Een grote verlossingsactie is aan de gang, want overal waar zich lichtwezens mochten belichamen op aarde zetten zij zich ook in, het evangelie onder hun medemensen te verkondigen. En hun inspanningen worden ondersteund door de wezens uit het lichtrijk die op elke wijze de gedachten van de mensen beïnvloeden, en hen ontvankelijk maken voor het goddelijke Woord - zodra het hun aangeboden wordt.
Evenzo is er in het hiernamaals een grote inspanning op te merken doordat de lichtwezens zich steeds vaker in de uiterste diepte wagen, en zich ook heel erg inspannen in de duisternis licht te brengen. Wel komt het altijd op de gewilligheid van de wezens aan of zij licht aannemen of zich afwenden, als er steeds weer lichtvonken oplichten, die hun de weg willen wijzen naar een bron van licht. En volgen zij deze weg, dan kan zeer snel de duisternis van hen wijken en helder licht hen tegenstralen. Maar slaan ze daar geen acht op, dan zal nog eeuwigheden lang dichte duisternis hen omringen en zij zullen opnieuwd gekluisterd worden in de scheppingen van de nieuwe aarde.
Wat echter nog gedaan kan worden om al deze zielen te redden, dat wordt waarlijk gedaan van de kant van de wereld vol van licht. En waar op aarde nog de mogelijkheid bestaat dat de mensen licht gebracht kan worden, daar gaan de lichtdragers zeker niet aan voorbij. Want dezen zijn in deze laatste tijd overal op de aarde belichaamd om midden onder de mensen tot zegen van hen te werken, en hun de weg naar verlossing te tonen.
Maar dat is geen gemakkelijke onderneming, want de stem van de wereld is luider. Waar het Woord van GOD wordt verkondigd zullen er altijd maar weinige verschijnen, terwijl de wereld kan bogen op talloos meer aanhangers die echter liever de duisternis kiezen dan het licht en daarom ook geen verlossing kunnen vinden tijdens hun aardse leven. Maar er wordt geworsteld om alle zielen, want ook van boven uit het lichtrijk wordt geen moeite achterwege gelaten om de gedachten van de mensen op dat rijk te richten, dat niet van deze wereld is. De lichtwereld in het geestelijke rijk is onvermoeid bezig het licht te laten neerstralen op de verduisterde mensheid. En zo zullen er steeds weer verbindingen worden aangeknoopt vanuit het geestelijke rijk met de aarde, en de goede mensen zullen gewillig nakomen wat hun door de lichtwezens wordt aangeraden als noodzakelijk en dienstig voor het zieleheil van de medemensen.
En zij zullen ook de aansporing van de lichtwezens in acht nemen, wat nu zichtbaar wordt door de ijverige arbeid in de wijngaard des HEREN, door het verkondigen van het evangelie - door de verbreiding van het Woord van GOD, door geestelijke gesprekken, ophelderingen en een voortdurende verwijzing Naar JEZUS CHRISTUS, de goddelijke Verlosser. Van Zijn Naam zal steeds weer gewag gemaakt worden en de ijver zal niet verminderen maar toenemen, omdat overal ook een zaadkorrel op goede bodem valt. Omdat JEZUS CHRISTUS Zelf die mensen vastpakt die de weg naar HEM inslaan, die hun gelaat naar HEM wenden en dus het verlangen hebben door HEM verlost te worden. Dezen zal HIJ nimmer verlaten, of het op aarde is of ook in het hiernamaals. Een innige roep tot HEM zal gehoord worden en de ziel ook geven wat zij verlangt. Een innige roep is voor HEM het bewijs dat HIJ door die ziel wordt erkend, en dan is haar lot voor eeuwig verzekerd. Daarom is elke arbeid om te verlossen door HEM gezegend, en aan al deze arbeid neemt JEZUS CHRISTUS Zelf deel. Want HIJ heeft alleen de vrije wil van de mens nodig om Zijn Verlossingswerk aan de ziel te kunnen volbrengen, opdat deze vrij wordt van zonde en dood en nu in deze vrijheid de eeuwige zaligheid kan binnengaan.
