• Terug

Het werkzaam zijn van lichtwezens aan bereidwillige aardse mensen

Uit het lichtrijk dalen wezens naar de aarde af en ze houden zich in de nabijheid van die mensen op, die hun harten openen voor de liefdesuitstraling uit God. Zodra de mens zich in gedachten of in innig gebed met God verbindt, is zijn hart geopend voor deze uitstralingen en nu kunnen de lichtwezens werkzaam zijn en de tot ontvangen bereidwillige aardse mensen de uitstraling uit God doorgeven. Ze zijn door de wil van God bezield. Ze denken en willen niets anders dan wat God wil en zodoende zullen ze nu ook de mensen overeenkomstig de wil van God met licht en kracht bedenken.

Het werkzaam zijn van de lichtwezens aan de aardse mensen bestaat er nu in, dat ze hun gedachten onophoudelijk beïnvloeden en hen naar geestelijke zaken proberen te leiden, opdat ze zodoende het denken vergeestelijken. Dat wil zeggen van aardse zaken afleiden. Zodra de lichtwezens dit lukt, is een ziel gewonnen voor de eeuwigheid, want een mens, die zich eenmaal met geestelijke gedachten bezighoudt, vindt in een aardse belevenis geen vreugde en zodoende heeft hij ook het verlangen naar de materie overwonnen. En zijn ziel gaat de rijpe toestand tegemoet, want ze verenigt zich met de geest in zich, die voortdurend met de lichtwezens als gevers van kracht en licht in verbinding staat. De ziel heeft deel aan de geschenken, die door de lichtwezens de geest aangeboden worden. Ze ontvangt licht en wordt wetend.

Het is een groot succes, dat de lichtwezens behalen, als ze een mens op deze manier zo vergeestelijkt hebben, dat diens gedachten zich onophoudelijk met geestelijke vragen bezighouden, zodat ze naar God streven en weinig belang hechten aan aardse gebeurtenissen. Want een zo vergeestelijkt mens zal nu eveneens proberen op zijn medemens in te werken en zo de lichtwezens hun werkzaamheid op aarde makkelijker maken, doordat hij de medemens opmerkzaam maakt op de waarde van het geestelijke streven, daardoor diens gedachten op geestelijke zaken richt en dus samenwerkt met de wezens van het licht.

Amen

O trabalho dos seres de luz sobre as pessoas terrestres desejosas....

Os seres descem à terra do reino da luz e permanecem perto das pessoas que abrem os seus corações à emanação de amor de Deus. Assim que o ser humano se une a Deus em pensamento ou oração sincera, seu coração se abre para essas emanações, e agora os seres de luz podem trabalhar e transmitir a emanação de Deus ao ser humano terreno que está disposto a recebê-la. Eles são inspirados pela vontade de Deus, eles não pensam e não querem outra coisa senão o que Deus quer, e assim, agora, também fornecerão ao ser humano luz e força de acordo com a vontade de Deus. A atividade dos seres leves com pessoas terrenas consiste em influenciar constantemente seus pensamentos e tentar direcioná-los para coisas espirituais, ou seja, espiritualizar seu pensamento, ou seja, distraí-lo das coisas terrenas. Assim que os seres de luz conseguem fazê-lo, uma alma é conquistada para a eternidade, pois uma pessoa que uma vez se ocupa com pensamentos espirituais não encontra prazer nas experiências terrenas, e assim também superou o desejo pela matéria, e a sua alma se aproxima do estado de maturidade, pois ela se une com o espírito em si mesma, que está constantemente em contato com os seres de luz, como transmissores de força e luz. A alma participa dos dons oferecidos ao espírito pelos seres da luz.... Recebe luz e torna-se conhecedor. Este é um grande sucesso que os seres da luz alcançam quando espiritualizam uma pessoa de tal forma que os seus pensamentos estão constantemente ocupados com questões espirituais, que lutam para Deus e dão pouco valor aos acontecimentos terrenos. Pois uma pessoa tão espiritualizada tentará, do mesmo modo, influenciar os seus semelhantes e assim facilitar a actividade dos seres da luz na Terra, chamando a atenção dos seus semelhantes para o valor do esforço espiritual, voltando assim os seus pensamentos para as coisas espirituais e trabalhando assim em cooperação com os seres da luz...._>Amém