Vergelijk Kundgabe met vertaling

Meer vertalingen:

Verwoesting van de vaste vorm - Begin van de ontwikkelingsgang

De wil om dienstbaar bezig te zijn bevrijdt het geestelijke uit de vaste vorm, uit de hardste materie, en ontsluit het de mogelijkheid zich positief te ontwikkelen. En dit bevrijden uit de vorm is een ontwikkelingsproces, dat steeds duidelijk aan het licht komt en dat meestal verbonden is met geweldige uitingen van de krachten der natuur, waarvan God Zich bedient om de harde materie te verwoesten.

Het geestelijke uit de eerste omhulling wordt na eindeloos lange tijd bevrijd. De vorm wordt opengebroken, zodat het geestelijke in ontelbare partikeltjes wordt verstrooid. Het blijft nog wel in dezelfde materie, die nu echter een dienende functie wordt toegewezen, of weer als materie voor nieuwe scheppingen door mensen, of ook in kleinste verkleining om plantaardige stoffen op te nemen, al naar gelang de aard van zijn hoedanigheid en de sterkte van de wil om te dienen. Dit is in zekere zin het begin van de ontwikkeling, die nu steeds weer in veranderde uiterlijke vorm plaatsvindt.

Steeds is een werk van verwoesting door God gewild, wanneer dit zich zonder menselijke inwerking afspeelt of er een verwoesting van materie wordt uitgevoerd om dingen te kunnen vormen, die een dienend doel vervullen. Het is dus eerst van Gods Wil afhankelijk, wanneer het geestelijke de weg van ontwikkeling begint. Want dit geestelijke heeft dan uit eigen beweging laten blijken, dat het dienend bezig wil zijn.

Maar het geestelijke in de vaste vorm kan ook door mensenhand en mensenwil vrij worden, door ontginning van de aarde, door opgraving van schatten, die het binnenste der aarde bevat. En ook dit gebeuren van het uiteen doen vallen of bevrijden van de materie is door God gewild. Maar steeds is voorwaarde, dat deze exploitatie het welzijn van de mensheid betreft, dat dus de opgegraven schatten bestemd zijn om de mensen te dienen, hun levensbehoeften te dekken en dat ze dus van levensbelang zijn. Dan is de bevrijding van het geestelijke uit de vaste vorm gelijkwaardig aan de gebeurtenis van een verwoesting door natuurkrachten, door erupties, die het binnenste der aarde loswoelen en naar de oppervlakte vervoeren.

Zulke erupties zullen meestal daar plaatsvinden, waar mensenhand weinig toegang vindt. Ja, er zal door zulke erupties vaak pas een gebied ontstaan, dat door mensen bewoonbaar kan worden gemaakt, opdat het nu zich gewillig tonende geestelijke de gelegenheid wordt geboden een dienende functie te vervullen. Steeds is het geestelijke in het laatste stadium van zijn ontwikkeling - de mens - in rechtstreekse verbinding met het geestelijke, dat zijn levensweg op aarde begint. De eerste heeft het laatste nodig en daardoor geeft het dit de mogelijkheid zich positief te ontwikkelen. Meestal brengen aarderupties de mensen in nood, die hen uitermate werkzaam laat worden. En zo zijn er vergrote mogelijkheden gegeven, dat het vrij geworden geestelijke in nieuwe vormen zijn verblijf kan nemen. Want het werk van de mensen is nodig om dingen vorm te geven, die weer een dienend doel vervullen.

Maar ook door goddelijk Willen komt het geestelijke, waarvan de omhullingen door mensenhanden niet toegankelijk zijn, tot zijn dienende bestemming. In de natuur is het steeds weer onderling dienstbaar, want overal zijn mogelijkheden geschapen door God, dat het geestelijke rijp kan worden in elke vorm, als het eenmaal de wil om te dienen te kennen heeft gegeven.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Gerard F. Kotte

La distruzione della forma solida - L’inizio del percorso di sviluppo

La volontà all’attività servente libera lo spirituale dalla forma solida, dalla materia più dura e gli dischiude la possibilità per lo sviluppo verso l’Alto. E questa liberazione dalla forma è un procedimento che si manifesta sempre più evidente ed è quasi sempre unito con imponenti manifestazioni delle forze della natura di cui Dio Si serve per la distruzione della dura materia. Lo spirituale, dopo un tempo infinitamente lungo, viene liberato dal primo avvolgimento, la forma viene fatta saltare in modo che innumerevoli particelle dello spirituale si spargano, che rimane bensì ancora nella stessa materia, che però alla quale viene ora assegnata una attività, o di nuovo come materia per creazioni nuove attraverso la mano d’uomo oppure anche nel minimo rimpicciolimento per l’accoglienza di sostanze vegetali, secondo il genere della sua costituzione e la forza di volontà per il servire. Questo è in certo qual modo l’inizio dello sviluppo che ora si svolge sempre di nuovo in una forma esteriore mutata. Un’opera di distruzione è sempre voluta da Dio, quando si svolge senza intervento umano oppure viene eseguita una distruzione della materia per poter formare delle cose che adempiono uno scopo servente. Quindi dapprima dipende dalla Volontà di Dio quando lo spirituale inizia il percorso di sviluppo, perché questo spirituale stesso ha poi annunciato la sua volontà per l’attività servente. Ma lo spirituale nella forma solida può anche essere liberato attraverso la mano e la volontà d’uomo, attraverso il saccheggio della Terra, attraverso tesori che l’interno della Terra nasconde; ed anche questo procedimento è un dissolvere o liberare la materia voluto da Dio; ma è sempre premessa che questo saccheggio sia per il bene dell’umanità, che quindi i tesori sollevati siano destinati a servire agli uomini per coprire i loro bisogni per la vita e quindi siano necessari alla vita. Allora la liberazione dello spirituale dalla solida forma ha lo stesso valore del procedimento di una distruzione attraverso le forze della natura, attraverso eruzioni che sconvolgono l’interno della Terra e lo trasportano alla superficie. Tali eruzioni avranno luogo quasi sempre là dove la mano d’uomo trova poco accesso, anzi attraverso tali sorgeranno prima delle regioni che possono essere rese abitabili dagli uomini, affinché allo spirituale che ora si mostra volontariamente, venga offerta l’occasione a svolgere un’attività servente. Lo spirituale nell’ultimo stadio dello sviluppo, l’uomo, è sempre in collegamento con lo spirituale che inizia la sua carriera terrena. Questo primo ha bisogno dell’ultimo e con ciò gli dà la possibilità dello sviluppo verso l’Alto. Le eruzioni mettono quasi sempre gli uomini in miseria che in genere fa diventare attivi e così sono date maggiori possibilità che lo spirituale divenuto libero possa prendere la sua dimora in formazioni nuove, perché è necessaria l’attività degli uomini per formare delle cose che adempiono di nuovo uno scopo servente. Attraverso la Volontà divina però anche lo spirituale giunge alla sua destinazione servente, il cui svolgimento non è accessibile per gli uomini. Nella natura è sempre di nuovo un reciproco servire, perché ovunque sono create delle possibilità da Dio affinché lo spirituale possa maturare in ogni forma, se ha una volta comunicata la sua volontà per il servire.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Ingrid Wunderlich