Niet Mijn Wil bepaalt uw geestelijke toestand, zowel op aarde als ook in het hiernamaals, integendeel, alleen uw wil. Geen mens wordt van Mijn genade uitgesloten, geen mens kan zeggen van MIJ nooit steun te hebben ondervonden, maar zijn wil kiest of en in hoeverre hij gebruik maakt van het schenken van Mijn genaden. Mensen die geestelijk streven, die inzicht hebben, zijn alleen maar op hun geestelijk niveau aangeland omdat ze de schenking van genade door MIJ benutten, het was alleen hun wil die MIJ geen weerstand bood en die bereid was Mijn Hand vast te pakken als Die zich in medelijdende Liefde naar hen uitstrekte. En alle mensen zouden hetzelfde kunnen doen. Mijn Hand strekt Zich uit naar alle mensen op velerlei manieren, om ze op te trekken uit 'n lage. geestelijke toestand naar omhoog. Maar IK kan hen niet tegen hun wil in in een toestand verplaatsen, welke het lot is van diegenen die MIJ ter wille zijn. IK kan en wil hen niet in dwangposities verplaatsen, omdat een positieve ontwikkeling onder dwang niet een werkelijk rijp worden van de ziel betekent, omdat elke dwangtoestand tegen Mijn wet van de eeuwige ordening ingaat. Maar met genaden kan IK de mensen onmetelijk bedenken. En alleen het aannemen van Mijn genaden brengt 't tot stand dat de geestelijke toestand van de mens beter wordt. Nooit mag een mens geloven dat IK Mijn schepselen met voorkeur bedenk, een ieder ontvangt zoveel en zo vaak hij begeert.
Maar wie nooit naar genade verlangt, wie de hem aangeboden genade afwijst, blijft ook onbekwaam tot elk geestelijk streven, en elk geestelijk inzicht is hem onthouden. En weer is ook alleen de wil van de mens doorslaggevend of hij werken van liefde verricht: Ook dat is beslissend, omdat de liefde hem al genade bezorgt in de ruimste mate, want een liefdevol mens ben IK al zo nabij, dat de wil die af wil wijzen, niet meer aanwezig is en dan benut hij alle genaden, d.w.z. elk hulpmiddel dat IK hem doe toekomen, ervaart hij als weldadig en hij verzet zich er niet meer tegen. Het is de wil die de mens tot liefde aanzet of hem het werkzaam zijn in liefde belet, en zo ook bepaalt de wil de toevoer van genade omdat elke weerstand moet worden opgegeven om door de stroom van genade geraakt te worden.
Ieder mens kan rijp worden wanneer hij wil, omdat hij steeds kracht krijgt toegestuurd, als hij bereid is deze kracht goed te gebruiken. En wat de een makkelijk afgaat, kan voor de ander sterke zelfoverwinning kosten, maar steeds alleen daarom, omdat zijn weerstand nog groot is en dit alles de wil van de mens bepaalt. Maar IK zou nooit van de mensen in het leven op aarde een omvorming van hun wezen vragen, wanneer dit onmogelijk zou zijn en IK verlang ook niet zoiets zwaars dat het moeilijk te vervullen zou zijn. IK verlang alleen het opgeven van de weerstand, waarvoor de wil dus bepalend is. Maar is eenmaal de weerstand opgegeven, dan is al het andere heel makkelijk, omdat nu Mijn genade onophoudelijk stroomt en alles mogelijk maakt wat tevoren onmogelijk was. Want alles is genade wat Mijn medelijdende Liefde aanwendt om u te helpen. Elke dag die u nog op aarde bent, is genade, genade is elk wijzen hoe u uw levenskracht juist zult kunnen benutten, genade is elke hulpverlening die u door Mijn Woord wordt geboden, omdat Mijn Woord u het op de hoogte zijn van Mijn Wil en van uw levenstaak overbrengt en u door dit weten een juiste levenswandel zult kunnen leiden en dus tot zielerijpheid komen. Mijn Liefde doet u zonder mate genade toekomen, maar Ze dwingt uw wil niet en daarom zult u wel gelukzalig kunnen worden, maar ook eindeloos lang nog in een ongelukkige toestand blijven, tot u toch eens uw wil verandert, tot u de weerstand opgeeft en naar MIJ en Mijn Liefde zult verlangen.
