Waar de mens naar streeft, dat zal hem ten deel vallen, want alleen zijn wil bepaalt zijn lot in de eeuwigheid. Is uw streven gericht op het rijk Gods, dan zult u het ook in bezit nemen en medeheerser van alle werelden zijn. Maar stuurt u aan op de wereld, op vervulling van aardse wensen en begeerten, dan zal ook de wereld, dat wil zeggen het aardse bezit, u niet verlaten, ongeacht of u het hiernamaals bent binnengegaan, want uw wensen scheppen u ook de omgeving waarin uw ziel verblijft. Alleen zult u niet gelukkig zijn in het bezit van zulke goederen, want u zult de onwerkelijkheid ervan zeer spoedig inzien, dus geen vervulling van uw begeerten meer vinden, echter voortdurend verlangen en dit verlangen zal u kwellen en daarom zult u er naar moeten streven, al op aarde vrij van zulke begeerten te worden. U zult geestelijk goed moeten begeren als u eens zalig zult willen zijn.
Waar u naar streeft, zal uw deel zijn. En dus schept ieder mens zichzelf zijn lot en hij moet zich daarom van de grote verantwoordelijkheid bewust zijn, want het zijn eeuwigheden die voor hem liggen, eeuwigheden die hij in gelukzaligheid door kan brengen of in armzaligheid moet doormaken. Want er kunnen eeuwigheden voorbij gaan tot hij de aardse materie heeft overwonnen, terwijl in het geestelijke rijk de verzoekingen nog veel erger zijn, daar hij er weinig weerstand aan biedt, terwijl hij er op aarde heel gemakkelijk los van kan komen als hij maar ernstig wil.
Een ziel die heeft overwonnen en vrij het rijk hierna binnengaat, is onuitsprekelijk gelukkig, want er wacht haar veel heerlijk genot, waarvan u mensen op aarde, u geen voorstelling kunt maken. Ook zij zal begeren, maar voortdurend vervulling vinden, want wat zij begeert is geestelijk goed. Het is de uitstraling van de liefde van God die haar oneindig gelukkig maakt, die haar voortdurende verlangen is en die haar blijvend ten deel valt. En deze uitstraling van Gods liefde vergeestelijkt haar hele wezen. Het past zich steeds meer aan de eeuwige Liefde aan en voelt zich door Haar doorlopend aangetrokken, onophoudelijk begeert ze de nabijheid van God om met Hem in alle eeuwigheid verbonden te zijn en dus onuitsprekelijk gelukzalig te zijn. De mensen op aarde verlangen aardse vreugden, lichamelijk genot en ze streven steeds alleen maar naar materieel bezit. En dit alles vindt zijn einde met de dood van het lichaam. Niets kunnen ze meenemen in het geestelijke rijk, als ze geen geestelijke goederen hebben verzameld, die echter alleen door het achterstellen van aardse wensen te verkrijgen zijn.
En als ze zich nog voor de lichamelijke dood kunnen losmaken van de wereld, als zij nog tevoren de waardeloosheid ervan hebben ingezien en zich met gedachten aan het hiernamaals bezighouden, kunnen ze gelukkig geprezen worden. Want dan is de weg naar boven in het geestelijke rijk voor hen niet meer gesloten, hoewel onuitsprekelijk moeilijk te beklimmen. Dan echter streven ze niet meer aardse goederen na en ze hoeven niet meer de boosaardige verleidingen te vrezen door welke een ziel zwak wordt en onbekwaam om weerstand te bieden. Dan zullen ze zeer spoedig ondersteuning krijgen van de kant van de lichtwezens, die hen helpen door hun geestelijk goed uit te delen, ofschoon binnen bepaalde grenzen, tot de ziel zelf haar best doet meer te krijgen, tot ze haar opgave in het geestelijke rijk heeft ingezien en die probeert na te komen. Wat ze verlangt, valt haar ten deel. Alleen de wil is beslissend en opdat de wil juist kiest, worden de mensen van God uit voortdurend van Zijn wil op de hoogte gebracht, maar ze luisteren niet naar Hem, ze begeren meer de wereld en brengen hun zielen in groot gevaar.
Daarom ontfermt God zich over hen en Hij toont hen duidelijk welke waarde de aardse materie heeft, doordat Hij het toelaat dat ze voor de mens verloren gaat, doordat Hij steeds weer van hen afneemt wat ze bezitten en waar hun hart aan hangt, zonder zich bewust te zijn dat het een verkeerde liefde is die in hen sluimert. Hij neemt van hen af wat ze vrijwillig niet willen opgeven, om hen op aarde al te tonen dat ze kan worden overwonnen, om hen te helpen zich van het verlangen ernaar vrij te maken, zich met weinig tevreden te stellen en hun liefde op geestelijke goederen te richten die aanzienlijk waardevoller en onvergankelijk zijn.
Elk aards verlies dat de mens treft, is een hulpmiddel van God. Het is een zachte aanmaning zich ervan af te keren en een teken van de vergankelijkheid van al het aardse. En wie met open ogen om zich heen kijkt, kan Gods werkzaam zijn overal herkennen, die de mensen helpen wil, hun denken en streven geestelijk te richten opdat ze nog voor de lichamelijke dood de materie leren verachten en alleen geestelijk goed nastreven, opdat ze zich een lot scheppen in het hiernamaals dat gelukzaligheid betekent, opdat ze gelukkig worden omdat het hun wil is.
