Vergelijk Kundgabe met vertaling

Meer vertalingen:

Bezetenheid

De mens moet zich steeds voorstellen dat hij door goede en door kwade krachten wordt beïnvloed die beide zijn ziel voor zich willen winnen. Met de beïnvloeding door geestelijke krachten in uw leven zult u echter rekening moeten houden wanneer uw denken op de waarheid is gericht. De wil van de mens is vrij en toch kan welke invloed dan ook buitengewoon sterk zijn wanneer de mens karaktertrekken in zich heeft die lijken op die van de beïnvloedende wezens.

U zult dat zo moeten zien: meer of minder is ieder mens belast met aandriften of karakteristieke eigenschappen uit de tijd van voor zijn belichaming als mens en meer of minder moet hij dus strijden omdat hij ze kan overwinnen of afleren wanneer hij dat ernstig wil. Maar zulke, de mens belastende soorten aanleg kunnen ook geestelijke wezens met dezelfde aard gelegenheid geven binnen te sluipen, zo'n geestelijke kracht kan dus dan de ziel van de mens beheersen, wat u mensen bestempelt als bezetenheid. Maar is dit gelukt, dan is de ziel van haar verantwoordelijkheid ontheven, daar het haar als het ware onmogelijk wordt gemaakt de vrije wil te gebruiken, want die andere wil is sterker en zet de mens tot handelingen aan die niet de wil van de ziel hoeven te zijn. Dan is dus schijnbaar een "vrije" wil uitgeschakeld, ofschoon hij het wezen niet is ontnomen, hij kan alleen niet worden gebruikt in het stadium dat moet dienen om de ziel te beproeven. Dan moet er dus rekening worden gehouden met de wil van een wezen dat aards niet ter verantwoording kan worden geroepen omdat het onbereikbaar is. Maar de mens zelf is evenmin aansprakelijk te stellen daar hij "beheerst" wordt.

Waarom en met welk doel dit nu is toegelaten, is u mensen niet in een paar woorden duidelijk te maken, want ook in het rijk der lage geesten bestaan er wetten die altijd vervuld worden en ook weer de vrije wil als motivering hebben. Maar tegen mijn wil of mijn toelating in zouden die wezens zich niet van het lichaam van een mens kunnen bedienen en soms hangt ook de verlossing van hen ervan af omdat ook zulke krachten kunnen veranderen als ze daartoe geneigd zijn, zoals ook heel bijzondere beweegredenen zo'n toelating van mijn kant kunnen motiveren. En begrijpelijkerwijs kan dan de eigenlijke ziel van de mens niet ter verantwoording worden geroepen. Er wordt haar echter gelegenheid geboden de haar ontnomen tijd voor het beproeven van de vrije wil in te halen, vaak ook nog in het aardse leven, wanneer het gelukt is die geest te verdrijven, wat wel mogelijk is bij een juiste instelling tegenover Mij en een waar geloof in Mij. Maar er moeten dan mensen meehelpen, want zulke geestelijke wezens geven niet gemakkelijk hun macht over het lichaam op. Maar ze kunnen ertoe worden gebracht door ernstig Jezus Christus aan te roepen. De naam van Degene die mijn tegenstander overwon kan wel het werk van deze verlossing volbrengen, maar Hij moet in alle gelovigheid worden uitgesproken opdat Ik dan die geest kan gebieden zijn menselijk omhulsel te verlaten.

In de eindtijd is er een uitgesproken werkzaam zijn van de krachten van beneden en veel lichamen worden door hen in bezit genomen, maar steeds alleen dan, wanneer de ontwikkelingstijd van voor de belichaming voorbij is gegaan zonder de ziel zo'n rijpheid te hebben opgeleverd dat ze zich zelf kan verweren tegen die inbezitneming, omdat ze niet de nodige bekwaamheden biedt die het de slechte krachten toestaat tot inkeer te komen. Haar tijd zal echter vervuld zijn. Ook de ontbrekende zielerijpheid staat een belichaming als mens toe, hem zelf of ook die geestelijke kracht nog een mogelijkheid biedend, zich te verlossen voor het einde. De ziel zelf zal moeilijk het doel bereiken, maar onmogelijk is het haar niet wanneer de medemensen zo'n ziel opnemen en haar helpen van haar pijniger af te komen, om welke reden ook hier weer een missie is te zien, een hulpverlening waaraan mensen kunnen deelnemen en die als werk van erbarmende naastenliefde grote zegen oplevert.

