• Terug

De kerk van CHRISTUS Wereldlijke organisaties

Die tot Mijn kerk behoren zullen elkaar vinden en zich nauw aaneensluiten, en hun wil zal steeds zijn in de waarheid te wandelen, in de liefde te leven en MIJ te dienen in tijd en eeuwigheid. Want zij dragen Mijn GEEST in zich. Zij hebben de geestvonk die een deel van MIJ is in zich tot leven gewekt - en zo zijn ze tot leden van Mijn kerk geworden die IK Zelf gegrondvest heb. En IK zal hen voor eeuwig zegenen.

Wie in de waarheid leeft, d.w.z. wie door Mijn GEEST in zich wordt onderricht, die weet ook dat liefde en geloof de fundamenten zijn van Mijn kerk. Hij weet ook hoe IK Mijn Woorden: "Jij bent Petrus de rots, op jou wil IK Mijn kerk bouwen" - wil hebben opgevat. Hij weet verder dat daar geen organisatie door mensen opgericht onder te verstaan is. Maar dat integendeel Mijn kerk alle mensen omvat die de juiste verstandhouding met MIJ tot stand hebben gebracht, door hun wil en hun liefde tot MIJ en hun naaste.

IK vraag van de mensen alleen het nakomen van Mijn gebod van de liefde en een sterk geloof. En aan hen die in MIJ geloven heb IK de eeuwige zaligheid beloofd, het eeuwige leven. In MIJ geloven betekent echter Mijn leer aan te nemen als goddelijk en in overeenstemming daarmee te leven. Hun allen beloofde IK het eeuwige leven - en dus moeten zij ook tot Mijn kerk behoren, tot de gemeenschap van gelovigen die IK Mijn kerk noem.

Is het echter nodig dat ze zich daartoe wereldlijk aaneensluiten, wat tot stand wordt gebracht door het lidmaatschap van een organisatie die van wereldlijke zijde is uitgegaan? Deze vraag is van zo groot belang dat ze diepgaand overwogen moet worden. Er bestaat geen organisatie die zich er op zou kunnen beroemen door MIJ gesticht te zijn. Toch kan elke organisatie zich geheel en al bij de door MIJ gestichte kerk aansluiten. En als de leden worden tot de rots van het geloof, kunnen zij zich dus als tot Mijn kerk behorend gevoelen.

Op de eerste plaats moet in een organisatie het karakter van Mijn kerk overheersen. De aanhangers moeten van het diepste geloof in MIJ vervuld zijn. Dan omvat dus ook de wereldlijk gestichte kerk Mijn gelovigen en dezen kunnen anderzijds zich in elke gemeenschap als kandidaat van Mijn rijk beschouwen, want op die manier behoren zij tot Mijn kerk die IK Zelf op aarde heb gesticht.

Mijn Woorden zijn zuiver geestelijk bedoeld, d.w.z. ze behelzen alleen een aanmaning om onwrikbaar te geloven - en hiervan afhankelijk is dus alleen weer het werkzaam zijn van de GEEST, dat het zekerste kenteken van Mijn kerk is. Want wie het juiste geloof heeft, die heeft ook de liefde, omdat het juiste geloof alleen levend is door werken van liefde.

Het teken van leven is de uiting van Mijn GEEST in de mens. Wie dus door de GEEST wordt onderricht, wie vervuld is van Mijn waarheid, die kan zich met recht rekenen tot Mijn kerk. Hij behoort tot de mijnen en hij zal ook met volle overtuiging voor Mijn leer opkomen. Want hijzelf heeft haar met hart en verstand aangenomen, ze heeft zijn geloof versterkt en hem vrij en gelukkig gemaakt - en de liefde zet hem er nu toe aan zijn medemensen hetzelfde te willen geven.

Het is nu echter helemaal geen voorwaarde dat een wereldlijk- kerkelijke organisatie de mensen pas tot kandidaten voor het geestelijke rijk maakt, want IK kijk alleen naar het hart, de wil van de mens en zijn gedachten. Richten ze zich verlangend naar MIJ, dan heeft de mens MIJ ook reeds gevonden. Dwalen ze echter van het ware geestelijke af - dan zal ook een kerkelijke organisatie geen verandering teweeg brengen, want wat onder dwang geschiedt, heeft in Mijn Ogen geen waarde.

