Vergelijk Kundgabe met vertaling

Meer vertalingen:

Verdeling van aardse goederen - Voorzorgsmaatregelen niet Gods wil

Zolang u mensen niet dezelfde mening bent toegedaan, bent u ook niet gelijk van geest. Want de stem van de geest zal steeds alleen de waarheid verkondigen. Ze zal zichzelf nooit tegenspreken, zich dus bij alle mensen eensluidend uiten. Wie dus naar de stem van de geest luistert, kan er ook van overtuigd zijn de waarheid te vernemen als antwoord op vragen die hem worden gesteld. Maar Ik onthoud u geen antwoord als u Mij zelf daarom vraagt. Ik geef ze u door mijn geest als deze in u werkzaam kan zijn. Ik geef ze u in de vorm van heldere gedachten als u de stem van de geest niet zelf verneemt, of ook door mijn dienaren op aarde wier onderrichtingen u met een gerust hart zult mogen aannemen als zuivere, onvervalste waarheid.

Wat in de vorm van gedachten tot u komt moet dus overeenstemmen met dat wat mijn boden aan u overbrengen, daar u anders nog niet verlicht bent, u dus mijn antwoord niet hebt verlangd, maar uw gedachten alleen het resultaat van verstandelijk denken zijn. Dit onderscheid zult u moeten maken, dat u heel goed een antwoord zult kunnen bedenken op geestelijke vragen dat geen aanspraak maakt op absolute waarheid als Ik daarbij word uitgeschakeld in zoverre dat u niet eerst mijn oordeel hebt gevraagd voordat u zich een eigen mening vormde. En daarom zullen er bij de mensen steeds verschillende meningen zijn aan te treffen en nu rijst de vraag: wie is door mijn geest verlicht? Welk resultaat is zuivere waarheid? En in twijfelgevallen is er weer dit ene antwoord: leg Mij de vragen voor en Ik wil ze u beantwoorden opdat het u duidelijk wordt.

Ik deel onbeperkt mijn gaven uit, maar steeds eraan denkend hoe ze door de ontvanger worden gebruikt. Ik kan geven, Ik kan onthouden. Het eerstgenoemde daar waar mijn wil in overeenstemming met de gave wordt benut, het laatstgenoemde daar waar men mijn liefde en mijn werkzaam zijn niet onderkent en daarom ook mijn gave niet waardeert. Ik kan weinig uitdelen, maar ook veel. En beide hangen weer af van de ontvanger en zijn onvoorwaardelijk geloof in Mij. Dus zal een gelovig mens voortdurend van Mij mogen ontvangen en geen nood hoeven te lijden, want Ik zelf geef nooit alles weg, heb dus steeds gaven gereed die Ik kan uitdelen, ook wanneer dit aards onmogelijk schijnt. Want Ik ben toch de Heer van elke schepping en het staat Mij vrij ook de vruchten van mijn scheppingen te verdelen naar mijn goeddunken. En de één kan ontvangen, terwijl de ander met lege handen weggaat, en dit zowel ten tijde van aardse noodtoestanden als ook aardse welstand, want de verdeling van aardse goederen berust alleen bij Mij. En daarom hoeft een gelovig mens geen voorzorgsmaatregelen te treffen, omdat het alleen mijn zorg is waar een mens over zal beschikken.

En als u de uiteenlopende verdeling van aardse goederen bij uw medemensen in ogenschouw neemt, zult u zelf moeten toegeven dat die niet alleen van de mensen afhangt maar in zeker opzicht door het lot wordt bepaald, dat de mens het niet altijd zelf in de hand heeft zich naar wens zijn levensomstandigheden te verschaffen. En uiteindelijk zult u, als u gelovig bent, deze verdeling moeten beschouwen als van Mij uitgaand, dat Ik de mensen zowel goede als ook slechte leefomstandigheden bereid, al naar gelang de noodzaak voor het rijp worden van de ziel. Op dezelfde manier is dus de verzorging van het lichaam mijn werk en gebeurt dit in overeenstemming met de sterkte van het geloof. En de zwakgelovige mens zal niet zo rotsvast op mijn hulp bouwen en daarom ook benepen zorgen voor zijn lichaam, terwijl hij Mij alleen maar vol vertrouwen zou hoeven te vragen om van elke bezorgdheid om zijn lichamelijk welzijn vrij te zijn.

