Elke geestelijke gedachtewisseling heeft succes voor de ziel tot gevolg, want deze verrijkt haar kennis of deze corrigeert dwalingen en verspreidt dus de waarheid en daarom is het in zoverre buitengewoon waardevol, omdat de mensen daardoor tot nadenken aangespoord worden, terwijl de onderrichtingen van slechts één kant de mensen gemakkelijk moe doet worden, omdat de gedachten afdwalen, zodra er geen wederzijdse uitwisseling plaats kan vinden, wat eerder een stimulerend dan vermoeiend effect heeft. Dit is zonder twijfel waardevoller, want pas hetgeen leven verwerft, kan een voorspoedige uitwerking op de ziel hebben.
De geestelijke wereld kan alleen maar doorgrond worden door in gedachten vragen te stellen, omdat de antwoorden daarop door de geestelijke wezens zelf gegeven worden. En de mens moet zijn tijd gebruiken of zich vaak aan onderricht via de gedachten overgeven, dus de gedachten vaak in geestelijke regionen rond laten zweven en daar antwoord van verwachten. Zodra de mens daar nu met zijn medemensen van gedachten over wisselt, nemen zijn gedachten een hoge vlucht in het geestelijke rijk, want woord en weerwoord leiden de gedachten van de mens steeds weer naar geestelijke regionen.
Van aardse zijde kan hem niet het bewijs geleverd worden, dat zijn gedachten met de waarheid overeenstemmen, maar de overeenstemming van de resultaten van het denken van degenen, die geestelijk streven en wier doen het onderzoeken van de wereld aan de andere kant is, is voor deze een grotere zekerheid voor de waarheid dan aardse bewijsvoering. En met overtuigende zekerheid gaan ze hun weg. Steeds geleid door de wezens, aan wier bescherming ze toevertrouwd zijn en die ook die mensen samenbrengen, die elkaar daarom op deze weg bijstaan. Want als ze gezamenlijk gaan, kunnen ze niet verdwalen.
De geestelijke uitwisseling van gedachten tussen gelijkgezinde mensen bevordert de rijpheid van de ziel. Het vergroot de kennis en ook de ijver om geestelijke werkzaam te zijn, want de onderrichtingen en vermaningen, die hen van de kant van de lichtwezens toegestuurd worden, zetten ze ook in de daad om, elkaar wederzijds aansporend en tot werk aan de ziel aanzettend. En steeds weer proberen ze om mensen hun kring binnen te trekken, want dat is het duidelijkste bewijs van een juiste geestelijke instelling: een goede verbinding met God en de lichtwezens en dat ze de medemensen willen geven, wat ze zelf ontvangen.
Zodoende kunnen ze het gedachtengoed in zich niet afsluiten, maar ze worden ertoe gedreven om ermee te werken. Het door te geven en de medemensen te bewegen om aan te nemen, wat hen waardevol lijkt. Deze gedachtewisseling is dubbel waardevol. Het is toch de beste gelegenheid om ook andere mensen in verbinding te brengen met de geestelijke wereld, die ze nu tot stand brengen door na te denken over hetgeen vernomen is. Door vragen, die ze zelf of die de medemensen stellen en die schijnbaar wel door deze wereld beantwoord worden, maar die indirect al de overdracht van het geestelijke gedachtengoed van de lichtwezens in het hiernamaals zijn.
Als de mensen zich nu aan deze beschouwingen overgeven, die tot in de geestelijke wereld reiken, dan hoeven ze niet te vrezen voor een verkeerde opheldering, zolang ze ernstig van zins zijn om dichter bij de waarheid te komen en God tot het doel van hun streven hebben. De innerlijk positieve opstelling ten opzichte van God beschermt hen voor verkeerde overdrachten, want dit heeft het uitsluitend werkzaam zijn van deze wezens tot gevolg, die met God verbonden zijn en dus in de waarheid staan.
Met de gedachten onderzoeken en piekeren met een naar God toegekeerd hart is de zekerste waarborg voor goed, dat wil zeggen overeenkomstig de waarheid, denken, want het zijn niet zij, die zichzelf antwoord geven, maar de wetende krachten komen in de vorm van een overdracht via de gedachten, die dus met de waarheid overeen moet stemmen, in actie.
Als er nu mensen bijeenkomen, die van dezelfde geest zijn, dat wil zeggen die een ernstig verlangen naar de waarheid hebben en God in het diepste van het hart erkennen en naar Hem verlangen, zal ook hun denken niet van elkaar verschillen. En enkel van God afgekeerde mensen brengen tegenwerpingen. Of voor de opheldering van bepaalde vragen bestaat er over het één of ander nog een schijnbare onzekerheid, die door wederzijdse gedachtewisselingen opgeheven worden en nu weer aanleiding moeten geven tot een toenemend nadenken.
