• Terug

Loutering van de ziel door de liefde

Het draagt veel bij aan uw loutering wanneer u zich maar steeds weer de geboden van de liefde voor God en voor de naaste voorhoudt en u afvraagt in hoeverre u deze geboden nakomt. Want als u eerlijk bent tegen uzelf, zult u nooit met uzelf en uw levenswandel tevreden zijn, omdat u steeds ijveriger werkzaam in liefde zou kunnen zijn en u vaak een gelegenheid verzuimt. Maar al de wil om juist te handelen en ook al het feit zich die zelfbeschouwing voor te nemen, is gunstig voor uw ziel. Want elke goede wil heeft een zegenrijke uitwerking. En u wordt u bij zo’n serieus onderzoek ook van uw zwakheden bewust - die ieder mens heeft, zelfs wanneer hij van goede wil is, totdat hij zo ijverig werkzaam is in liefde, dat hem nu de kracht van de liefde vervult, die ook de wil werkelijke versterking geeft.

Geloof alleen nooit een loutering van uw ziel niet meer nodig te hebben. Geloof nooit dat u al die graad hebt bereikt die u het binnengaan in het lichtrijk garandeert. U zult moeten streven en werken aan uzelf, zolang u op aarde leeft. En u zult er alleen goed aan doen wanneer u zich vaak aan zulke beschouwingen overgeeft en probeert uw fouten en zwakheden te doorgronden. En uw wil zal ook gesterkt worden om de arbeid aan uw ziel onophoudelijk uit te voeren, omdat zulke zelfbeschouwingen al blijk geven van uw ernstige wil om volmaakt te worden.

Elk nalaten van een goede daad zal bij een zelfbeschouwing in u boven komen. Elke weigering of veronachtzaming van de goddelijke geboden van de liefde zal u in herinnering komen en dan moet u toch steeds het vaste voornemen opvatten u te beteren en elke gelegenheid te benutten om het verzuimde in te halen. En er zal voor u alleen maar zegen uit voortvloeien dat u steeds gemakkelijker de geboden van de liefde voor God en de naaste zult vervullen, omdat u kracht zult ontvangen als u het serieus meent.

De mens moet zich eens intensief verdiepen in zijn plichten tegenover de naaste, wanneer hij juist dat gebod wil nakomen. Hij moet steeds voor ogen houden dat hij de naaste moet helpen in elke nood en benauwenis, zij het van aardse of geestelijke aard. En hij moet daarom zijn ogen niet gesloten houden voor diens nood. Hij moet er steeds aan denken hoe hem in dezelfde nood hulp van pas zou komen en hoe dankbaar hij die zou aannemen. En hij moet er steeds aan denken waar de medemens behoefte aan heeft, hetzij geestelijk of lichamelijk. Want ook geestelijke nood moet hij trachten op te heffen, waar dat mogelijk is, omdat dit een werk van liefde is met een bijzondere uitwerking op de ziel van de medemens.

Daarom kan de mens niet vaak genoeg in zichzelf keren en over alles nadenken wat God door Zijn geboden van de liefde van hem verlangt. Want steeds zijn deze het richtsnoer voor een juist geleefd aards bestaan. Steeds kan hij zich aan deze geboden houden, wil hij juist en naar de wil van God zijn aardse leven afleggen, steeds zichzelf en zijn medemensen tot zegen. Want God verlangt niets anders van de mens dan dat deze zich verandert tot liefde. Hij verlangt alleen dat hij Zijn geboden onderhoudt, om hem een gelukzalig leven in licht en kracht en vrijheid te schenken, wat echter zonder liefde ondenkbaar is. En elke volmaaktheid van de ziel hangt alleen maar af van de omvorming (van de eigenliefde) tot onzelfzuchtige liefde, die dan ook de liefde voor God garandeert en de vereniging met Hem tot stand brengt, waar alle gelukzaligheid in het geestelijke rijk van afhankelijk is.

