• Terug

Het werk van hen die zielen in het hiernamaals willen verlossen - naar Gods wil

Vertrouw op mijn woorden en geloof toch dat mijn liefde over u waakt. Dat Ik u behoed voor alle aanvallen van mijn tegenstander als u tot Mij uw toevlucht neemt in aardse en geestelijke nood. Uw wil garandeert u ook mijn hulp en mijn bescherming. Ik beoordeel alleen uw wil en overeenkomstig die wil bevindt u zich in mijn handen of in de handen van mijn tegenstander. Is de wil op Mij gericht en is er het verlangen naar mijn welgevallen te leven, dan zult u er ook van op aan kunnen dat Ik u begeleid. Is uw wil gericht op de wereld en haar goederen, dan behoort hij mijn tegenstander toe en dan heeft deze ook macht over u. Hij kan die echter nooit meer hebben als u op Mij aanstuurt, als u Mij zoekt en tot Mij bidt in geest en in waarheid.

Uw geloof is nog zwak, maar het zal versterking ondervinden zodra u maar steeds probeert in de liefde te leven. En u zult er steeds zekerder van zijn dat mijn vaderliefde allen geldt die nog niet verlost zijn op de aarde, en ook niet verlost sterven of gestorven zijn. Al deze zielen bevinden zich in grote nood en mijn liefde wil hen niet voor eeuwig in deze nood laten. Daarom schep Ik voor hen talloze mogelijkheden opdat zij een uitweg uit hun nood vinden, zonder echter hun vrije wil te beperken.

Maar Ik ken de wil van ieder afzonderlijk mens en van iedere ziel die zich in het rijk hierna ophoudt. Ik weet wanneer hij bereid is de weg tot Mij te gaan en Ik laat u mensen deelnemen aan het verlossingswerk omdat er ontzaglijk veel werk te verrichten is en omdat iedere ziel de gelegenheid moet worden geboden haar weerstand op te geven en zich open te stellen voor het eeuwige heil. Denk aan het enorm grote aantal zielen dat nog ver van Mij afstaat. Zielen, die geen geloof hebben en die Ikzelf niet benaderen kan omdat zij niet in Mij geloven. Ik doe echter steeds moeite om voor deze zielen ook mogelijkheden te scheppen langs omwegen tot Mij te komen. En u mensen kunt Mij daarbij helpen door u over deze zielen te ontfermen, doordat u hun vertelt over Mij. Want zij luisteren eerder naar u, als zij tenminste bereid zijn hun gebrekkige toestand te veranderen.

Aan de ene kant is er een beklagenswaardige ongelovigheid te constateren, aan de andere kant echter begint er een omvangrijk verlossingswerk - gericht op de zielen in het geestelijke rijk, omdat op aarde dit verlossingswerk meestal zonder succes blijft. Mijn tegenstander heeft grote macht over de mensen op aarde, omdat deze te veel in het materiële verstrikt zijn en hij hen met wereldse goederen lokt. In het rijk hierna ziet menige ziel de waardeloosheid in van wat zij op aarde nastreefde, want nu bevindt zij zich in de grootste armoede en duisternis. En daarom zijn zulke zielen nu vaak gemakkelijker te winnen als in hen het geloof maar kan worden opgewekt. En Ik beschik waarlijk over veel middelen die Ik aanwend en die ook maar heel zelden zonder succes blijven. Het bestaan van deze zielen in het hiernamaals kan u niet zo beschreven worden zoals het is, want er zal steeds een verhulling blijven die u de blik in het hiernamaals belet.

Maar u kunt gerust geloven dat Ik Mij over alle zielen ontferm en voor hun redding ook u mensen erbij betrek, wanneer daardoor de mogelijkheid van meer succes verzekerd is. Wie Mij dienen wil die kan Mij ook dienen en wordt dan door Mij op die plaats gezet, waar zijn werk succesvol is. Maar steeds moet u geloven aan mijn overgrote liefde en barmhartigheid, dan is u ook alles begrijpelijk en u twijfelt dan ook niet meer aan de opdracht die Ik u stel. U dient Mij dan graag en bent ook overtuigd van de zegen van uw arbeid. U helpt mee aan de verlossing van ontelbare zielen uit nood en pijn, u leidt hen op de weg naar licht en gelukzaligheid.

Amen

Erlöserarbeit an jenseitigen Seelen im Willen Gottes....