Een voorzorg voor op lange termijn stemt niet overeen met mijn wil, want mijn doel is u te vormen tot zeer grote geloofskracht. En zelden zult u mensen beseffen dat Ik u ter zijde sta, dat Ik voor u zorg en in al uw behoeften voorzie, vaak op een manier die helemaal buiten het kader van het vanzelfsprekende om gaat om juist daardoor uw geloof te versterken en het zo sterk te maken dat er geen twijfel aan de vervulling van elke vraag meer is en dat de mens geen enkele zorg hoeft te hebben over de instandhouding van zijn lichaam zolang hij op aarde leeft. Deze geloofskracht garandeert ook totale verzorging, wel in overeenstemming met de geestelijke toestand van de gemeenschap, echter ook aangepast aan de behoeften van de enkeling. Ik weet waarlijk wat de mensen nodig hebben. En om de mijnen, dat wil zeggen diegenen die in vrije wil op Mij aansturen en Mij als hun Vader van eeuwigheid erkennen, bekommer Ik Me in het bijzonder en Ik zal het verhoeden dat hun geloof beschaamd wordt. En daarom ontneem Ik de mensen vaak wat ze hebben vergaard met de bedoeling zich daar later mee te verzorgen, daar ze er anders lange tijd voor nodig hebben zich tegenover Mij in diep geloof en vol vertrouwen van alles te ontdoen en mijn hulp af te smeken en te verwachten. Want Ik wil door de mensen onderkend worden. Ik wil voor hen een zorgzame Vader zijn en mijn kinderen moeten Mij elke aangelegenheid kenbaar maken, zich aan Mij toevertrouwen en gelovig op mijn hulp wachten. En ze zullen nooit ofte nimmer nood lijden, want Ik heb hun de belofte gegeven: "Zoek eerst het rijk Gods en al het andere zal u ten deel vallen".

