In totale onwetendheid begint u uw aardse leven als mens. De ziel is nog door geestelijke duisternis omgeven, daar ze eerst in de toestand van het zelfbewustzijn moet komen, voordat ze er nu ook aan kan beginnen de dichte omhulsels om zich heen op te lossen. Ze kan dit ook al doen zonder een bijzonder weten te hebben ontvangen, want ze kan al in de vroegste jeugd de goede gewaarwordingen en gevoelens in zich op de voorgrond laten komen, ofschoon ze niet volgens een bepaald inzicht handelt. Maar de mens moet zich steeds van zichzelf bewust zijn, daar anders zijn denken en handelen niet beoordeeld zou kunnen worden. Zo'n kind brengt al vroegtijdig de liefdesvonk in zich tot ontplooiing. Het is goed omdat het van binnen uit daartoe wordt aangezet, terwijl daarentegen een ander kind in dezelfde zelfbewustzijnstoestand aan de slechte aandriften in zich toegeeft, ofschoon het 't zwakke gevoel van verkeerd handelen in zich bespeurt. Van inzicht kan in beide gevallen nog geen sprake zijn, maar de liefdesvonk is in ieder mens gelegd. En zo is de aanvankelijke handelwijze bij kinderen alleen verschillend omdat hun zielen verschillend op het innerlijke aansporen reageren. Maar ieder kind is zich toch ervan bewust of het goed of slecht handelt, zodra het eerst eens zelf het stadium van het zelfbewustzijn heeft bereikt.
En nu wordt het kind dus langzaam ook een weten overgebracht. Het leert ordeningswetten kennen, dat wil zeggen: het wordt hem steeds begrijpelijker en hij zal ook bij zichzelf merken wat een goede of een slechte uitwerking heeft. Het begrip van goed en kwaad wordt hem bijgebracht en wederom zullen nu de opgroeiende mensen verschillend reageren al naargelang ze zelf de vlam van de liefde in zich ontsteken en zich van binnenuit laten beïnvloeden. En in overeenkomst hiermee groeit ook het inzicht, óf de aanvankelijke blindheid van de ziel blijft bestaan. Want het van buitenaf aan de mens toegekomen weten hoeft nog lang geen inzicht te zijn, maar wordt dat pas wanneer de liefde in de mens het weten tot leven brengt. Weliswaar kan het weten het verstand geheel in beslag nemen, maar het blijft dan steeds slechts een schijnlicht dat de kracht niet heeft in de ziel van de mens helderheid te verspreiden en de ziel daarom verder door omhulsels omgeven is. De mens wordt echter ter verantwoording geroepen vanaf het tijdstip waarop hij zich van zichzelf bewust is, waarop hij in zich de stem van het geweten kan vernemen, waarop dus het gevoel voor goed of kwaad in hem is ontwaakt. Dat kan bij het ene kind vroeger, bij het andere later zijn. Maar de voorwaarde is dan ook dat het zich moet verantwoorden voor zijn handelen. Maar steeds wordt er rekening gehouden met de zwakheid van zo'n ziel die vroegtijdig het aardse leven weer op moet geven. Steeds wordt de graad van rijpheid in aanmerking genomen en ook het weten dat de mens tot nu toe toegekomen is. Want volledig inzicht kan niet als maatstaf gelden, daar deze pas door de liefde kan worden verkregen.
Maar de mens wordt beoordeeld in overeenstemming met de liefde en deze kan in ieder mens worden ontstoken en opvlammen. Maar de liefdesvonk kan ook verstikt worden en dat betekent ook altijd slecht denken en handelen. Dat komt tevoorschijn, zodra de mens zich bewust wordt als "wezen" dat zijn wil kan gebruiken. En het zal deze wil gebruiken, passend bij zijn kwade, niet tot liefde genegen ziel. En het zal zich ook voor een hem toegekomen weten afsluiten, dus deze innerlijke kwade aandrift wordt niet door "inzicht" verstikt. Pas wanneer een kind kan worden beïnvloed iets goeds te doen kan deze kwade instinctieve drang verloren gaan en dan kan ook de stem van het geweten zich weer duidelijker uiten.
En daarom rust er een hele grote verantwoording op de ouders, die er alles aan zouden moeten doen in het kind de liefde te wekken. Ze moeten het aansporen behulpzaam te zijn en zo in de kinderen het gevoel van hulpvaardigheid ontwikkelen en al te egoïstische neigingen in hen te verstikken. Want zodra de liefdesvonk maar ontstoken is zal die zich ook uitbreiden en zal de ziel niet meer in duisternis gehuld zijn. Het zal vanzelf licht worden in het hart. En het denken en handelen van het kind zal nu al een bewust denken en handelen zijn. En dat kan het spoedig ook het licht van het inzicht opleveren, zodra hem nu het overeenkomstige weten wordt overgebracht. Want de liefde is alles. En ieder mens is tot liefde in staat omdat God zelf in ieder mens een vonk heeft gelegd, het aandeel van Hem zelf, om hem uit de toestand van de dood in de toestand van het leven terug te leiden.