Waar de wil van de mens als het ware gebonden is, moet de wil van de medemensen buitengewoon sterk streven naar diens redding en als dit in barmhartige liefde gebeurt, zal het ook succes hebben. Liefde zal bij zulke mensen veel bereiken, omdat óf die kwade geest er weldadig door wordt geraakt en hij zich een verandering van wil voorneemt, óf hem het verblijf in de menselijke vorm zo onbehaaglijk wordt dat hij die verlaat omdat hij vlucht voor de liefde. Liefde is de enige kracht die kan verlossen, zowel zo'n mens alsook een kwade geest die zich in hem ophoudt, want de liefde behaalt altijd de zege.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Gerard F. Kotte

Possession

L'homme doit toujours penser qu'il est influencé par des forces bonnes et mauvaises, que les deux veulent conquérir son âme pour elles. Vous devez toujours prendre en compte l'influence de ces forces spirituelles dans votre vie lorsque vos pensées sont orientées selon la Vérité. La volonté de l'homme est libre, et malgré cela vraiment cette influence peut être très forte lorsque l'homme a en lui des caractéristiques qui ressemblent à ces êtres qui l'influencent. Vous devez le comprendre de cette manière : chaque homme est plus ou moins rempli d'instincts ou de particularités provenant de ses incorporations antécédentes, et donc il doit combattre plus ou moins pour pouvoir les vaincre ou les déposer s'il le veut sérieusement. Mais de telles prédispositions qui chargent l'homme peuvent aussi donner à des êtres spirituels de la même espèce l'occasion de s'insinuer ; donc une telle force spirituelle peut maintenant dominer l'âme de l'homme, c’est ce que vous les hommes appelez possession. Mais si cela a lieu, alors l'âme est privée de sa responsabilité, vu qu’il lui est rendu presque impossible d'employer sa libre volonté, parce que cette volonté est plus forte et pousse l'homme à des actions qui ne correspondent pas nécessairement à la volonté de l'âme. Alors une «libre volonté» est apparemment suspendue, bien qu’elle ne soit pas enlevée à l'être, seulement elle ne peut pas être employée dans le stade qui doit servir à l'âme comme épreuve. On doit donc tenir compte du fait que la volonté de cet être n'est pas responsable du point de vue terrestre, parce qu'elle est impossible à atteindre. L'homme lui-même n'est pas responsable, vu qu’ «il est possédé». Pourquoi et dans quel but cela est-il permis, à vous hommes cela ne peut pas vous être expliqué en peu de mots, parce que même dans le règne des esprits inférieurs ils existent des lois qui sont toujours observés et ont aussi de nouveau comme raison la libre volonté. Mais ces êtres ne peuvent pas se servir du corps d'un homme contre Ma Volonté ou contre Ma Concession, et parfois leur Libération dépend de cela, parce que même ces forces peuvent se modifier si elles en ont la volonté, mais aussi des raisons très particulières peuvent motiver une telle Concession de Ma Part. Et il est compréhensible qu'alors la vraie âme de l'homme ne peut pas être rendue responsable, mais il lui est offert l'occasion de récupérer le temps qui lui a été soustrait pour l'épreuve de sa libre volonté, souvent même déjà dans la vie terrestre, si elle a réussi à chasser cet esprit, chose qui est bien possible avec une juste prédisposition envers Moi et avec une juste foi en Moi. Mais alors des hommes doivent collaborer, parce que ces êtres spirituels ne renoncent pas facilement à leur domination sur un corps, ils ne peuvent y être poussé qu’au moyen d'une sévère prière à Jésus Christ, le Nom de Celui Qui a vaincu Mon adversaire, cela peut certes accomplir le travail de Libération mais le nom de Jésus doit être prononcé avec toute la foi, pour que maintenant Je puisse commander à cet esprit d'abandonner son enveloppe humaine. Dans le temps de la fin l’action de ces forces issues du bas est évidente, et beaucoup de corps sont pris en possession par elles, mais toujours seulement lorsque le temps de développement antécédent est dépassé sans avoir fait gagner à l'âme une maturité telle qu'elle puisse se défendre elle-même contre cette prise de possession, parce qu'elle n’offre pas à celles-là les dispositions nécessaires qui barreraient l'accès aux forces mauvaises, mais leur temps est accompli. Aussi l'insuffisante maturité de l'âme concède une incorporation en tant qu’homme pour offrir à lui-même ou bien aussi à cette force spirituelle encore une possibilité de se racheter avant la fin. L'âme elle-même arrivera difficilement au but, mais cela ne lui est pas impossible, lorsque le prochain prend soin d’une telle âme et l'aide à se libérer de son tourmenteur, c'est pourquoi une mission peut également être identifiée ici, c’est une œuvre d'aide dans laquelle des hommes peuvent participer et qui en tant qu’œuvre de miséricorde et d'amour pour le prochain entraine une grande bénédiction. Là où la volonté de l'homme est liée, pour ainsi dire, alors la volonté du prochain doit tendre d’une manière très forte à son salut, et si cela se passe par l'amour miséricordieux, cela sera aussi un succès. L'amour qui est dans de tels hommes obtiendra beaucoup, parce qu'il touche, même si c’est involontairement, un tel esprit immonde de sorte qu’il entraine un changement de volonté ou bien que la permanence dans la forme humaine lui devienne si désagréable qu’il l’abandonne parce qu'il fuit l'amour. L'amour est l'unique force qui peut libérer un tel homme comme aussi un esprit immonde qui s'est caché en lui, parce que l'amour remporte toujours la victoire.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Jean-Marc Grillet