Amen
VertalerZa čime čovjek teži tako će mu i biti, pošto jedino njegova volja određuje njegovu sudbinu u vječnosti. Težite li za Kraljevstvom Božjim i osvojit ćete ga i biti ćete suvladari svih svjetova..... No težite li za svijetom, za ispunjenjem zemaljskih želja i požuda, onda vas svijet, t.j. zemaljsko blago neće napustiti čak i kad prijeđete u onostrano, pošto vaše želje stvaraju i okolinu u kojoj boravi vaša duša.
Jedino što nećete biti sretni u posjedu tih dobara, jer ćete njihovu nestvarnost vrlo brzo prepoznati, dakle nećete više nalaziti ispunjenje vaših požuda, no i pored toga ćete i dalje čeznuti, a ta čežnja će vas mučiti i stoga morate težiti tome da se već na Zemlji riješite tih žudnji, morate čeznuti za duhovnim blagom želite li postati blaženi. Čemu stremite to će vas i dopasti..... Tako si dakle svaki čovjek sâm stvara svoju sudbinu, i stoga treba biti svjestan velike odgovornosti jer radi se o vječnostima koje su pred njim, vječnosti koje može provesti u blaženosti ili pak mora proživjeti u zlosreći.
Jer, mogu proći vječnosti dok ne prevaziđe zemaljsku materiju pošto su u duhovnom području kušnje još uvelike intenzivnije jer im pruža malo otpora, dok se međutim na Zemlji vrlo lako može od njih osloboditi samo ako to za najozbiljnije želi. Duša koja je prevazišla i ušla u onostrano područje slobodna, neizrecivo je sretna jer ju očekuju daleko spektakularniji užici koje si vi ljudi na Zemlji ne možete ni zamisliti. A i ta duša će žudjeti, međutim nalazit’ će neprestano ispunjenje jer to što ona žudi duhovno je blago, Ljubavno zračenje Boga koje ju čini beskrajno blaženo sretnom, što je njena neprestana čežnja i uvijek biva zadovoljenja.
I to Ljubavno zračenje Boga produhovljava njezino čitavo biće, sve više se usklađuje sa Vječnom Ljubavi i od Nje se neprestano osjeća privučeno, neprestano žudi blizinu Boga da bi s Njim do u svu vječnost ostala spojena kako bi dakle bila neizrecivo blažena. Ljudi na Zemlji traže zemaljske užitke, tjelesna zadovoljstva i teže uvijek samo za materijalnim posjedom..... no sve to završava smrću tijela..... Ništa se ne može prenijeti u duhovno područje ako se ne prikupe duhovna dobra koja je međutim jedino moguće zadobiti pri zanemarivanju zemaljskih želja.
I ako se (duše) još prije tjelesne smrti mogu rastati od svijeta, ako su još prije spoznale njegovu bezvrijednost i zanimaju se mislima o onostranom, mogu biti smatrane sretnima, jer tad im u duhovnom području put prema gore nije više zatvoren, i pored tog što je se njime neizrecivo teško popeti, no tada one više ne streme zemaljskom blagu i ne moraju se bojati intenzivnih kušnji prilikom kojih duša postaje slaba i nesposobna za otpor.
Onda će one vrlo brzo naći podršku od strane svjetlosnih bića koja im pomažu dostavljajući im duhovno blago, pa iako u okviru određenih granica, sve dok se duša sama ne potrudi oko umnažanja, sve dok nije spoznala svoj zadatak u duhovnom kraljevstvu koji se onda trudi ispuniti. Čemu teži tako će joj i biti..... Sâma volja je presudna, a da bi se volja ispravno odlučila ljudi su od strane Boga neprestano podučavani o Njegovoj Volji no međutim oni nisu poslušni, i dalje čeznu za svijetom i dovode svoje duše u veliku opasnost.
Stoga je Bog njima milostiv i jasno im pokazuje koju vrijednost ima zemaljska materija time što dopušta da ju ljudi gube, time što im uvijek nanovo uzima ono što posjeduju i za što kače srce bez da su svjesni da u njima drijema pogrešna ljubav..... On im uzima ono od čega ne žele dobrovoljno odustati kako bi im već na Zemlji pokazao da ju je moguće prevazići, kako bi im pomogao da se oslobode od čežnje za tim, da se zadovolje sa malo i da svoju ljubav usmjere duhovnim dobrima koja su daleko vrjednija i neprolazna.
Svaki zemaljski gubitak koji čovjeka pogađa je pomoćna djelatnost Boga, blago upozorenje da se od toga odustane i znak je prolaznosti sveg zemaljskoga..... A tko oko sebe gleda otvorenih očiju može u svemu u-vidjeti djelovanje Boga Koji ljudima želi pomoći da svoje razmišljanje i nastojanje usmjere duhovno kako bi još prije tjelesne smrti naučili prezirati materiju i težili samo duhovnom blagu..... da bi si u onostranom stvorili sudbinu koja znači blaženstvo..... da bi postali blaženi jer je to njihova volja.....
AMEN
Vertaler