• Terug

Het wezen van de eeuwige Godheid

Het wezen van de eeuwige Godheid valt met het menselijke verstand niet te begrijpen. Het kan daarentegen met een liefhebbend hart eerder begrepen worden, want om God te doorgronden, moet de mens van liefde vervuld zijn, omdat de liefde de oersubstantie van de eeuwige Godheid is en iets alleen maar door hetzelfde begrepen kan worden. Als de mens zich tot liefde vormt, dan zal voor hem ook niets meer vreemd of onverklaarbaar zijn. En zo is hij ook in staat om het wezen van de eeuwige Godheid binnen te dringen, want het is zijn geest, die hem de kennis binnenleidt en zijn geest kan hem volledige opheldering geven, omdat hij zelf deel van de eeuwige Godheid is.

God is licht en kracht in Zichzelf. Dat betekent alwetend en almachtig. Hij is alomtegenwoordig. Hij is de liefde in de hoogste graad. Hij is een wezen, Dat alle goede eigenschappen in Zich verenigt. Dat dus hoogst volmaakt is. Hij is onbegrensd. Dat wil zeggen dat Hij noch aan tijd, noch aan ruimte gebonden is. Nergens zijn Zijn begin en Zijn einde. Wat Hij wil, dat gebeurt. Hij kent elk schepsel in de wereld. En Zijn geest bestuurt het gehele heelal en zodoende komt de geest van God altijd en overal tot uiting. Liefde, wijsheid en kracht, dit is het begin.

De liefde heeft alles wat bestaat, tot leven gewekt. De wijsheid gaf elk scheppingswerk zijn taak en de kracht van God zorgt voor het bestaan van dat, wat de liefde liet ontstaan. Zonder kracht zouden de liefde en wijsheid van God een holle begrippen zijn, want er zou niets uitvoerbaar zijn, omdat de kracht daarvoor noodzakelijk is. Maar de kracht zou niets volmaakts laten ontstaan, als de wijsheid, die elk ding zin en een doel gaf, bij het scheppen niet bepalend zou zijn. Want dan zou er aan niets volmaakts gedacht kunnen worden.

Maar God is hoogst volmaakt en daarom zal ook alles, wat uit Hem ontstaan is, eveneens volmaakt zijn en een zekere geestelijke orde laten zien. Het wezen van God is iets buitengewoon volmaakts en toch onverklaarbaar voor de mens, want aardse wetten gelden niet en de mens is nog niet in staat de kennis van bovenaardse wetten aan te nemen. Zodoende zal hij het wezen van God pas dan kunnen verklaren en aanvaarden, als hij zijn aardse lichamelijke omhulsel verlaten heeft en zelf ingang gevonden heeft in het rijk van de geesten. Dan vallen alle aardse gedachten weg en de ziel is nu eerder in staat om het wezen van de eeuwige Godheid te doorgronden.

Amen

Das Wesen der ewigen Gottheit....

Das Wesen der ewigen Gottheit ist mit menschlichem Verstande nicht zu fassen, dagegen einem liebenden Herzen eher verständlich, denn um Gott zu ergründen, muß der Mensch von Liebe erfüllt sein, da die Liebe die Ursubstanz der ewigen Gottheit ist und Gleiches von Gleichem nur begriffen werden kann. Gestaltet sich der Mensch zur Liebe, dann wird ihm nichts mehr fremd oder unerklärlich sein, und so vermag er auch in das Wesen der ewigen Gottheit einzudringen, denn es ist sein Geist, der ihn einführt in das Wissen, und sein Geist kann ihm völlige Aufklärung geben, weil er selbst ein Teil der ewigen Gottheit ist.... Gott ist in Sich Licht und Kraft, das heißt allwissend und allmächtig.... Er ist allgegenwärtig.... Er ist die Liebe in höchster Potenz.... Er ist ein Wesen, Das alle Vorzüge in Sich vereinigt, Das also höchst vollkommen ist.... Er ist unbegrenzt, d.h. weder an Zeit noch an Raum gebunden, nirgends ist Sein Anfang und Sein Ende.... Was Er will, das geschieht.... Er weiß um ein jedes Geschöpf in der Welt, und Sein Geist beherrschet das ganze Weltall, und also äußert sich immer und überall der Geist Gottes.... Liebe, Weisheit und Kraft.... dies ist der Anbeginn. Die Liebe hat alles zum Leben erweckt, was ist. Die Weisheit gab einem jeden Schöpfungswerk seine Aufgabe, und die Kraft Gottes sorgt für das Bestehen dessen, was die Liebe erstehen ließ. Ohne die Kraft wäre die Liebe und die Weisheit Gottes ein leerer Begriff, denn es wäre nichts ausführbar, weil dazu die Kraft erforderlich ist. Die Kraft aber würde nichts Vollkommenes erstehen lassen, wenn nicht die Weisheit beim Erschaffen bestimmend wäre, die jedem Ding Zweck und Ziel gab, ansonsten wieder nichts Vollkommenes zu denken wäre. Gott aber ist höchst vollkommen, und darum wird auch alles, was aus Ihm entstanden ist, gleichfalls vollkommen sein und eine gewisse geistige Ordnung aufweisen. Die Wesenheit Gottes ist etwas überaus Vollkommenes und doch dem Menschen Unerklärliches, denn irdische Gesetze schalten völlig aus, und für das Wissen um überirdische Gesetze ist der Mensch nicht aufnahmefähig. Also wird er die Wesenheit Gottes erst dann erklären und bejahen können, wenn er seine irdische Leibeshülle verlassen hat und selbst in das Reich der Geister Eingang gefunden hat. Dann fallen alle irdischen Gedanken ab, und die Seele vermag nun eher, das Wesen der ewigen Gottheit zu ergründen....

Amen