Amen
VertalerE’ in corso una grande azione di Salvezza, perché ovunque hanno potuto incorporarsi degli esseri di Luce sulla Terra, queste si impegnano anche per l’annuncio del Vangelo tra gli uomini. Ed i loro sforzi vengono sostenuti da esseri dal mondo di Luce, che agiscono in ogni modo sui pensieri degli uomini e che li rendono aperti per la Parola divina, appena viene loro offerta. Proprio così si può seguire un grande lavoro di Salvezza nell’aldilà, mentre gli esseri di Luce hanno il coraggio di scendere sempre più sovente nell’abisso e che si sforzano di portare Luce nell’oscurità. Dipende comunque sempre dalla disponibilità degli esseri di accettare la Luce, oppure se si distolgono quando guizzano sempre di nuovo delle scintille di Luce e vogliono mostrare loro la via verso una fonte di Luce. Se seguono questa via, allora l’oscurità potrebbe svanire molto velocemente da loro e splendere loro incontro una chiara Luce, ma se non ci badano, allora una fitta oscurità le avvolgerà ancora per delle Eternità, e verranno di nuovo relegate nelle Creazioni della nuova Terra. Ma quello che può ancora essere fatto per salvare tutte queste anime, viene davvero fatto da parte del mondo di Luce, e dove sulla Terra esiste ancora la possibilità che possa essere portata la Luce agli uomini, i portatori di Luce, che nell’ultimo tempo sono incorporati ovunque sulla Terra, certamente non vi passano incuranti, per agire in mezzo agli uomini per la benedizione e per mostrare loro la via della Salvezza. E non è un’impresa facile, perché la voce del mondo è più forte. Dove la Parola di Dio viene annunciata, vi si troveranno sempre soltanto pochi, mentre il mondo può mostrare innumerevoli, molto più seguaci, che scelgono l’oscurità piuttosto che la Luce, e che perciò non possono trovare nessuna salvezza durante la loro vita terrena. Ma si lotta per queste anime, perché anche dall’Alto, dal Regno di Luce, non vengono tralasciati gli sforzi a volgere i pensieri degli uomini a quel Regno, che non è di questo mondo. Il mondo di Luce nel Regno spirituale si sforza sempre di far splendere la Luce giù sull’umanità ottenebrata, e così vengono sempre di nuovo allacciati dei collegamenti dal Regno spirituale alla Terra, e gli uomini buoni eseguiranno volontariamente ciò che viene messo loro nel cuore come necessario da parte degli esseri di Luce e che serve alla salvezza dell’anima del prossimo. E loro cederanno alla spinta degli esseri di Luce, che si riconosce ora dal loro fervente lavoro nella Vigna del Signore; mediante l’annuncio del Vangelo, mediante la diffusione della Parola divina, mediante discorsi spirituali, chiarificazioni e costanti indicazioni su Gesù Cristo, il divino Redentore. Il Suo Nome viene sempre di nuovo menzionato ed il fervore non smetterà, ma aumenterà, perché ovunque cade anche un chicco di seme su un buon terreno, Gesù Cristo Stesso afferra gli uomini, che dirigono i loro passi verso di ui che rivolgano a Lui il volto e quindi abbiano il desiderio di essere salvati da Lui. Questi non verranno mai più lasciati da Lui, sia questo sulla Terra oppure anche nell’aldilà, un’invocazione intima a Lui verrà ascoltata ed all’anima verrà anche dato ciò che desidera. Una chiamata intima dimostra a Lui che E’ riconosciuto dall’anima, ed ora la sua sorte è assicurata nell’Eternità. Perciò ogni lavoro di salvezza è benedetto da Lui, Gesù Cristo Stesso partecipa ad ogni lavoro di salvezza, Che ha bisogno soltanto della libera volontà dell’uomo per poter svolgere la Sua Opera di Salvezza per l’anima affinché questa divenga libera dal peccato e dalla morte e che possa ora entrare in questa libertà all’eterna beatitudine.
Amen
Vertaler