Elk onrecht zal op aarde meestal al een rechtvaardige vergelding tot gevolg hebben, opdat de mens daaraan al het onrecht leert herkennen. Want zodra hij zelf dat moet doorstaan, wat hij anderen aangedaan heeft, wordt hij zich van zijn schuld bewust en kan hij zichzelf als verachtelijk gaan zien. En daarom is deze straf tegelijkertijd boetedoening en opvoedingsmiddel en kan het dubbele zegen tot gevolg hebben. Want volgens goddelijke rechtvaardigheid moet elk onrecht vergolden worden en er zou dus in het hiernamaals voor geboet moeten worden, als het op aarde niet herkend werd en er geen berouw over geweest is en het de vergeving van God niet gekregen heeft.
De strijd om de opperheerschappij, om macht, eer en aanzien laat de mensheid tegenwoordig naar middelen grijpen, die nooit goedgekeurd kunnen worden en zodoende stapelt ze schuld op schuld, waar ze nu ook in het aardse leven op een rechtvaardige manier voor moet boeten, om haar niet een onnoemelijk lijden in het hiernamaals te moeten laten ondergaan. En dit is eveneens een reden voor de ellende, die er nu op aarde heerst.
Door elke toestemming aan een slechte daad maakt de mens er zich medeschuldig aan. Hij beseft dus zijn onrecht nog niet en moet daarom hetzelfde leed dulden, opdat hij daardoor tot inzicht komt. Want niet de volbrachte daad is een zonde, maar ook de goedkeuring van zo’n daad, omdat deze de gezindheid van de mens, de neiging tot slecht handelen, verraadt. En daarin is ook de verklaring te vinden, waarom zo veel mensen door nood en ellende getroffen worden, ofschoon ze deze verfoeilijke daden niet zelf uitvoeren. Maar zolang ze in zulke daden geen onrecht zien, is hun gezindheid niet goed en bijgevolg moeten ze opgevoed worden en dus aan het eigen lichaam de gevolgen of effecten van de boze daden voelen.
De wil geldt hier als volbrachte daad en heeft de vergelding tot gevolg, die tegelijkertijd het opvoedingsmiddel is om de mensen het slechte van hun handelen voor ogen te houden en hun denken dienovereenkomstig te veranderen. Want elke boze daad brengt steeds weer nieuwe boze daden voort en deze hebben steeds dieper lijden als rechtvaardige straf tot gevolg.
Amen
VertalerOgni rappresaglia avrà per conseguenza ogni ingiustizia quasi sempre già sulla Terra. Affinché l’uomo impari già a riconoscere l’ingiustizia. Perché egli stesso deve soffrire ciò che causa agli altri, appena si rende conto della sua colpa e può apparire a lui stesso degno di ribrezzo. E perciò questa punizione è contemporaneamente espiazione e mezzo di educazione e può avere per conseguenza una doppia benedizione. Perché secondo la Giustizia divina ogni ingiustizia deve essere espiata e perciò dovrebbe essere espiata nell’aldilà, se non viene riconosciuta sulla Terra e pentito ha trovato il Perdono di Dio. La lotta per il predominio, di potere, onore e fama oggi induce l’umanità a prendere dei mezzi, che non possono mai venir chiamati buoni, e quindi accumula colpa su colpa, che ora anche nella vita terrena deve espiare giustamente, se non deve essere sopportato come conseguenza indicibile sofferenza nell’aldilà. E questo è contemporaneamente il motivo per l’afflizione che ora passa sulla Terra. Mediante ogni accordo di una cattiva azione l’uomo se ne rende colpevole. Quindi non riconosce ancora il suo torto e perciò deve subire la stessa sofferenza, affinché ne giunga alla conoscenza. Perché non soltanto l’azione compiuta è peccato, ma anche l’accordo per una tale azione, perché questa mentalità dell’uomo tradisce il suo vizio ad agire malamente. Ed in questi si trova anche la spiegazione, del perché così tanti uomini sono colpiti da miseria e bisogno, benché non siano stati gli esecutori di azioni abominevoli. Ma finché non vedono in queste l’ingiustizia, la loro mentalità non è buona, e di conseguenza devono essere educati e quindi sentire sul proprio corpo come conseguenza o effetti delle cattive azioni. Qui la volontà vale come azione compiuta ed ha per conseguenza la rappresaglia, che è contemporaneamente il mezzo d’educazione, per portare davanti agli occhi degli uomini il male del loro agire e di cambiare relativamente il suo pensare. Perché ogni cattiva azione partorisce sempre di nuovo cattive azioni, e queste hanno per conseguenza della sofferenza sempre più profonda come giusta punizione.
Amen
Vertaler