Er wordt een absolute vastberadenheid geëist van degenen, die voor recht en rechtvaardigheid opkomen. Ze moeten hun meeste innerlijke gevoel belijden en niet vrezen voor het oordeel van de wereld. Ze moeten elke angstvalligheid laten vallen, waar het erom gaat het rechtvaardigheidsgevoel in de medemensen op te wekken.
De mensheid schrikt ervoor terug om de waarheid openlijk uit te spreken en ze sluit zich meestal bij het oordeel van degenen aan, die macht en aanzien hebben. Ze zijn ver verwijderd van een eigen oordeel zodra het van de eerste afwijkt. En dit is een toegeven aan een zwakte, een gebrek aan zelfverzekerdheid en een teken van moedeloosheid. Maar God heeft strijders nodig, die zonder twijfel de strijd met de tegenstander aangaan. Die zelf rechtvaardig denken en dus het rechtvaardigheidsgevoel bij de medemens vooropstellen, zodat ze vrij en openlijk spreken. Want enkel hierdoor kan Hij Zelf tot de mensen spreken, omdat de mens anders tegen zijn gevoel in zou moeten spreken, als hij in zou stemmen met de meningen van anderen, die van het rechtvaardige denken afwijken.
God eist van de mens ook de volle inzet voor Zijn leer en deze leer heeft de liefde als eerste gebod als voorwaarde voor een juiste levenswijze. Maar waar dit gebod veronachtzaamd wordt, daar kan ook recht en rechtvaardigheid niet beoefend worden, want deze hebben ook weer de liefde voor de medemens als basis.
Degene, die het aan liefde ontbreekt, zoekt alleen maar het eigen voordeel en schakelt rechtvaardig handelen en denken uit. En diens handelswijze moet gebrandmerkt worden om hem tot een rechtvaardig wezen op te voeden. Daarom moeten hem zijn fouten en zwakheden zonder vrees voorgehouden worden, opdat hij zichzelf leert kennen en zijn best doet om rechtvaardige te leven. Maar als diens onrechtvaardigheid zonder tegenspraak geduld of helemaal goedgekeurd wordt, dan wordt hij in zijn verkeerde opvatting gesterkt en kan hij nooit tot het juiste besef komen.
Als de mens God wil dienen, laat hij echter elk woord, elke handeling en elke gedachte aan Hem over en vraagt hij om Gods leiding en kracht. En dan zal hij ongeremd kunnen spreken en zonder vrees op kunnen komen voor dat, wat hij in het hart als waarheid, als rechtvaardigheid voor God, herkent. Hij zal proberen de medemens aan te laten sluiten bij zijn opvattingen. Hij zal hem opvoeden om een helder oordeel te vellen en hem de betekenis van recht en rechtvaardigheid inplanten, zodat hij er zich ook voor in kan zetten, steeds waar dat op zijn plaats is.
Amen
VertalerUne détermination absolue est exigée de ceux qui s’emploient pour le droit et la justice. Ils doivent déclarer ouvertement leur sentiment intime et ne pas craindre le jugement du monde, ils doivent laisser tomber chaque titubance là où il s’agit de réveiller le sentiment de justice chez le prochain. L'humanité craint de prononcer ouvertement la Vérité et donc elle suit presque toujours le jugement de ceux qui sont au pouvoir et ont de la considération. Elle s’éloigne de son propre jugement dès que celui qu’elle suit s’en s'éloigne. Et cela est le signe d'une faiblesse, d’un manque de sécurité et un signe d'absence de courage. Mais Dieu a besoin de combattants qui affrontent l’adversaire sans douter, qui pensent d’une façon juste et donc cela suppose aussi le sentiment de justice pour le prochain, de sorte qu’ils parlent librement et ouvertement. Parce que seulement par ceux-ci Lui-Même peut parler aux hommes, autrement l'homme devrait parler contre sa perception s'il suivait les opinions des autres qui dévient de la juste pensée. Dieu exige de l'homme le plein engagement pour Sa Doctrine et celle-ci impose comme premier Commandement l'amour comme condition d'un juste chemin de vie. Mais là où ce Commandement n’est pas accepté, il ne peut pas être exercé le droit et la justice, parce que cela a de nouveau pour Commandement l'amour du prochain. Mais celui à qui il manque l'amour cherchera seulement son avantage et cela exclut l’action et la pensée justes. Sa façon d'agir doit être marquée par l’amour pour l'éduquer à devenir un être juste. Par conséquent ses erreurs et ses faiblesses doivent lui être tenues devant les yeux sans crainte pour qu'il apprenne à les reconnaître lui-même et à s’employer pour un juste chemin de vie. Mais si son injustice est tolérée sans objection ou bien même approuvée, alors il est renforcé dans sa fausse opinion et il ne peut jamais arriver à la juste connaissance. Si l'homme veut servir Dieu, alors il doit lui confier chaque parole, chaque action et chaque pensée et demander la Conduite et la Force de Dieu et alors il pourra parler sans empêchement et s'employer témérairement pour ce qu’il reconnaît dans le cœur comme Vérité, comme chose juste devant Dieu, il cherchera à influencer le prochain à suivre son opinion, il l'éduquera pour un jugement clair et installera en lui le sens pour le droit et la justice, pour que lui aussi puisse s’employer partout où cela est opportun.
Amen
Vertaler