Wie zich d.m.v. gedachten in buitenaardse gebieden begeeft, wordt ook door buitenaardse krachten beinvloed, want hij is voortdurend door zulke krachten omgeven. Dit is echter een geestelijke beïnvloeding omdat, door de wil van de mens, het contact tot stand wordt gebracht tussen deze aardse wereld en de bovenaardse wereld. U, mensen moet nu echter wel van elkaar onderscheiden: het tot stand brengen van het contact met MIJ door het gebed en het contact met de geestelijke wereld door de wens iets door deze geestelijke krachten te weten te komen, dus een zich openen voor de invloed van die geestelijke wereld. Niets van het contact dat zo tot stand is gebracht, blijft onbenut, net eender of IK Zelf, of geestelijke krachten daarop reageren, omdat de aangeknoopte verbindingen vanaf de aarde naar de geestelijke wereld buitengewoon voornaam zijn voor de ontwikkeling van de ziel van de mens. Want de mens die op zich geestelijk blind is, moet ziende worden en de geestelijke ogen kunnen hem alleen maar geopend worden door het binnenstromen van licht dat uit MIJ, of ook wel via geestelijke wezens van het licht de mensen toestroomt.
Dus wordt elke band van de aarde met de geestelijke wereld welkom geheten van de kant van de Lichtwezens uit, die op de hoogte zijn van de staat van duisternis van de mensen op aarde en hun uitermate graag Licht zouden willen brengen volgens Mijn Wil. Mijn Wil bepaalt evenwel voor hen, uit te delen wat bevorderlijk is voor de mensen. En Mijn Wil houdt hen ook tegen waar voor de mens uit een te helder licht nadeel zou kunnen ontstaan, doordat het de ogen verblindt en ongeschikt maakt om te zien. Maar Mijn tegenstander gebruikt juist verblindende lichten omdat hij het gezichtsvermogen van de mens zou willen verminderen, omdat hij de ogen helemaal ongeschikt wil maken om het zachte licht uit MIJ waar te nemen, dat weldadig werkt en helder en duidelijk de juiste weg naar MIJ laat zien. Daarom is zijn streven heel veel verblindende lichten te laten stralen om de mensen in de war te brengen. Zijn streven is de mensen daarheen te brengen waar schijnbaar kennis te verkrijgen is, waar de mens gelooft een weten voor zichzelf te halen en toch geestelijk goed tot zich neemt dat helemaal op een dwaalspoor leidt.
Mijn tegenstander heeft veel van zulke middelen die hij gebruikt om het denken van de mensen steeds meer in verwarring te brengen. Hij ontsteekt vaak verblindende lichten die zo fel zijn dat de donkerste nacht de mensen omgeeft die lang in dit licht hebben gekeken, dat hun echter geen blijvend licht schenkt, maar hen plotseling weer in diepste duisternis dompelt. En talloze krachten uit de duisternis ondersteunen hem, doordat ze zich erbij voegen en als zogenaamde lichtwezens optreden, doordat ze de mensen ertoe brengen die bovengenoemde verbindingen met de geestelijke wereld aan te gaan door het toezenden van verkeerde gedachten, die op de een of andere manier de mensen strelen of hun voordeel beloven, zodat ze die gedachten niet loslaten en dus in een gebied komen waar die duistere krachten regeren.
Alleen al de bedoeling zich een weten te willen verschaffen zonder tot de juiste Bron te gaan, kan de mensen in een gevaarlijk gebied lokken, waaruit ze zich moeilijk weer kunnen bevrijden. De wens om buiten het kader te treden, iets ongewoons te beleven en met een weten dat ongewoon is, uit te willen blinken, brengt een mens op dit gevaarlijke terrein waar de duistere krachten hem geweld aandoen en dus zijn ogen blind maken. En met het oog op het einde bestaat er nog meer gevaar, want het universum is vol van gif spuwende geesten, die de trouwe knechten van Mijn tegenstander zijn om de mensen in het verderf te storten. Zijn invloed is geweldig omdat de mens zich niet verweert, maar hij zou hem de baas kunnen worden als hij zich alleen maar vol vertrouwen aan MIJ Zelf in JEZUS CHRISTUS zou overgeven, want IK heb hem overwonnen door Mijn kruisdood.
Maar de mens roept, inplaats van MIJ, andere krachten aan in het heelal en hij wordt ook door deze krachten aanhoord en bediend, vaak op een manier die steeds grotere duisternis brengt in plaats van helderheid. Steeds verder verwijdert hij zich van de waarheid, hij laat zich fascineren door drogbeelden, door waanvoorstellingen die Mijn tegenstander laat ontstaan. Hij geeft onrijpe geesten de mogelijkheid zich te uiten en neemt hun uitlatingen aan als zuivere waarheid. Hij wordt door Mijn tegenstander op de meest schandelijke manier op een dwaalspoor gebracht en gelooft steeds dat hij zelf in het licht staat. Maar hij wil de waarheid niet aannemen, die daarin bestaat dat Mijn Woord niet kan vergaan, dat het in vervulling gaat en dat Mijn Woord een einde heeft aangekondigd vanaf het begin van dit tijdperk. En dit einde zal komen en niemand zal in staat zijn het tegen te houden.
En wie bescherming zoekt, die zal deze alleen bij MIJ vinden, doch hij die zich tot krachten wendt die hem bescherming beloven, maar hem die niet kunnen geven, zal vergeefs roepen om hulp. Want deze krachten hebben slechts tot doel u in het verderf te storten, u de waarheid te onthouden en u niet de weg naar het licht te laten vinden. En luistert u naar hen, dan zult u ook verloren gaan en voor eeuwige tijden in hun macht blijven.
