Wie tot Mijn kerk behoren wil moet een levend geloof hebben, want een "dood geloof" tel IK niet - want dat verdient de naam geloof niet. En bijgevolg bezit u, mensen al het juiste kenteken van Mijn kerk en ook de verklaring van Mijn Woorden: "Jij bent Petrus, de rots, op jou wil IK Mijn kerk bouwen".
Alleen op een waar geloof is Mijn kerk gegrondvest. Maar wat is een waar geloof? Iets voor waar houden wat niet bewezen kan worden, zo luidt uw verklaring. Maar met geloof is geen blind geloof bedoeld, geen gedachtenloos aannemen van geloofsleren - omdat dit geen overtuigd geloof kan voortbrengen. De mens echter moet de innerlijke overtuiging hebben zonder bewijzen. Dit is het juiste geloof, anders zou het alleen een woordenspel zijn als er van geloof gesproken werd. Alleen een overtuigd geloof is ook een levend geloof; nooit echter een blindelings aangenomen geloof dat alleen niet afgewezen wordt.
Petrus bezat een overtuigd geloof en daarom gaf IK hem de naam van rots, die Mijn kerk zou dragen. En steeds zal IK zo'n geloof als voorwaarde stellen om tot Mijn kerk te behoren, want IK neem geen genoegen met hen die alleen met de mond een leer belijden - maar die de innerlijke overtuiging missen. Een levend geloof is voorwaarde, omdat de kracht van het geloof daar pas aan het licht komt waar innerlijke overtuiging te vinden is.
Het moet voor de mensen toch wel begrijpelijk zijn dat IK meer van hen verlang dan alleen het loutere belijden met de mond, anders konden toch de onzinnigste leerstellingen aan de mensen worden voorgelegd en van hen worden geëist ze te geloven. Dit echter maak IK onmogelijk door Mijn Woorden waarmee IK de mensen een "maatstaf" aangeef - de rots Petrus, die Mijn kerk moet dragen.
Daaruit volgt dat u, mensen dus tegenover elke geloofsleer een standpunt in moet nemen, dat u, om overtuigd te kunnen geloven, al daarover een mening moet vormen en dus begrijpelijkerwijs niet elke geloofsleer kunt aanvaarden - en dat 'n dwaalleer ook door u kan en moet worden herkend, omdat u er niet de overtuiging van de absolute waarheid door kunt verkrijgen, wat van u te geloven gevraagd wordt. Bij ernstig nadenken zult u heel goed in staat zijn te onderscheiden welke leren de waarheid verkondigen en welke afgewezen moeten worden. En zo zult u ook ware aanhangers van Mijn kerk zijn en blijven, als u vanuit een levend geloof leeft, en IK zal u dan zegenen.
Amen
VertalerEl que quiere contarse a Mi Iglesia, ese tiene que encontrarse en la fe viva, porque una fe muerta no la tomo en cuenta, porque esa no merece la denominación de "fe". Y con eso tenéis vosotros hombres ya el justo distintivo de Mi Iglesia y también la explicación de Mis Palabras: "Tú eres Pedro, la piedra, sobre ti quiero Yo edificar Mi Iglesia ..."
Sólo una fe verdadera está fundada Mi Iglesia. ¿Mas qué es una fe verdadera? Tener algo por verdad, lo que no puede ser demostrado, así reza vuestra explicación. No obstante, eso no quiere decir una fe ciega, ningún acceder irreflexivo de dogmas, porque ellos no pueden dar a luz ninguna convicción de fe. Pero el hombre tiene que poseer sin demostración la convicción interior. Eso es la verdadera fe, de lo contrario sería sólo un juego de palabras, si se habla de fe. Sólo la convicción de fe es una fe viva, pero jamás el tomar a ciegas un dogma de fe, por no poder ser denegado.
Pedro poseía una fe convencida, y de ahí que Yo llamara como la roca que portara Mi Iglesia. Y siempre de nuevo haré de condición esta fe para la pertenencia a Mi Iglesia, pues Yo no me complazco con los que, sólo de boca, se adhieren y profesan una doctrina pero a los que les falta la convicción interior. Una fe viva es condición, porque sólo depués se hace evidente la fuerza de la fe, donde se encuentra y está la convicción interior.
El hecho de que Yo exija de los hombres más que mera confesión con la boca, tiene que serle bien claro a todo hombre pensante, pues así pudieron presentarles a los hombres las enseñanzas más absurdas y ser exigida la fe en ellas. Eso lo hago Yo imposible a través de Mi Palabra, al darles Yo a los hombres un criterio: el de la roca Pedro, la que porte Mi Iglesia.
De ahí resulta, que vosotros hombres tenéis que tomar una actitud, un parecer, por lo tanto en cada doctrina dogmatica, para que podáis creer convencidos, tenéis que tomar una actitud mental en ella, y por eso no podéis comprensiblemente aceptar cada dogma, puesto que una doctrina herética tiene que ser por vosotros reconocida, porque no podéis llegar a persuadiros de la absoluta Verdad de lo que se pide de vosotros que creáis. Seréis capaces de discernir muy bien en una seria reflexión, cuales son las enseñanzas que corresponden a la Verdad y cuales son las que tienen que ser rechazadas. Y de ese modo seréis y permaneceréis siendo también verdaderos adeptos de Mi Iglesia, si os encotráis en la fe viva, y Yo os bendiciré.
Amén
Vertaler