Amen

Vertaler
Vertaald door: Gerard F. Kotte

La distribuzione dei beni terreni – Provvedere non è la Volontà di Dio

Finché voi uomini non siete della stessa opinione, non siete nemmeno dello stesso spirito, perché la voce dello spirito annuncerà sempre soltanto la Verità, non si contraddirà mai, quindi si esprime in sintonia presso tutti gli uomini. Chi dunque ascolta la voce dello spirito, può anche essere convinto di sentire la Verità come risposta a delle domande che gli vengono poste. Ma Io non vi nascondo nessuna Risposta, se voi stessi la chiedete a Me; ve la fornisco tramite il Mio Spirito se può agire in voi; ve la fornisco in forma di chiari pensieri, se voi stessi non sentite la voce dello spirito, oppure anche attraverso i Miei servitori sulla Terra, i cui insegnamenti potete tranquillamente accettare come la pura Verità non deformata. Ciò che vi giunge in forma di pensieri, deve quindi coincidere con ciò che vi trasmettono i Miei messaggeri, altrimenti non siete ancora illuminati, quindi non avete desiderato la Mia Risposta, ma i vostri pensieri sono soltanto il risultato del pensare d’intelletto. Voi dovete fare questa differenza, che possiate ben prepararvi una risposta a domande spirituali, che non ha nessun diritto ad essere l’assoluta Verità, quando Io vengo escluso, in quanto non avete richiesto prima il Mio Giudizio, prima di farvi una vostra propria opinione. E perciò ci saranno sempre da trovare presso gli uomini delle opinioni diverse, ed ora sorge la domanda: - Chi è illuminato dal Mio Spirito? - Quale risultato è la pura Verità? Nel caso di dubbio esiste nuovamente soltanto una Risposta: Sottoponete a Me la domanda, ed Io vi voglio rispondere, affinché abbiate la chiarezza. Io distribuisco i Miei Doni smisuratamente, ma pensate sempre come devono essere utilizzati dal ricevente. Io posso dare, Io posso negare. Primo dove il Dono viene valutato secondo la Mia Volontà, l’ultimo dove non si riconosce il Mio Amore ed il Mio Agire e perciò non degnano il Mio Dono. Quindi un uomo credente potrà sempre ricevere da Me e non ha bisogno di soffrire di nessuna miseria, perché Io Stesso non Mi esaurisco mai, ho quindi sempre pronto dei Doni che posso distribuire, anche quando questo sembra impossibile terrenamente, perché Io Sono ancora il Signore su ogni Creazione, e Sono Libero di distribuire anche i Frutti delle Mie Creazioni secondo il Mio Benestare. E l’uno può avere, mentre l’altro va a mani vuote, e questo in tempi di situazioni di miseria terrena come anche nel benessere terreno, perché la Distribuzione dei beni terreni spetta unicamente a Me. E perciò un uomo credente non deve fare provviste, perché questo è unicamente la Mia Cura di che cosa un uomo deve disporre. E se osservate la diversità della distribuzione dei beni terreni presso i vostri prossimi, voi stessi dovete ammettere, che questa non dipende unicamente dall’uomo, ma procede in una certa relazione secondo il destino, che l’uomo stesso non ha sempre nella mano di crearsi le condizioni di vita secondo il suo desiderio. Ed infine voi, se siete credenti, dovete vedere questa Distribuzione come procedente da Me, che Io preparo agli uomini delle situazioni di vita sia buone che anche cattive, secondo la necessità per la maturazione dell’anima. Nello stesso modo quindi la provvidenza del corpo è quindi la Mia Opera e procede rispetto alla forza di fede. E l’uomo debole nella fede non edificherà così saldamente sul Mio Aiuto e perciò è anche avaro nella cura del suo corpo, dove potrebbe soltanto chiedere a Me pieno di fiducia per liberarsi di ogni preoccupazione del suo bene corporeo. Un provvedere a lunga scadenza non corrisponde alla Mia Volontà, perché la Mia meta è di svilupparvi alla più alta forza di fede, e voi uomini riconoscerete raramente che Io vi Sono evidentemente a fianco, che Io vi mantengo e copro tutti i vostri bisogni, sovente in un modo per rinsaldare appunto con ciò la vostra fede e di portarla ad un tale vigore, che non esiste più nessun dubbio sull’adempimento di ogni richiesta e che l’uomo non ha per nulla bisogno di preoccuparsi del mantenimento del suo corpo, finché vive sulla Terra. Questa forza di fede garantisce anche una definitiva provvidenza, ben rispetto allo stato spirituale della comunità, ma anche adeguata ai bisogni del singolo. Io so davvero di che cosa hanno bisogno gli uomini, ed i Miei, cioè coloro che tendono a Me nella libera volontà e Mi riconoscono come loro Padre dall’Eternità, di costoro Mi prendo particolare Cura ed impedirò che la loro fede vada in rovina. E perciò tolgo sovente agli uomini ciò che hanno messo insieme, perché era loro intenzione di provvedere a sé per tempi futuri, dato che diversamente impiegano molto tempo prima di esporsi fiduciosi a Me nella profonda fede, di chiedere il Mio Aiuto e di aspettare. Perché Io voglio Essere riconosciuto dagli uomini, Io voglio Essere per loro un Padre che provvede fedelmente, ed i Miei figli devono portare a Me ogni questione, affidarsi a Me ed attendere credenti il Mio Aiuto. E loro non avranno mai e poi mai da soffrire la miseria, perché ho dato loro la Promessa: “Cercate dapprima il Regno di Dio e tutto il resto vi verrà dato in sovrappiù.... ”.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Ingrid Wunderlich