• Terug

School voor de geest op aarde en in het hiernamaals

Het aardse leven kan voor de mens een school voor de geest genoemd worden en als hij alle mogelijkheden gebruikt, kan hij aan het einde van het leven vol kennis zijn en daardoor in staat zijn om de nieuwe taak in het hiernamaals uit te voeren. Deze opdracht bestaat erin om een nuttig lid van de gemeenschap te zijn, dat weer het opvoedingswerk als taak heeft. De vorming van de onwetende en onrijpe zielen, zowel op aarde als in het hiernamaals. Want onwetendheid is een onvrije en gebrekkige toestand, die opgeheven moet worden. Deze taak moet door een diepe liefde gedragen worden, omdat ze moeilijk is en een eindeloos geduld vereist. De kennis van degenen, die daar bekwaam voor zijn, dat wil zeggen wezens, die zelf kennis hebben, moet de onwetenden bezorgd worden in opdracht van God. Dus de eerste moeten God bewust willen dienen. Dan kunnen ze tot de werkzaamheid van leraar toegelaten worden.

De aarde is een schoolgebouw, waarin elk mens de rijpheid kan bereiken, als hij zich niet verzet tegen de opvoeding van de kant van de onderwijzende krachten. Alles wordt hem door de schepping duidelijk gemaakt en zijn gedachten zullen steeds naar kennis geleid worden. Deze gedachten kunnen echter ook hun eigen weg gaan, dus het opvoedingswerk kan ook zonder succes blijven voor de individuele mens of diens ziel. Dan moet dit werk in het hiernamaals voortgezet worden. Vaak onder grote moeilijkheden en tegenstand.

Het wezen is echter niet eerder een nuttig lid van de gemeenschap in het eeuwige rijk, dan tot hij eveneens bereidwillig en in staat is om onderwijzend werkzaam te zijn, want onnoemelijk veel zielen moeten nog opgevoed worden in de school van de geest en hier zijn veel krachten, die de kennis door willen en kunnen geven, voor nodig.

De geest in elke menselijke ziel is in staat, en ook bereidwillig, om alle kennis op te nemen, maar wordt vaak door de ziel gevangen gehouden, zodat voor hem de verbinding met de goddelijke geest buiten zich onmogelijk gemaakt wordt. Wat zo begrepen moet worden dat de geestelijke wezens, die hem in opdracht van God de kennis door uitstralingen via de gedachten zouden willen geven, door de ziel in hun voornemen gehinderd worden, door de wil van de mens, die deze gedachten de toegang tot de geest in haar belet. Precies zo wordt in het hiernamaals aan de inspanningen van de wetende krachten verzet geboden en hun onderwijzende werkzaamheid tegengegaan.

Maar zolang het de ziel aan kennis ontbreekt, is ze ook ongelukkig. Ze is onrijp, weet niets, beseft niets en is blind in de geest en als een hulpbehoeftige ziel haar nadert, kan ze deze niets bieden, omdat ze zelf niets bezit. Dit is een gebrek, dat een smartelijk effect heeft, waaraan in het aardse leven toch niet gedacht wordt, omdat de mensen zich er anders aan gelegen lieten liggen om deze school voor de geest met succes te doorlopen.

Ze geloven niet, hoe hard ze deze kennis nodig hebben en hoe het eigen lot en dat van vele andere zielen van deze kennis afhankelijk is, want het overdragen van kennis brengt pas een gelukstoestand met zich mee en het wezen kan pas dan overdragen, als deze de kennis van tevoren in de school van de geest toegeëigend heeft.

Het aardse leven kan volop voldoende zijn om de mensen naar het juiste inzicht te leiden. Gedurende deze tijd kan hij dus een hoeveelheid aan kennis opgenomen hebben, die hem een gelukkige toestand in het hiernamaals verzekert, omdat hij nu in staat is om zijn kennis uit te delen en weer als onderwijzende kracht een taak vervult, waar elke ziel voor staat. Want deze taak is de essentie van het verlossingswerk, omdat door de vervulling hiervan de duisternis verbannen wordt en al het wezenlijke naar het licht geleid wordt.