Amen
VertalerNicht Mein Wille bestimmt euren geistigen Zustand, sowohl auf Erden als auch im Jenseits, sondern allein euer Wille. Es wird nicht ein Mensch ausgelassen von Meiner Gnade, es kann nicht ein Mensch sagen, von Mir niemals Unterstützung erfahren zu haben, doch sein Wille entscheidet, ob und wieweit er Gebrauch macht von Meinen Gnadenzuwendungen. Menschen, die geistig streben, die in der Erkenntnis stehen, sind auf ihrer geistigen Stufe nur angelangt, weil sie Meine Gnadenzuwendung nützten, es war allein ihr Wille, der Mir keinen Widerstand leistete und der bereit war, Meine Hand zu ergreifen, als sie sich ihnen in erbarmender Liebe entgegenstreckte.... Und alle Menschen könnten das gleiche tun, allen Menschen streckt sich Meine Hand entgegen in vielerlei Weise, um sie emporzuziehen aus niederem Geisteszustand zur Höhe.... Doch Ich kann sie nicht wider ihren Willen in einen Zustand versetzen, der das Los derer ist, die Mir zu Willen sind. Ich kann und will sie nicht in Zwangslagen versetzen, weil eine Aufwärtsentwicklung im Zwang kein rechtes Ausreifen der Seele bedeutet, weil jeder Zwangszustand entgegen Meinem Gesetz der ewigen Ordnung ist. Doch mit Gnaden kann Ich die Menschen bedenken ungemessen.... Und nur die Annahme Meiner Gnaden bringt es zuwege, daß des Menschen geistiger Zustand sich bessert. Es darf auch niemals ein Mensch glauben, daß Ich bevorzugt Meine Geschöpfe bedenke.... ein jeder erhält soviel und sooft er begehrt.... Wer aber niemals nach Gnade verlangt, wer die ihm angebotene Gnade zurückweiset, der bleibt auch unfähig zu jeglichem geistigen Streben, und jegliche geistige Erkenntnis ist ihm versagt. Und wieder ist sein Wille allein auch maßgebend, ob der Mensch Werke der Liebe verrichtet.... Auch das ist entscheidend, weil die Liebe schon ihm Gnaden zuführt in reichstem Maße, denn einem liebenden Menschen bin Ich schon so nahe, daß der Ablehnungswille nicht mehr vorhanden ist, und dann nützet er alle Gnaden, d.h., jedes Hilfsmittel, das Ich ihm zuwende, empfindet er wohltätig, und er sträubt sich nicht mehr dagegen. Es ist der Wille, der den Menschen zur Liebe antreibt oder ihn am Liebewirken hindert, und so auch bestimmt der Wille die Zufuhr von Gnade, weil jeglicher Widerstand aufgegeben werden muß, um von dem Gnadenstrom berührt zu werden. Jeder Mensch kann reifen, wenn er will, weil er stets Kraft zugeführt bekommt, so er willig ist, diese Kraft recht zu verwerten. Und was dem einen leichtfällt, kann bei dem anderen starke Überwindung kosten, aber immer nur deshalb, weil sein Widerstand noch größer ist und das allein der Wille des Menschen bestimmt. Ich würde aber niemals von den Menschen eine Umgestaltung ihres Wesens im Erdenleben fordern, wenn dies unmöglich wäre, und Ich verlange auch nichts so Schweres, daß es schwer zu erfüllen wäre.... Ich verlange nur Aufgabe des Widerstandes, wozu also der Wille bestimmend ist. Ist aber der Widerstand einmal aufgegeben, so ist alles andere leicht, weil nun Meine Gnade unaufhörlich fließet und alles ermöglicht, was zuvor unmöglich war. Denn Gnade ist alles, was Meine erbarmende Liebe anwendet, um euch zu helfen.... Gnade ist jeder Tag, den ihr noch auf Erden wandelt, Gnade ist jeder Hinweis, wie ihr eure Lebenskraft recht nützen könnet, Gnade ist jede Hilfeleistung, die euch durch Mein Wort geboten wird, weil euch Mein Wort das Wissen um Meinen Willen und um eure Lebensaufgabe vermittelt und ihr durch dieses Wissen einen rechten Lebenswandel führen und also zur Seelenreife gelangen könnet. Meine Liebe wendet euch Gnade zu ohne Maß, aber euren Willen zwinget sie nicht, und darum könnet ihr wohl selig werden, aber auch endlos lange noch in Unseligkeit verharren, bis ihr doch einmal euren Willen wandelt, bis ihr den Widerstand aufgebet und nach Mir und Meiner Liebe verlanget....
Amen
Vertaler