Vergelijk Kundgabe met vertaling

Meer vertalingen:

Aardse kennis in het hiernamaals

Elk inzicht is voor u, mensen nutteloos dat u op aardse wijze u verworven hebt, want het is u slechts eigen zolang u op aarde leeft. Gaat u echter het rijk hierna binnen, dan is voor u elke herinnering daaraan verloren, als u zich niet geestelijk een graad van rijpheid verworven heeft die u geschikt maakt voor het rijk van het licht, waar u helder en duidelijk alles weet en u ook aardse kennis, die u dan is bijgebleven, in geval van nood gebruiken kan. Maar voor een gestorven ongelovige ziel ziet het er dan slecht uit. Want hoe meer zij bezat aan aardse kennis, des te meer wordt zij zich de armzalige toestand bewust nu geheel zonder kennis te zijn, zich weinig of geheel niets te kunnen herinneren en zich op geen enkele manier te kunnen onderscheiden.

Zo'n ongelovige ziel ontbreekt het ook vaak aan de herinnering aan haar levensomstandigheden op aarde, en zij vindt de herinnering pas dan terug als zij moeite doet omhoog tot het licht te komen. Dan is zij echter ook buitengewoon dankbaar voor elk onderricht en zij beseft haar toestand, haar nalatigheid op aarde en vaak ook haar schuld.

Houd u dit steeds weer voor gezegd, dat u uw lot voor de eeuwigheid zelf op aarde bereidt, dat u ervoor moet oppassen op de aarde naar aardse goederen, roem, eer en te grote aardse kennis te streven, omdat dat alles vergankelijk is. Aardse kennis behoedt u niet voor geestelijke duisternis. In tegendeel, aardse kennis kan er veel toe bijdragen uw geest te verduisteren - en daar moet u steeds voor gewaarschuwd worden. Want in het geestelijke rijk is het dan moeilijk voor een ziel om kennis op te doen die voor die tijd nooit geïntereseerd was, in wat het geestelijke rijk haar wilde bieden, omdat zij zich door aardse wetenschap ongeschikt maakte voor 'n geestelijk weten.

Maar bovenmate zegenrijk kan een ziel werken in het geestelijke rijk als zij het licht bezit, geestelijk en aards. Want zij kan dan ook de mensen op aarde bijstaan en hun raad geven in aardse noden, en haar aardse kennis gebruiken waar het nodig is. De zielen van de duisternis worden weliswaar vaak door lagere krachten beïnvloed, zich te uiten en met hun vermeende kennis van zich te doen horen. Maar dan is het niet meer de ziel zelf, maar de door haar zich uitende krachten, die bewust dwaling trachten te verspreiden onder de mensen om hun denken te verwarren ten gunste van de duistere macht. Daarom zijn ook verbindingen van de aarde met het geestelijke rijk schadelijk, wanneer de geestelijke voorwaarden niet aanwezig zijn, dat geestelijk strevende mensen zich bewust met de lichtwereld verbinden, dat zij onderricht willen worden, echter duistere krachten geen gelegenheid geven zich te uiten - doordat zij bidden om bescherming tegen dwaling en slechte wezens.

Licht uitdelen kunnen alleen wezens die zelf in het licht staan, en die wezens moeten bewust aangeroepen worden. Zij zullen gaarne hun kennis uitdelen en geven aan de mensen die geestelijke goederen ontvangen willen, omdat die alleen waardevol zijn en onvergankelijk, omdat de ziel die alleen met zich mee over kan nemen in het geestelijke rijk.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Gerard F. Kotte

Le savoir terrestre dans l'Au-delà

Toutes les connaissances que vous les hommes avez conquises de façon terrestre, ne vous servent à rien, parce qu'elles vous restent seulement tant que vous vivez sur la Terre. Lorsque vous entrerez dans le Règne spirituel, alors vous perdrez tout souvenir si vous ne vous êtes pas conquis un degré de maturité spirituelle qui vous rende apte pour le Règne de la Lumière, car autour de vous tout sera clair et limpide et en cas de nécessité vous pourrez mettre en valeur un savoir terrestre qui vous est ensuite resté. Mais pour une âme qui a laissé la Terre sans croire, les choses vont aller mal, parce que plus elle possédait de savoir terrestre, plus elle se rend compte de l'état pitoyable, de l'être maintenant totalement sans savoir, qui ne peut se rappeler que de peu ou même rien et ne peut s'affirmer d’aucune manière. À de telles âmes non croyantes souvent le souvenir de ses conditions de vie sur la Terre ne manque pas mais elles en retrouvent le souvenir seulement lorsqu’elles s’efforcent d'arriver en haut, vers la Lumière. Alors elles sont aussi extrêmement reconnaissantes pour chaque enseignement et elles reconnaissent leur état, ce qu’elles ont manqué de faire sur la Terre et cela souvent par leur faute. Il doit vous être dit cela toujours de nouveau, que vous vous créez vous-même votre sort pour l'Éternité sur la Terre, que vous devez vous garder sur la Terre, de tendre vers des biens terrestres, vers la renommée, l’honneur et un très grand savoir terrestre, parce que tout cela est passager. Le savoir terrestre ne vous protège pas de l'obscurité de l'esprit, au contraire, le savoir terrestre peut contribuer beaucoup à assombrir votre esprit et de cela vous devez toujours être averti, parce qu'alors il est difficile pour l'âme, dans le Règne spirituel, de ramasser des connaissances sur ce que le Règne spirituel voudrait lui offrir, et qui n'auraient jamais été ouvertes auparavant, parce qu'à cause d'un savoir terrestre il s'est rendu inapte pour le savoir spirituel. Mais une âme qui possède la Lumière spirituelle et terrestre, peut agir dans le Règne spirituel pour sa très grande bénédiction, parce qu'elle peut aussi assister les hommes terrestres et les conseiller dans leurs misères terrestres et employer son savoir terrestre là où il est nécessaire. Les âmes de l'obscurité sont souvent poussées par des forces du bas, à se communiquer et se vanter de leur présumé savoir, mais ce n'est alors plus l'âme elle-même, mais les forces obscures qui se manifestent à travers elle, qui cherchent à répandre consciemment l'erreur parmi les hommes, pour confondre leur savoir en faveur du pouvoir obscur. Donc les liaisons de la Terre avec le Règne spirituel sont nuisibles s'il n'y a pas les conditions spirituelles requises, parce que les hommes qui tendent au spirituel se relient consciemment avec le monde de la Lumière, ils veulent être instruits, et ne donnent pas l’occasion aux forces obscures de se manifester, car ils prient pour être protégé de l'erreur et des mauvais êtres. Seulement des êtres qui sont dans la Lumière peuvent répandre la Lumière, et ces êtres veulent être appelés consciemment, et ils répandront volontiers leur savoir pour le donner aux hommes qui veulent recevoir du bien spirituel, parce que seulement celui-ci est précieux et impérissable, parce que l'âme peut emporter avec elle seulement celui-ci dans le Règne spirituel.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Jean-Marc Grillet