Het verlangen naar MIJ kan in die mens echter alleen worden opgewekt door het aannemen van Mijn Woord. En dat is de reden waarom IK de wereldlijke kerkorganisaties niet veroordeel, als zij tenminste nog Mijn Woord prediken. Integendeel hen zelfs nog ondersteun, maar alleen in zoverre de levenswandel van de bij hen werkzame leerkrachten overeenstemt met Mijn geboden. En behoort er een van hen tot de door MIJ gestichte kerk, dat hij dus vast en onwankelbaar aan MIJ, aan Mijn Liefde - Macht en Wijsheid gelooft, dan vervul IK hem ook met Mijn GEEST, opdat hij met succes kan inwerken op de kleine groep van zijn gemeente. Opdat, zo ze Mijn Woord begeren, zij het ook ontvangen - want alleen daardoor kunnen ze tot geestelijke rijpheid komen.

Maar toch is het veel verdienstelijker als de mens vanuit zichzelf om MIJ worstelt en MIJ zoekt. Als hij op zijn innerlijke stem let, die hem altijd het goede bekend zal maken en die hem ook zal aansporen om in de liefde werkzaam te zijn. Volgt hij deze innerlijke stem, dan komt hij beduidend eerder dichter bij MIJ, want hij neemt het op in zijn hart en leeft er ook naar. En die mens zal dan waarlijk tot de kerk van CHRISTUS behoren, die onoverwinnelijk is. Hij zal zelfs de sterkste stormaanvallen die de helse krachten nog op het einde ondernemen, weerstaan.

Want ook deze belofte heb IK de mensen gegeven, dat de poorten der hel haar niet zullen overweldigen, omdat Mijn kerk onveranderlijk is en bestaan blijft tot het einde. Zij zal ook het fundament zijn van al het geestelijk streven op de nieuwe aarde. Daar zal iedereen tot Mijn kerk behoren, omdat alleen de diepgelovige mensen die MIJ boven alles liefhebben deze nieuwe aarde zullen bewonen, terwijl al het andere afvalt omdat zij alleen leden zijn van wereldlijk kerkelijke organisaties - aan wie het innerlijke leven ontbreekt.

Amen

L'Église du Christ – Pierre le roc – Organisations mondaines

Ceux qui appartiennent à Mon Église, se trouveront et s’uniront étroitement, et leur volonté sera toujours de marcher dans la Vérité, de vivre dans l'amour et de Me servir dans ce temps et dans l'Éternité. Parce qu'ils portent en eux Mon Esprit, ils ont l’étincelle de Mon Esprit, qui est Ma Part, ils ont réveillé en eux la Vie, et ainsi ils sont devenus des membres de Mon Église que Moi-même ai fondée. Et Je les bénirai toujours. Celui qui est dans la Vérité, qui est instruit en lui par Mon Esprit, sait aussi que l'amour et la foi sont les fondements de Mon Église ; il sait aussi comment Je veux que Ma Parole soit comprise : « Tu es Pierre, le roc, sur toi Je veux construire Mon Église ». En outre il sait que par cela il ne faut entendre aucune organisation formée par des hommes, mais que Mon Église englobe tous les hommes qui ont établi le juste rapport avec Moi, au moyen de leur volonté et de leur amour pour Moi et pour le prochain. J’exige des hommes seulement l'accomplissement de Mes Commandements d'Amour et une forte foi. Et J'ai promis l'éternelle béatitude – la Vie éternelle - à ceux qui croient en Moi ; mais croire en Moi signifie accepter Ma Doctrine comme divine, et vivre en conséquence. À tous ceux-ci J'ai promis la Vie éternelle, et donc ceux-ci doivent aussi appartenir à Mon Église, à la Communauté des croyants, que J'appelle Mon Église. Mais est-il nécessaire pour cela d’une liaison mondaine qui est établie à travers l'appartenance à une organisation qui a eu son origine d'une partie mondaine ?

