wilde laten ontstaan waaraan IK Zelf weer Mijn vreugde beleefde in overvloed.

Mijn Liefde, Die zich niet kon wegschenken, zocht een opnamevat waarin Ze binnen kon stromen, d.w.z. Ze vormde voor Zich Zelf het vat omdat er buiten MIJ niets bestond wat Mijn machtige stroom van Liefde zou hebben kunnen opvangen en daardoor overgelukkig zijn. En dit vat plaatste IK buiten MIJ Zelf als een gelijksoortig wezen, als Mijn evenbeeld. Het kon niet anders dan dat dit wezen nu ook met dezelfde scheppende geest en scheppende wil vervuld was zoals IK Zelf, daar het anders geen "evenbeeld" van MIJ geweest zou zijn. En IK wilde ook dat het wezen dezelfde gelukzaligheid gevoelde die het "scheppen" veroorzaakte en daarom kwamen uit de kracht van de liefde en wil van ons Beiden talloze gelijksoortige wezens voort, een scheppingsdaad die u, mensen alleen maar bedekt kan worden aangeduid, maar niet in zijn gehele diepte duidelijk gemaakt.

Nu moet u echter een onderscheid maken tussen de schepselen van MIJ die uit Mijn Kracht en zijn wil zijn voortgekomen - en het eerstgeschapen wezen, dat Mijn Liefde alleen buiten MIJ plaatste. Dit wezen, Lucifer, maakte aanspraak om als een GOD-gelijk wezen te gelden, zolang, tot het viel. IK had het aan Mijn Zijde geplaatst en verlangde van het alleen de erkenning van MIJ Zelf, d.w.z. de toegeving dat IK het vanuit Mijn Kracht geschapen had; en het zou het gelukkigste wezen gebleven zijn, dat naast MIJ zou hebben kunnen scheppen en werken als 'n waar evenbeeld, dat door Mijn Kracht geheel doorstraald werd, maar alleen juist door deze doorstraling van Kracht van MIJ afhankelijk was, een afhankelijkheid die dit wezen echter nooit zou hebben hoeven te merken bij gelijkgerichte wil en steeds even diepe liefde.

Het heeft Mijn eis niet vervuld, het wilde MIJ niet erkennen als Bron van Kracht en viel derhalve naar beneden in de diepste diepte. Het trok ook een grote aanhang met zich mee omlaag, wezens die onze beider liefde en kracht en wil hadden doen ontstaan.

De weg die Mijn eerstgeschapen wezen neemt, staat hem geheel vrij. De weg van de door hem in de diepte getrokken wezens is onderworpen aan Mijn Wil, d.w.z. IK maakte voor dit wezenlijke dat gevallen was, een weg gereed waarover het weer kan en zal terugkomen naar MIJ als hun Schepper van eeuwigheid, van WIE het is uitgegaan. Deze zelfde weg, die IK in Mijn Wijsheid voorzien had als succesvol zou ook Lucifer hebben kunnen gaan, maar als een volledig vrij wezen heb IK hem eens geschapen en als een geheel vrij wezen moet hij de weg om terug te keren aanvaarden in vrije wil.

Hij was Mijn evenbeeld, wiens vrije wil IK eerbiedigde, zelfs als hij nog zo verkeerd gericht is. IK zal hem op geen enkele manier dwingen en IK zal wachten tot hij vrijwillig zijn terugkeer naar MIJ begint. Maar nog is hij er ver van verwijderd. En als er gezegd wordt: "Lucifer heeft zich in Adam geïncarneerd", dan is daarmee het duivelse, dat wat ook in Lucifer was, bedoeld, dat in alle wezens die gevallen zijn, aangetroffen werd.

Zijn duivelse geest, dus alles wat tegen GOD gericht is, moet de belichaming als mens doormaken en zo moest ook Adam, d.w.z. de in hem belichaamde oergeest, met al zijn boosaardige neigingen en aanleg zijn intrek nemen in de menselijke vorm, juist om van deze gezindheid van Lucifer los te komen, om zich weer geheel en al naar MIJ te keren, DIE hij als mens ook kon onderkennen als zijn GOD en Schepper van eeuwigheid.

Ook Lucifer zou eerst de gang door de materie, door de gehele schepping hebben moeten gaan als er voor hem een menselijke vorm gereed zou zijn met het doel van een verdere ommekeer terug naar MIJ. Want zijn nog geheel ongetemde geest zou elke vorm met geweld verbreken, zoals dit ook het geval was toen hij bij wijze van proef de eerste vorm betrok. Ze bestond slechts uit zachte meegevende materie, die de ongetemde geest van Mijn eerstgeschapen wezen niet zou hebben kunnen vasthouden, terwijl Adam's oergeest al zoveel rijper was geworden, dat hij zich in deze vorm tot op zekere hoogte behaaglijk voelde; en hij zou ook de verzoekingen van Lucifer hebben kunnen weerstaan, die deze ondernam om de bijna aan het doel aangekomen, gevallen broeder weer voor zich te winnen. Lucifer was Mijn tegenstander en hij is het nog en zal dit blijven, tot ook het laatste geestelijke dat door hem mee in de afgrond is getrokken, de terugweg naar MIJ zal hebben aanvaard. Dan pas zal ook hij zich bezinnen en zich vrijwillig aan MIJ overgeven, wat echter nog eeuwigheden duren zal, tot dit doel bereikt is.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Gerard F. Kotte

Qui était incorporé en Adam ? 2.