Amen

L'École de l'esprit sur la Terre et dans l'au-delà

La vie terrestre pour l'homme doit être considérée comme une école de l'esprit et s'il utilise toutes les possibilités, à la fin de la vie il peut être rempli de savoir et donc avec cela être capable de pouvoir exécuter sa nouvelle tâche dans l'au-delà. Cette tâche consiste à être un membre utile pour la communauté à laquelle il revient le travail d'éducation, l’instruction des âmes ignorantes et immatures sur la Terre comme dans l'au-delà, parce que l'ignorance est un état de non-liberté et imparfait qui doit être suspendu. Cette tâche doit être soutenue par un profond amour, parce qu'elle est fatigante et demande une infinie patience. Le savoir doit être guidé sur Ordre de Dieu aux êtres ignorants, par des êtres qui sont eux-mêmes dans le savoir, donc ces derniers avec cela doivent vouloir servir en connaissance de cause Dieu, seulement alors ils peuvent être admis à l'activité d'enseignement. La Terre est une École dans laquelle chaque homme peut arriver à la maturité, lorsqu’il n'oppose aucune résistance à l'éducation de la part des Forces enseignantes. Toute la Création lui est rendu claire et ses pensées sont toujours tournées vers la connaissance, mais elles peuvent aussi parcourir leurs propres voies, donc l'œuvre d'éducation peut aussi être sans succès pour l'individu, pour l’homme ou pour son âme. Alors cette œuvre doit continuer dans l'au-delà, souvent avec de grandes difficultés et des résistances. Alors l'être n'est pas un membre utile dans le Royaume de l'Éternel avant qu'il ne soit aussi de bonne volonté et capable d'être actif en enseignant, parce que d’innombrables âmes doivent encore être éduquées dans l'École de l'esprit et pour cela il faut beaucoup de Forces qui veulent et peuvent transmettre du savoir. L'esprit dans l'âme de chaque homme est en capacité et aussi de bonne volonté pour accueillir le savoir, mais il est souvent tenu captif par l’âme de sorte que la liaison avec l'Esprit divin lui soit rendue impossible, chose qu'il faut entendre par le fait que les êtres spirituels qui voudraient lui transmettre le savoir sur ordre de Dieu à travers les rayonnements mentaux, sont entravés dans leur but par l'âme, et à travers la volonté de l'homme qui empêche l'accès de ces pensées à l'esprit en elle. Ainsi même dans l'au-delà il est opposé résistance aux Forces savantes et leur activité d'enseignement est empêchée. Mais tant qu’à l'âme il manque le savoir elle est malheureuse, elle n’est pas mûre, elle ne sait rien, elle ne reconnaît rien et elle est aveugle en esprit et si une âme qui veut aider s’approche, elle ne peut rien lui offrir, parce qu'elle même ne possède rien. Cela est un manque qui a un effet de souffrance et de toute façon il n'est pas considéré dans la vie terrestre, autrement les hommes s’efforceraient de passer avec succès à travers l'École de l'esprit. Ils ne croient pas combien nécessairement ils ont besoin du savoir et combien leur sort et celui de beaucoup d'autres âmes dépend de ce savoir, parce que seulement la transmission du savoir apporte avec lui un état de bonheur et à l'être il peut être transmis le savoir seulement si celui-ci se l’est procuré dans l'École de l'esprit. La vie terrestre peut totalement suffire pour apporter à l'homme la juste connaissance, donc durant ce temps il peut avoir accueilli une mesure de savoir qui lui assure un état de plein bonheur dans l'au-delà, parce que maintenant il est en mesure de distribuer son savoir et en tant que Force d'enseignement il s'acquitte de nouveau d’une tâche qui est imposée à chaque âme, parce que cette tâche est le Symbole de l'Œuvre de Libération, parce qu'avec son accomplissement l'obscurité est bannie et toute la substance animique est guidée dans la Lumière.

Amen