Vertrauet Meinen Worten und glaubet nur, daß Meine Liebe über euch wachet und daß Ich euch schütze vor allen Angriffen Meines Gegners, so ihr zu Mir eure Zuflucht nehmet in irdischer und geistiger Bedrängnis.... Euer Wille sichert euch auch Meine Hilfe und Meinen Schutz. Ich werte nur euren Willen, und diesem Willen entsprechend befindet ihr euch in Meinen Händen oder in den Händen Meines Gegners. Gilt der Wille Mir und dem Verlangen, Mir zum Wohlgefallen zu leben, so könnet ihr euch auch von Mir betreut wissen.... Gilt euer Wille der Welt und ihren Gütern, so gehöret er Meinem Gegner, und dann hat er auch die Macht über euch, die er aber nimmermehr haben kann, so ihr Mir zustrebet, so ihr Mich suchet und zu Mir betet, im Geist und in der Wahrheit. Euer Glaube ist noch schwach, doch er wird Stärkung erfahren, sowie ihr euch nur immer bemühet, in der Liebe zu leben, und stets mehr wird es euch zur Gewißheit werden, daß Meine Vaterliebe allen gilt, die noch unerlöst sind auf Erden und auch unerlöst abscheiden oder abgeschieden sind von dieser Erde. Alle diese Seelen sind in großer Not, und Meine Liebe will sie nicht ewig in dieser Not belassen. Und so schaffe Ich ihnen unzählige Möglichkeiten, daß sie aus ihrer Not herausfinden, ohne aber ihren freien Willen zu bestimmen.... Aber Ich weiß um den Willen jedes einzelnen Menschen und jeder Seele, die im jenseitigen Reich weilet. Ich weiß es, wann er bereit ist, den Weg zu Mir zu gehen, und Ich lasse euch Menschen teilnehmen an der Erlösungsarbeit, weil unsagbar viel Arbeit zu leisten ist und weil einer jeden Seele Gelegenheit geboten werden soll, ihren Widerstand aufzugeben und sich dem ewigen Heil zuzuwenden. Denket an die Unzahl von Seelen, die Mir noch fernstehen, die keinen Glauben haben und denen Ich Selbst daher Mich nicht nahen kann, weil sie nicht an Mich glauben.... Diesen Seelen aber auch Möglichkeiten zu schaffen, auf Umwegen zu Mir zu gelangen, bin Ich ständig bemüht, und ihr Menschen könnet Mir dabei helfen, indem ihr euch jener Seelen annehmet, indem ihr ihnen Kenntnis gebet von Mir, weil sie euch eher anhören, wenn sie überhaupt bereit sind, ihre Notlage zu ändern. Es ist auf der einen Seite eine beklagenswerte Glaubenslosigkeit zu verzeichnen, auf der anderen Seite aber setzt eine umfassende Erlösungsarbeit ein an den Seelen im geistigen Reich, weil auf Erden diese Erlösungsarbeit zumeist erfolglos bleibt. Mein Gegner hat große Macht über die Menschen auf Erden, weil diese zu sehr in die Materie verstrickt sind und er sie mit materiellen Gütern lockt. Im jenseitigen Reich erkennt so manche Seele den Unwert dessen, was sie auf Erden anstrebte, weil sie sich in größter Armut und in Finsternis befindet, und darum sind sie leichter zu gewinnen, wenn in ihnen nur der Glaube geweckt werden kann.... Und Ich habe wahrlich viele Mittel, die Ich in Anwendung bringe und die auch nicht selten von Erfolg sind. Das Dasein jener Seelen im Jenseits kann euch nicht so geschildert werden, wie es ist, und eine Hülle wird stets bleiben, die euch den Blick ins jenseitige Reich verwehrt.... Doch ihr könnet es glauben, daß Ich Mich aller Seelen annehme und zu ihrer Rettung auch euch Menschen heranziehe, wenn dadurch eine größere Erfolgsmöglichkeit gesichert ist. Wer Mir dienen will, der kann Mir auch dienen, und er wird von Mir an den Platz gestellt, wo seine Arbeit erfolgreich ist.... Doch immer müsset ihr glauben an Meine übergroße Liebe und Barmherzigkeit.... Dann ist euch auch alles verständlich, und ihr zweifelt nicht mehr an der Aufgabe, die Ich euch stelle.... Ihr dienet Mir dann gern und seid auch überzeugt von dem Segen eurer Arbeit.... ihr helfet mit an der Erlösung unzähliger Seelen aus Not und Pein.... ihr führet sie den Weg zu Licht und Seligkeit....

Amen