En daarom is het zeer bevorderlijk voor de geestelijke ontwikkeling, dat mensen samenkomen om gemeenschappelijk hun gedachten door geestelijke gebieden rond laten zwerven, want de wederzijdse uitwisseling van deze gedachten is buitengewoon zegenrijk voor elk van de individuen. Het brengt hem toch de bevestiging van de waarachtigheid van dat, wat hem in de gedachten toegestuurd wordt. Wat hem op een andere manier niet aangeboden kan worden.
Amen
VertalerOgni scambio spirituale di pensieri procura un successo per l’anima, perché l’arricchisce nel sapere oppure corregge degli errori e quindi diffonde la Verità e perciò è oltremodo prezioso in quanto con ciò gli uomini vengono stimolati alla riflessione, mentre gli ammaestramenti da una parte stancano facilmente gli uomini, perché i pensieri fluttuano oltre quando non può aver luogo un reciproco scambio che agisce piuttosto in modo vivificante che stancante. Questo è senza dubbio molto più prezioso, perché soltanto questo conquista vita, può avere un favorevole effetto per l’anima. Ora il mondo spirituale può essere sondato attraverso interrogazioni mentali, dato che la risposta viene data dagli esseri spirituali stessi e l’uomo dovrebbe utilizzare il suo tempo di darsi sovente ad un ammaestramento mentale, quindi lasciar fluttuare sovente i pensieri in regioni spirituali ed attenderne la risposta. Quando poi l’uomo si scambia su queste con il suo prossimo, il volo dei pensieri nel Regno spirituale è molto favorevole, perché ‘botta e risposta’ guida il senso dell’uomo di nuovo alla regione spirituale. Non gli può essere data nessuna dimostrazione da parte terrena che i suoi pensieri corrispondono alla Verità, ma la coincidenza dei risultati del pensare di coloro che aspirano allo spirituale e la loro meta della ricerca, è il mondo dell’aldilà che è per loro una sicurezza maggiore per la Verità che una dimostrazione terrena. Allora percorrono la loro via con sicurezza convinta, sempre guidati da quegli esseri alla cui custodia sono affidati e che guidano anche insieme gli uomini affinché si sostengano reciprocamente su questa via; perché se camminano insieme, non possono smarrirsi. Lo scambio spirituale di pensieri fra uomini dello stesso spirito promuove la maturità dell’anima, aumenta il sapere ed anche il fervore per l’attività spirituale, perché gli insegnamenti ed ammonimenti che giungono loro mentalmente da parte degli esseri di Luce, li mettono anche in pratica spronandosi reciprocamente e stimolandosi al lavoro sull’anima. E cercano sempre di nuovo di attirare nella loro cerchia degli uomini, perché questa è la dimostrazione più eclatante di una giusta predisposizione spirituale, di un giusto collegamento con Dio e gli esseri di Luce che vogliono dare ai prossimi ciò che loro stessi ricevono. Quindi non possono racchiudere in sé il patrimonio mentale, ma li spinge ad elaborarlo, di darlo oltre e di muovere i prossimi all’accettazione di ciò che a loro appare prezioso. Questo scambio di pensieri è doppiamente prezioso, dato che è appunto la miglior occasione di mettere anche altri uomini in collegamento con il mondo spirituale, che ora stabiliscono attraverso la riflessione di ciò che hanno udito, attraverso domande che pongono a sé stessi o ai prossimi e che vengono loro risposte bensì da costoro, ma che sono indirettamente già la trasmissione del patrimonio mentale spirituale degli esseri di Luce dell’aldilà. Se ora gli uomini si dedicano a queste osservazioni che sporgono nel mondo spirituale, non hanno da temere nessuna spiegazione errata, finché loro stessi vogliono seriamente avvicinarsi alla Verità e che hanno Dio come Meta del loro tendere. L’interiore predisposizione affermativa verso Dio li protegge da false trasmissioni, perché ha per conseguenza l’esclusivo agire di quegli esseri che sono uniti con Dio e quindi stanno nella Verità. La ricerca mentale e lo scervellarsi con cuore rivolto a Dio è la più sicura garanzia per il giusto pensare, cioè secondo la Verità, ma non sono loro che si danno la risposta, ma delle Forze sapienti entrano in azione in forma di trasmissione mentale, che quindi devono corrispondere alla Verità. Se ora si ritrovano degli uomini che sono dello stesso spirito, cioè che hanno il serio desiderio per la Verità e riconoscono Dio nel più profondo del cuore e Lo desiderano, nemmeno il loro pensare devierà reciprocamente e soltanto degli uomini lontani da Dio portano delle obiezioni, oppure per il chiarimento di certe domande vi è ancora una apparente insicurezza nell’uno o nell’altro, che viene sospesa attraverso il reciproco scambio di pensieri e che deve ora dare (stimolare) motivo di nuovo per una maggiore riflessione. E perciò è molto vantaggioso per lo sviluppo spirituale che gli uomini si ritrovino per far fluttuare insieme i loro pensieri nella regione spirituale, perché il reciproco scambio di questi pensieri è immensamente benefico per ogni singolo, dato che gli porta la conferma della Veridicità di ciò che gli giunge mentalmente, che diversamente non gli può essere offerta.
Amen
Vertaler