Cette question est d’une grande importance, et elle doit être considérée attentivement. Il n'existe aucune organisation qui peut se vanter d'avoir en Moi son Fondateur, mais chacun peut se réunir pleinement à l'Église fondée par Moi. Donc ses membres pourraient se sentir appartenant à Mon Église s'ils se forment en rocher de la foi. En premier, dans une organisation où doit prédominer le Caractère de Mon Église, les disciples doivent être plein de la plus profonde foi en Moi, alors l'église est fondée du point de vue mondain sur Mes fidèles, et ceux-ci peuvent se considérer dans chaque organisation comme aspirants à Mon Royaume, parce qu'ils appartiennent à Mon Église, que Moi-même ai fondée sur la Terre. Mes Paroles sont à entendre dans un sens purement spirituel, c'est-à-dire, qu’elles contiennent seulement une invitation à une foi inébranlable, c’est de celle-ci que dépend l’Action de l'Esprit qui est le Symbole le plus sûr de Mon Église, parce que celui qui a la juste foi, a aussi l'amour, parce que la juste foi est vivante seulement à travers les œuvres d'amour. Le signe de la Vie est la manifestation de Mon Esprit dans l'homme. Celui qui donc est instruit par l'Esprit, qui est rempli de Ma Vérité, peut se compter avec droit comme appartenant à Mon Église ; il fait partie des Miens, et il soutiendra aussi avec une pleine conviction Ma Doctrine, parce que lui-même l'a accueilli dans le cœur et avec l'entendement, il a fortifié sa foi, et cela l'a rendu libre et heureux, et maintenant il lui reste l'amour de vouloir tourner la même chose au prochain.

Maintenant cependant ce n'est pas une condition, qu’une organisation mondaine d'église rende les hommes aspirants pour le Royaume spirituel, parce que c’est toujours seulement le cœur que Je regarde, la volonté de l'homme et ses pensées. Si celles-ci poussent vers Moi, alors l'homme lui-même M'a déjà trouvé, mais s'il s’écarte de ce qui est purement spirituel, une organisation d'église ne produira alors aucun changement, parce que ce qui se produit par contrainte, n'a pas de valeur devant Mes Yeux. Car le désir pour Moi peut être réveillé dans l'homme seulement au moyen de l'accueil de Ma Parole, et c’est pourquoi Je ne condamne pas les organisations mondaines d'églises, si elles professent encore Ma Parole, au contraire Je les soutiens, mais seulement si leur chemin de vie, les efforts d'enseignements qui les animent, correspondent à Mes Commandements. Et si l’un d'eux appartient à l'Église fondée par Moi, si donc il croit solidement et irrésistiblement en Moi, en Mon Amour, en Ma Puissance et en Ma Sagesse, alors il est aussi rempli avec Mon Eprit, pour qu'il puisse agir avec succès sur le petit groupe de sa communauté, pour que, s'ils désirent Ma Parole, ils la conservent car elle seule permet de mûrir entièrement. Néanmoins c’est d’un mérite bien plus grand si l'homme lutte tout seul pour Moi, s'il occupe de la voix intérieure qui lui annonce toujours ce qui est juste, et le stimule à agir dans l'amour. S'il suit cette voix intérieure, alors il s'approche considérablement de Moi, alors il saisit Ma Parole d’une manière vivante, parce qu'il l'accueille dans son cœur et ensuite il vit aussi en conséquence. En Vérité il appartiendra à l'Église du Christ, qui est invincible, et il résistera même aux tempêtes les plus fortes, que les forces infernales entreprendront encore vers la fin. Parce que même cette Promesse Je l'ai donnée aux hommes, comme quoi les portes de l'enfer ne prévaudront pas, parce que Mon Église est immuable, et le restera jusqu'à la fin. Et elle sera même le fondement de toute tendance spirituelle sur la nouvelle Terre, où chacun appartiendra à Mon Église, parce que seulement les hommes profondément croyants qui M'aiment sur tout, vivront sur cette nouvelle Terre, alors que tous les autres tomberont s’ils sont seulement des membres d'organisations mondaines d'églises auxquelles il manque la vie intérieure.

Amen