Vergelijk Kundgabe met vertaling

Meer vertalingen:

Het bewust vragen om genade door het gebed – Het niet willen geloven

Het bewust gebruik maken van de goddelijke genade levert het grootste geestelijke succes op. Zodra de mens in het gebed om de genade van God vraagt, belijdt zijn ziel God en een naar God toegekeerd wezen vloeit onophoudelijk de goddelijke kracht toe, omdat zonder deze kracht de ziel zich niet omhoog kan worstelen. Maar God wil het wezenlijke tot Zich omhoogtrekken en zal daarom steeds bereid zijn om dit wezenlijke te helpen, zodat het zijn doel bereikt. De mens hoeft alleen maar te willen ontvangen om nu ook te ontvangen wat voor zijn opwaartse ontwikkeling nodig is. En het gebed bewijst de wil van de mens naar God en zo kan hem dit hulpmiddel, de goddelijke genade, aangeboden worden en de klim naar boven wordt daardoor gemakkelijk gemaakt.

Maar de mensen doen niet heel vaak een beroep op de hun toekomende genade. Ze verbinden zich niet in het gebed met God om Diens kracht voor hun levenswandel te vragen en kunnen daarom ook niet geestelijk rijp worden, omdat de schenking van genade niet plaats kan vinden, als deze niet bewust begeerd wordt. Gods liefde en kracht werken weliswaar voortdurend en in zoverre zonder onderscheid tussen de mensen, als dat deze steeds weer in situaties komen, waar ze de verbinding met God zouden kunnen zoeken in het gebed. Maar dit stelt het geloof in een macht voorop, die bereid is om te helpen en daartoe in staat is en het ontbreekt de mensheid aan dit geloof en zodoende verlangt ze niet naar een krachtstroom van een Wezen, dat ze niet erkent.

Het is gemakkelijk om in dit Wezen te geloven, als de mens er ernstig over nadenkt. Maar dat nadenken wordt aan zijn wil overgelaten en bijgevolg is het ongeloof niet te verontschuldigen. Er kan nooit gesproken worden van een niet kunnen geloven, maar veeleer is het ongeloof een niet willen geloven, dat dus ook de toestroom van goddelijke genade tot een onmogelijkheid maakt, omdat hier niet bewust om gevraagd wordt in het gebed.

En daarom is de mens, die niet bidden kan, een armzalig, betreurenswaardig schepsel, dat alleen nog maar geholpen kan worden door een liefdevolle voorspraak, dat zijn denken zich verandert en hij tot inzicht komt. Door de voorspraak van een mens kan de medemens genade geschonken worden, maar het gebruik hiervan staat hem weer vrij, want een wezen, naar wie tegen zijn zin goddelijke genade toe zou stromen, zou ook weer tegen zijn zin naar een hogere rijpheidsgraad geduwd worden, die hem niet zou bevallen, omdat het wezen die onvrijheid voelt, het dus gewaarwordt dat ondanks zijn wil zijn situatie veranderd werd en dit zou voor het wezen geen gelukzaligheid betekenen.

De genaden, die de mens ter beschikking staan, zijn onuitputtelijk, maar de wil van de mens moet hier bewust om vragen. De genadeschenking zonder het gebed is onmogelijk, ofschoon het gehele aardse leven als een grote genade te beschouwen valt, want het werd het wezenlijke door de enorme liefde van God geschonken, opdat het dichter bij Hem kan komen. Maar ook deze genade kan zonder resultaat blijven, als de mens zich er niet van bewust is dat het aardse leven, de belichaming als mens, een genade is. Wanneer hij het aardse leven alleen maar puur aards beschouwt en daarom ook alleen maar aards benut en elke opwaartse ontwikkeling buiten beschouwing laat.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Peter Schelling

Conscientemente pedindo graça através da oração.... Não-Desejo-Believe....

A utilização consciente da graça divina traz o mais alto sucesso espiritual. Assim que o ser humano pede a graça de Deus na oração, sua alma confessa Deus, e a força divina flui constantemente para um ser voltado para Deus, pois sem essa força a alma não pode ascender. Deus, porém, quer puxar o ser espiritual até Ele mesmo e, portanto, estará sempre disposto a ajudar esse ser espiritual a alcançar seu objetivo. O ser humano só pode querer receber para depois receber também o necessário para o seu desenvolvimento superior. A oração, porém, prova a vontade do ser humano para com Deus, e assim todos os meios de ajuda.... graça divina.... podem ser oferecidos a ele, e a ascensão do ser humano será sempre possível. e a ascensão à subida é assim facilitada. Mas as pessoas não fazem uso da graça a que têm direito muito frequentemente.... Eles não se unem a Deus na oração para pedir a Sua força para o seu modo de vida e, portanto, também não podem amadurecer espiritualmente, porque a concessão da graça não pode acontecer se ela não for conscientemente desejada. Embora o amor e a graça de Deus afecte constante e indiscriminadamente as pessoas na medida em que se encontram repetidamente em situações em que poderiam procurar contacto com Deus em oração, isto pressupõe fé num Poder que está disposto e capaz de ajudar, e a humanidade carece desta fé e por isso não deseja o influxo de força de um Ser que não reconhece. Mas é fácil acreditar nesta entidade se o ser humano pensar seriamente sobre isso. Mas pensar nisso é à mercê da sua vontade, e consequentemente a falta de fé é indesculpável..... Nunca se pode dizer que não se pode acreditar, (mas) ao contrário, a falta de fé é uma falta de vontade de acreditar, o que, portanto, também torna impossível o influxo da graça divina, porque não é pedida conscientemente na oração. E é por isso que o ser humano que não pode rezar é uma criatura miserável, miserável, que só pode ser ajudada por intercessão amorosa, para que a sua mente mude e ele se realize. Por intercessão de um ser humano, a graça pode ser concedida ao seu semelhante, mas o seu uso está novamente à sua discrição, pois um ser para o qual a graça divina gostaria de fluir contra a sua vontade também seria empurrado contra a sua vontade para um grau superior de maturidade que não lhe conviria, porque o ser sente a falta de liberdade, sente assim que o seu estado foi alterado para além da sua vontade e que isto não significa beatitude para o ser. As graças disponíveis para o ser humano são inesgotáveis, mas a vontade do ser humano deve solicitá-las conscientemente. A outorga da graça sem oração é impossível, ainda que toda a vida terrena deva ser considerada como uma grande graça, pois foi concedida ao ser através do amor maior que grande de Deus para que ele possa se aproximar d'Ele. No entanto, mesmo esta graça pode permanecer sem sucesso se o ser humano não estiver consciente de que a vida terrena, a encarnação como ser humano, é uma graça.... se ele só valoriza a vida terrena de uma forma puramente terrena e, portanto, só faz uso dela de uma forma terrena e ignora todo o desenvolvimento espiritual superior...._>Amém

Vertaler
Vertaald door: DeepL