Vous pouvez venir à Moi dans toutes vos misères, qu’elles soient terrestres ou spirituelles, quel que soit ce qui vous opprime, parce que Je vous aime, et veux volontiers satisfaire vos demandes : Mon Esprit de l'Éternité M’a poussée à la Création. Mon Amour était très grand, Ma Sagesse infranchissable, et Mon Pouvoir infini. Mais l'Amour était la Force qui voulait se manifester, qui voulait faire se lever des choses dans lesquelles Moi-même Je trouvais de nouveau Mon Bonheur dans une grande mesure. Mon Amour, qui ne pouvait pas Se donner, S’est cherché des vases dans lesquels il pouvait s'écouler, c'est-à-dire qu’Il a formé pour Lui-Même le vase, parce que hors de Moi il n’existait rien qui aurait pu accueillir Mon puissant Courant d'Amour et qui lui aurait fait trouver la béatitude. Et J'ai externalisé ce vase de Moi-Même comme un être du même genre, comme Mon Image. Le fait que maintenant cet être fut aussi rempli du même Esprit de Création et de Volonté de Création comme Je le Suis Moi-Même ne pouvait pas être autrement, autrement il n'aurait pas été une «Image» de Moi. Et Je voulais aussi que l'être perçoive la même Béatitude que donnait le pouvoir de «créer», et donc de la Force d'Amour et de Volonté de Nous deux se levèrent d’innombrables êtres semblables, c’est un Acte de Création qui, aux hommes, peut être seulement signalé, mais non expliqué dans son entière profondeur. Mais maintenant vous devez faire une différence entre Mes créatures, qui sont procédées de Ma Force et de sa volonté, et l'être premier créé que Mon Amour a externalisé tout seul hors de Moi. Cet être, Lucifer, a exigé après longtemps d’être considéré comme un être égal à Dieu, jusqu'à ce qu’il tomba. Je l'avais mis à Mon Côté et demandais de lui seulement la reconnaissance de Moi-Même, c'est-à-dire d’admettre que Je l'avais créé de Ma Force, et il serait resté l'être le plus bienheureux qui aurait pu créer et agir auprès de Moi comme une vraie Image de Moi, car il était inondé totalement par Ma Force, il dépendait justement seulement de Mon Rayonnement de Force, c’était une dépendance que l'être n'aurait jamais dû percevoir si la volonté avait été orientée également et dans le même profond Amour. Il ne s'est pas acquitté de Ma demande, il ne voulait pas Me reconnaitre comme Source de la Force et ensuite il tomba dans l'abîme le plus profond. Il a entraîné avec lui-même une grande suite, des êtres que l'Amour et la Force et la Volonté de Nous Deux avaient fait se lever. Le chemin que Mon être premier créé pris a été totalement son propre choix. Les entités qu’il a entraînées avec lui dans l'abîme, sont subordonnées à Ma Volonté, c'est-à-dire que Je prépare à cet essentiel mort, un chemin par lequel il peut revenir et reviendra de nouveau vers Moi, en tant que son Créateur Originel de l'Éternité. Lucifer lui-même aurait pu prendre le même chemin que Ma Sagesse a reconnu comme conduisant au succès, mais autrefois Je l'ai créé comme être totalement libre, et comme être totalement libre il doit commencer le chemin du retour dans la libre volonté. Il était à Mon Image, et Je respecte sa libre volonté, pour combien même elle soit orientée de façon erronée. Je ne lui impose aucune contrainte, et J'attendrai jusqu'à ce qu’il commence librement son retour à Moi. Mais il en est encore très loin. Et lorsqu’on dit : Lucifer s'est incarné en Adam, avec cela il doit être entendu le luciférien qui s'est retrouvé dans tous les êtres qui sont tombés. Son esprit luciférien donc, et tout ce qui est contre Dieu, doit passer l'incorporation comme homme, et ainsi aussi Adam, c'est-à-dire, l'esprit primordial incorporé en lui, il devait prendre demeure dans la forme humaine avec tous ses instincts et caractéristiques lucifériennes, pour se libérer de cet esprit luciférien, pour se tourner de nouveau pleinement vers Moi, Qu’il pouvait reconnaître comme homme, comme son Dieu et Créateur de l'Éternité. Même Lucifer aurait dû parcourir d'abord le chemin à travers la matière, à travers la Création entière, mais cela impliquai que doive être prête pour lui une forme pour sa re-transformation vers Moi. Parce que son esprit encore totalement indompté aurait fait sauter chaque forme, comme cela a été le cas, lorsqu’il est entré dans la première forme pour l’épreuve. Elle était faite seulement de matière souple, malléable, qui n'aurait pas pu contenir l'esprit indompté de Mon être premier créé, tandis que l'esprit primordial d'Adam était déjà assez mûr pour qu'il se sente bien dans cette forme jusqu'à un certain degré, et il aurait même pu résister aux tentations de Lucifer que celui-ci a entrepris pour conquérir pour lui de nouveau le frère tombé qui était presque arrivé au but. Lucifer était Mon adversaire et il l’est encore et il le restera jusqu'à ce que le dernier spirituel mort avec lui dans l'abîme ait pris le chemin du retour à Moi. Seulement alors il changera sa façon de penser et se rendra librement à Moi, chose qui cependant durera encore l'Éternité, jusqu'à ce que ce but soit atteint.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Jean-Marc Grillet