Amen
VertalerWer sich gedanklich in außerirdische Gebiete begibt, der wird auch von außerirdischen Kräften beeinflußt, denn er ist ständig von solchen Kräften umgeben. Es ist dies aber eine geistige Beeinflussung, weil durch den Willen des Menschen der Kontakt hergestellt wird zwischen der diesirdischen und der überirdischen Welt. Ihr Menschen müsset aber nun auseinanderhalten: das Herstellen des Kontaktes mit Mir durch das Gebet.... und den Kontakt mit der geistigen Welt durch den Willen, etwas von diesen geistigen Kräften zu erfahren, also ein Sich-Öffnen dem Einfluß jener geistigen Welt. Kein solches Herstellen des Kontaktes bleibt ungenützt, ganz gleich, ob Ich Selbst oder geistige Kräfte darauf reagieren, weil die angebahnten Verbindungen von der Erde zur geistigen Welt überaus wichtig sind für die Entwicklung der Seele des Menschen. Denn der an sich geistig blinde Mensch soll sehend werden, und die geistigen Augen können ihm nur geöffnet werden durch Einfließen des Lichtes, das aus Mir direkt oder auch über geistige Lichtwesen den Menschen zuströmt. Also wird jede Bindung von der Erde mit der geistigen Welt begrüßt von Seite der Lichtwesen, die um den Dunkelheitszustand des Menschen auf der Erde wissen und ihnen überaus gern Licht zutragen möchten nach Meinem Willen.... Mein Wille bestimmt sie jedoch, auszuteilen, was den Menschen zuträglich ist. Und Mein Wille hindert sie auch, wo dem Menschen aus einem zu hellen Licht Schaden erwachsen könnte, indem es die Augen blendet und unfähig macht zum Erkennen. Mein Gegner aber wendet gerade Blendlichter an, weil er die Sehkraft der Menschen herabsetzen möchte, weil er die Augen gänzlich unfähig machen will, das sanfte Licht aus Mir zu erkennen, das wohltätig wirkt und hell und klar den rechten Weg zu Mir aufzeigt. Darum ist es sein Bestreben, recht viele Blendlichter leuchten zu lassen, um die Menschen zu verwirren.... Es ist sein Bestreben, die Menschen dorthin zu führen, wo scheinbar Kenntnisse zu gewinnen sind, wo sich der Mensch ein Wissen zu holen glaubt und doch völlig irreführendes Geistesgut entgegennimmt.... Mein Gegner hat viele solcher Mittel, die er anwendet, um immer mehr das Denken der Menschen zu verwirren. Er zündet oft so grelle Blendlichter an, daß dunkelste Nacht die Menschen umfängt, die in dieses Licht lange hineingeschaut haben, das ihnen aber kein dauerndes Licht schenkt, sondern sie plötzlich wieder in tiefste Finsternis versetzt. Und zahllose Kräfte aus der Finsternis unterstützen ihn, indem sie sich einschalten und als angebliche Lichtwesen auftreten.... indem sie die Menschen zu jenen vorerwähnten Verbindungen mit der geistigen Welt veranlassen durch falsche Gedankenzuleitungen, die irgendwie den Menschen schmeicheln oder ihnen Vorteile versprechen, so daß sie jenen Gedanken nachgehen und so also in ein Gebiet gelangen, wo jene finsteren Kräfte regieren. Schon die Absicht, sich ein Wissen verschaffen zu wollen, ohne an die rechte Quelle zu gehen, kann die Menschen in ein gefährliches Gebiet locken, aus dem sie sich schwer wieder herausretten können.... Der Wille, aus dem Rahmen zu treten, Ungewöhnliches zu erleben und mit ungewöhnlichem Wissen glänzen zu wollen, bringt einen Menschen auf diesen gefährlichen Boden, wo die finsteren Kräfte ihm Gewalt antun und also seine Augen blenden. Und in Anbetracht des Endes besteht erhöhte Gefahr, denn das Universum ist voll der Gift-speienden Geister, die Meinem Gegner treue Knechte sind, um die Menschen zu verderben. Sein Einfluß ist gewaltig, weil sich der Mensch nicht wehrt, aber er könnte Herr werden über ihn, würde er sich nur vertrauensvoll Mir Selbst in Jesus Christus übergeben, Der Ich ihn besiegt habe durch Meinen Kreuzestod. Aber der Mensch ruft statt Meiner andere Kräfte an im All, und er wird auch von diesen Kräften angehört und bedient.... oft in einer Weise, die stets größere Finsternis bringt statt Helligkeit. Immer weiter entfernt er sich von der Wahrheit, er läßt sich gefangennehmen von Trugbildern, von Sinnestäuschungen, die Mein Gegner erstehen läßt.... Er gibt unreifen Geistern die Möglichkeit, sich zu äußern, und nimmt deren Äußerungen als reine Wahrheit an.... Er wird von Meinem Gegner in schändlichster Weise irregeführt und glaubt sich immer selbst im Licht stehend.... Aber er will nicht die Wahrheit annehmen, die darin besteht, daß Mein Wort nicht vergehen kann, daß es sich erfüllet und daß Mein Wort ein Ende angekündigt hat seit Beginn dieser Epoche.... Und dieses Ende wird kommen, und niemand wird es aufzuhalten vermögen.... Und wer Schutz suchet, der wird ihn nur finden bei Mir, doch es wird vergeblich rufen um Hilfe, der sich an Kräfte wendet, die ihm Schutz versprechen und ihn nicht geben können.... Denn diese Kräfte haben nur das Ziel, euch zu verderben, euch die Wahrheit vorzuenthalten und euch nicht zum Licht finden zu lassen.... Und höret ihr diese, dann werdet ihr auch verlorengehen und für ewige Zeiten in ihrer Gewalt verbleiben....
Amen
Vertaler