Vergelijk Kundgabe met vertaling

Meer vertalingen:

Het niet benutten van het leven - Kerkelijke christenen

Er moet rechtstreeks op de mensen worden ingewerkt, want aan het lot dat de medemensen overkomt, schenken ze geen aandacht en ze blijven er ongevoelig voor. Ze trekken dus ook geen conclusies die hen op hun levensweg gunstig zouden kunnen beïnvloeden. De onverschilligheid van de mensen is veel erger dan een bot afwijzen. Want zoiets komt voort uit onwetendheid en kan altijd nog een verandering van gezindheid tot gevolg hebben, terwijl op een onverschillig mens nergens greep is te krijgen en die daarom reddeloos verloren gaat, wanneer hij niet kan worden wakker geschud uit zijn onverschilligheid, wat steeds een in het nauw brengen van zijn eigen leven vergt. Ondanks een kerkelijk geloof en een schijnbaar religieus leven kunnen de mensen zich in een geestelijke leegte bevinden, omdat hun ziel er op geen enkele manier aan deelneemt, omdat slechts puur mechanisch eisen worden vervuld en een geestelijke instelling daarvoor totaal ontbreekt. Deze mensen zullen uiterlijk tot de "rechtvaardigen" worden gerekend, tot de "gelovigen". Maar het zijn steeds slechts kerkelijke christenen, bij wie hun christenzijn een wereldlijke aangelegenheid is, net als al het andere.

Dezen op de hoogte te brengen dat hun de geest ontbreekt, zou zonder resultaat zijn, want ze hebben van zichzelf een te hoge dunk en nemen zulke onderrichtingen niet aan, zich steeds beroepend op de vervulling van datgene wat door de kerk van hen wordt geëist. En toch is hun leven nutteloos wanneer het geen blijk geeft van liefde. En deze mensen moeten vaak hard worden aangepakt opdat ze ontwaken uit hun zielenslaap, opdat ze zich bezinnen en zich afvragen wat wel de reden van zulke slagen van het noodlot zou mogen zijn. Ze moeten zelf worden getroffen, pas dan is het mogelijk dat ze zich serieus met geestelijke vragen bezighouden en dan zijn de slagen van het noodlot zegenrijk geweest. Zodra de mens gewillig is in liefde te leven, zal hem ook het lot van de medemens beroeren en dan kan hij geestelijk voordeel behalen uit alles wat hij om zich heen meemaakt.

Maar de mensen hebben een verhard gemoed, de liefde is bekoeld. En al is het ongeluk nog zo groot, het brengt geen warm gevoel in de medemens teweeg en nog veel minder zet het hem aan tot nadenken over de reden, of tot verandering van zijn levenswandel. De mensen verkeren in gevaar wegens hun onverschilligheid, want alle hulpmiddelen blijven zonder gevolg zolang die op hen geen indruk maken. En daarom moeten er steeds zwaardere slagen over de mensen komen en de nood zal niet minder worden, omdat alleen die als oproep tot ontwaken kan worden gehoord en een verandering van de gezindheid tot stand kan brengen. Want alles wordt nog geprobeerd wat zou kunnen dienen om die zielen te redden.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Gerard F. Kotte

Marcha en vacío de la vida - Cristianos de iglesia

Los hombres tienen que ser directamente influenciados, pues del destino que les toca a sus semejantes hacen ellos poco caso, y permanecen inafectados de eso, no sacan consecuencias, por lo tanto, de ninguna clase, las que podrían influenciar su conducta favorablemente. La indolencia de los hombres es mucho peor que un burdo rechazo, pues uno tal procede de la ignorancia y puede siempre llevar a un cambio del carácter, mientras que a un hombre indolente no se le puede agarrar por ningún lado y por eso puede ser que sin salvación se pierda, si no puede ser espantado de su indiferencia. Lo cual exige siempre un apuro de su propia vida. Los hombres pueden encontrarse en un vacío espiritual a pesar de su fe eclesiástica y aparente vida religiosa, porque su alma no se participa en ningún modo, porque sólo cumplirá exigencias meramente mecánicas y para ellas falta por completo una actitud y sintonización espiritual. Esos hombres contarán hacia afuera de los justos, a los "fieles". Pero siempre son sólo cristianos de iglesias, a los que su cristianismo es un asunto mundano como todo lo demás.

Instruir a estos de que les falta el espíritu, sería infructuoso, pues ellos tienen de sí mismos un parecer demasiado alto y no admiten tales instrucciones, apoyándose siempre en el cumplimiento de aquello, que eclesiásticamente se exige de ellos. Y no obstante es su vida una marcha en vacío, si no se deja reconocer una conducta de amor. Y a estos hombres hay que darles una conducta en amor. Y estos hombres tienen que ser agarrados con firmeza, para que despierten del sueño de su alma, para que reflexionen y se pregunten, cuál puede ser el motivo de tales infortunios. Ellos mismos tienen que estar afectados, entonces es posible, que seriamente se ocupen con preguntas esprituales, y entonces los reveses de la vida han sido de bendición. Así como el hombre sea solícito en amor, le afectará el destino de sus semejantes, y entonces puede sacar él un provecho espiritual de todo lo que se les presencia a su alrededor. Pero los hombres son de corazón endurecido, el amor se ha enfriado. Y por muy grande que sea la desgracia, no causa un sentir sincero en sus semejantes, y aún mucho menos los induce a reflexionar sobre el motivo o al cambio de su conducta. Es un peligro en el que están los hombres a causa de su indiferencia, pues todos los remedios se quedan sin éxito tanto tiempo como ellos no estén afectados. Y por eso tienen que sobrevenir a los hombres golpes duros, y la desgracia no cesará, porque ella únicamente es el grito despertador y puede llevar a cabo un cambio de opinión. Todo se intentará todavía, lo que pueda servir a cada una de esas almas de salvación.

Amén

Vertaler
Vertaald door: Pilar Coors