Amen

La purification de l'âme à travers l'amour

Beaucoup de choses contribuent à votre purification, si vous vous tenez devant les yeux seulement toujours de nouveau les Commandements de l'amour pour Dieu et pour le prochain et vous vous demandez jusqu'où vous exécutez ces Commandements. Parce que si vous êtes honnêtes envers vous-mêmes, vous ne serez jamais satisfaits de vous-mêmes et de votre chemin de vie, parce que vous pourriez être toujours plus fervents dans vos actions d'amour et souvent vous perdez une opportunité. Mais déjà la volonté d'agir bien et déjà le fait de dérouler cette auto-observation, c’est un avantage pour votre âme, parce que chaque bonne volonté a pour conséquence une Bénédiction. Dans un tel sérieux examen vous vous rendez aussi compte de vos faiblesses que chaque homme a encore, même lorsque sa volonté est bonne, tant qu’il est fervent dans ses actions dans l'amour qui maintenant le remplissent de Force d'amour qui donne à la volonté une juste fortification. Vous ne croyez jamais avoir besoin d'une purification de votre âme ; vous ne croyez jamais avoir déjà atteint ce degré qui vous assure l'entrée dans le Règne de la Lumière, vous devez tendre et travailler sur vous-mêmes tant que vous vivez sur la Terre et vous ferez seulement bien, si vous vous consacrez plus souvent à de telles observations intérieures et cherchez à sonder vos erreurs et vos faiblesses. Votre volonté sera fortifiée et cherchera à exécuter continuellement le travail sur l'âme, parce que de telles auto-observations témoignent déjà de votre sérieuse volonté à devenir parfaits. Chaque omission d'une bonne action vous viendra à l'esprit durant une auto-observation, il vous reviendra à l'esprit chaque échec ou négligence des divins Commandements d'amour, et alors vous devez seulement toujours prendre la solide résolution de vous améliorer et d’utiliser chaque occasion de faire ce que vous avez manqué de faire, et pour vous ce sera seulement une Bénédiction, et vous vous acquitterez avec toujours plus de facilité des Commandements de l'amour pour Dieu et pour le prochain, parce que vous sentez la Force si votre volonté est sérieuse. L'homme doit toujours s'occuper avec ses devoirs envers le prochain, lorsqu’il veut s'acquitter justement de ce Commandement. Il doit toujours tenir compte du fait qu'il doit aider le prochain dans toute misère et oppression, qu’elle soit de genre terrestre ou spirituel. Donc il ne doit pas tenir fermé les yeux devant sa misère, il doit toujours imaginer comment il apprécierait une aide s’il était dans la même misère et avec combien de gratitude il l'accepterait. Il doit toujours se rappeler du prochain qui est dans le besoin, soit spirituellement aussi bien que corporellement, parce qu'il doit chercher à soulager aussi la misère spirituelle là où cela est possible, parce que cela est une œuvre d'amour d’un effet particulier pour l'âme du prochain. Donc l'homme ne peut pas entrer en lui assez souvent et réfléchir sur tout ce que Dieu exige au travers de Ses Commandements de l'amour, parce que ceux-ci sont toujours la ligne de conduite pour un chemin de vie terrestre vécu d’une manière corrigée, il doit toujours se conformer à ces Commandements, s’il veut mener sa vie terrestre d’une manière juste et selon la Volonté de Dieu, toujours pour sa Bénédiction et celle de son prochain. Parce que Dieu n’exige pas de l'homme autre chose que de marcher dans l'amour, Il exige seulement qu’il s'acquitte de Ses Commandements pour lui offrir une Vie bienheureuse dans la Lumière, la Force et la Liberté, chose qui n'est pas concevable sans amour. Chaque perfectionnement de l'âme dépend uniquement de la transformation (de l'amour propre) en amour désintéressé, qui ensuite garantit aussi l'amour pour Dieu et établit l'unification avec Lui dont dépend chaque Béatitude dans le Règne spirituel.

Amen