Amen
VertalerVocê começa sua existência terrena como um ser humano em completa ignorância. A alma ainda está rodeada de trevas espirituais, porque primeiro tem de alcançar o estado de consciência do ego antes de poder começar a dissolver a densa cobertura ao seu redor. Também pode fazê-lo sem ter recebido nenhum conhecimento especial, pois pode deixar que os bons sentimentos surjam em si mesmo, mesmo na sua juventude mais precoce, embora não aja de acordo com um certo conhecimento. Mas o ser humano deve estar sempre consciente de si mesmo, caso contrário, seus pensamentos e ações não poderiam ser avaliados. Tal criança desenvolve a centelha do amor dentro de si mesma em idade precoce; ela é boa porque é impelida para ela a partir de dentro, enquanto outra criança no mesmo estado de consciência do ego cede aos maus instintos dentro de si mesma, embora sinta a sensação tênue de maldade dentro de si mesma. Em ambos os casos, ainda não pode haver qualquer questão de realização, mas a centelha do amor é inerente a cada ser humano, e assim a forma inicial de agir só é diferente nas crianças porque a sua alma reage de forma diferente ao impulso interior, mas cada criança tem consciência se está a agir bem ou mal.... uma vez atingido o estágio de consciência do ego. E agora a criança também é lentamente informada.... se familiariza com as leis da ordem, ou seja, se torna cada vez mais compreensível para ela, e também experimentará em si o que é bom ou o que é mau.... será ensinado o conceito do bem e do mal, e novamente, as pessoas em crescimento reagirão de forma diferente, dependendo de acenderem a chama do amor dentro de si mesmas e se deixarem influenciar por dentro. E o conhecimento também crescerá em conformidade, ou a cegueira inicial da alma permanecerá, pois o conhecimento fornecido ao ser humano de fora não precisa ser conhecimento por muito tempo, mas só se tornará assim quando o amor no ser humano animar o conhecimento.... O conhecimento pode, de fato, preencher o intelecto, mas então ele permanecerá apenas uma luz cega que não tem força para espalhar brilho na alma do ser humano e, portanto, a alma continua a ser cercada por conchas. No entanto, o ser humano é considerado responsável a partir do momento em que está consciente de si mesmo, quando pode ouvir a voz da consciência dentro de si mesmo...., quando o sentimento de bem ou mal despertou nele, que pode ser mais cedo para uma criança, mais tarde para outra, mas que é o pré-requisito para ele ter de responder pelos seus actos. Mas a fraqueza de tal alma é sempre levada em consideração, que tem de desistir da vida terrena novamente numa fase inicial. O grau de maturidade é sempre levado em consideração e também o conhecimento que o ser humano tem recebido até agora. Pois o pleno conhecimento não pode ser considerado um padrão, uma vez que tal conhecimento só pode ser adquirido através do amor. No entanto, o ser humano é avaliado segundo o amor, e isto pode inflamar-se e inflamar-se em cada pessoa, mas a centelha do amor também pode ser apagada, e isto significa sempre também maus pensamentos e acções que aparecem assim que o ser humano se torna consciente de si próprio como um ser que pode usar a sua vontade e que a usará segundo a sua alma má que não está disposta a amar e que também se fechará ao conhecimento que lhe foi fornecido.... Assim, um "conhecimento" não sufoca este impulso maligno interior. Só quando uma criança pode ser influenciada a fazer algo de bom é que este desejo mau pode ser perdido e então também a voz da consciência se expressa mais audivelmente novamente. E é por isso que os pais têm a grande responsabilidade de fazer tudo o que estiver ao seu alcance para despertar o amor na criança, para encorajá-la a ajudar de pequenas maneiras e assim desenvolver um sentimento de ajuda nas crianças e sufocar nelas todos os instintos demasiado egoístas. Pois assim que a centelha do amor se acender, ela se espalhará, e a alma não será mais envolta em trevas, ela se tornará automaticamente luz no coração, e o pensamento e a ação da criança já estará consciente e logo também lhe será transmitida a luz do conhecimento, assim como o conhecimento correspondente.... Porque o amor é tudo.... e cada ser humano é capaz de amar, porque o próprio Deus colocou uma centelha em cada ser humano, a parte de si mesmo, a fim de devolvê-lo do estado de morte para o estado de vida...._>Amém
Vertaler