• Terug

De leer van Christus en het geloof op de nieuwe aarde

Werelden zullen vergaan en weer ontstaan en altijd zal op de aarde, waar het geestelijke zijn laatste wilsbeproeving moet doorstaan, de leer van Christus gepredikt worden en steeds weer zal aan dit geestelijke een grens gesteld zijn. Dat wil zeggen dat het geestelijke door God van eeuwigheid af een bepaalde tijdsperiode voor de verlossing gegund wordt, waarin de leer van Christus over de aarde verspreid kan worden. De leer van Christus is de goddelijke leer van de liefde, die altijd en overal de mensen onderwezen kon worden en die ook, overeenkomstig de bereidwilligheid van de mens tot het goede, overal ontvangen werd.

Als de mens in de liefde werkzaam geworden is, dan moet hij ook wetend worden, want de kennis hoeft hem dan niet door mensen gegeven te worden, maar hij wordt door de geest in zich de waarheid binnengeleid. Dat wil zeggen dat zijn denken op God gericht zal zijn en ook de verlossingsgedachte voor hem niet onaannemelijk meer is. Zodoende komt hij met het accepteren van de goddelijke leer van de liefde ook dichter bij de goddelijke Verlosser Jezus Christus, want de liefde heeft hem verlost uit de onvrije toestand en hij is door de werkzame liefde een navolger van Jezus geworden, ofschoon het hem nog aan de kennis van de menswording van Christus ontbreekt.

Jezus Christus moet erkend worden als de Zoon van God. Degene die in de liefde leeft, weet dat hij zich door de liefde tot een kind van God vormt. En zodoende weet hij ook dat de mens Jezus door Zijn leven in liefde op deze aarde tot volmaaktheid kwam. Dat Hij daardoor geheel in God opging. Dat Hij een kandidaat voor het kindschap van God was, Die op aarde alle voorwaarden vervuld had en Hij daarom volmaakt was, zoals Zijn Vader in de hemel volmaakt is.

Als iemand in de liefde leeft, ook zonder kennis van het verlossingswerk van Christus, zal hij zich eveneens als een kind van God voelen en dan is hij dezelfde weg gegaan als Jezus. Hij heeft in navolging van Jezus geleefd en de verbinding met God gevonden. En zal zo’n mens dichter bij de kennis van Jezus Christus en Zijn verlossingswerk gebracht worden, dan zal hij dat innerlijk geheel en al bekennen, want hij kan niet anders dan Diegene erkennen, Die tot liefde werd, toen Hij nog op aarde was.

Het christendom over de wereld te verspreiden, betekent dus de goddelijke leer van de liefde, die Jezus Christus predikte, in de wereld verspreiden. En deze leer van de liefde werd wel verspreid, maar niet opgevolgd en ofschoon er ook nog eindeloze tijden voorbij zouden gaan, de liefdeloosheid heeft zo de overhand genomen, dat elke werkzaamheid in liefde verstikt zou worden, als God geen grenzen gesteld zou hebben met de vooruitziende blik van de ontgeestelijkte en ver van God verwijderde toestand van de mensen.

Dit tijdperk was van heel bijzondere betekenis, omdat hierin de Heer Zelf Zich op aarde belichaamde, om de mensen de liefde te onderwijzen. En zelfs Zijn persoonlijke aanwezigheid op deze aarde heeft geen ander resultaat gehad, dan de huidige: een mensheid gespeend van elke liefde. En daarom wordt dit tijdperk beëindigd, wat echter niet uitsluit, dat op de nieuwe aarde weer het evangelie gepredikt wordt. Dat weer de goddelijke leer van de liefde verkondigd en de mensen het geloof in Jezus Christus als Verlosser van de wereld onderwezen wordt. Want degenen, die in God leven, worden aan deze aarde ontrukt en weer naar de nieuwe aarde gebracht. En in deze mensen is het geloof in Jezus Christus zo sterk, dat dit waarlijk voldoende is om dit geloof in het nieuwe mensengeslacht te transplanteren als de oorspronkelijke leer van het Christendom.

De eerste mensen van deze nieuwe aarde zullen het onvervormde woord van God hebben en zo zal de leer van Christus zuiver en onvervalst zijn en ook nageleefd worden, omdat in al degenen, die God ontrukt en weer naar de nieuwe aarde brengt, de liefde aanwezig is. Ze zijn zodoende in waarheid christen. Mensen die in het ware christendom staan en volgens de goddelijke leer van de liefde leven. En nu zal de leer van Christus in de gehele wereld verspreid zijn, want overal, waar mensen op de nieuwe aarde leven, zullen deze in het diepe geloof en in de liefde staan, want God kiest enkel zulke mensen om deze aarde te bewonen.

Maar de oude aarde bevat niet veel mensen meer, die gelovig en vol liefde zijn. En hun aantal zal ook niet meer toenemen. Veeleer is het gevaar enorm groot, dat dit nog vermindert, als God niet ingrijpt om deze afvalligheid van de Zijnen te verhoeden. En al zou God het einde van deze aarde nog uit willen stellen, de mensheid zou zich nooit verbeteren en zich naar de liefde keren en de lankmoedigheid van God zou vergeefs zijn. En omdat God de diepe geestelijke toestand van de mensheid kent, beëindigt Hij een tijdperk en er zal vervuld worden, wat er geschreven staat. Er zal geen steen op de andere blijven. Want Gods woord is waarheid en Zijn wil bestuurt de wereld.

Amen

La Dottrina di Cristo e la fede sulla nuova Terra

Mondi passeranno e risorgeranno e sulla Terra dove lo spirituale ha da sostenere la sua ultima prova di volontà, verrà sempre predicata la Dottrina di Cristo ed a questo spirituale viene sempre di nuovo posto un limite, destinato per la Redenzione da Dio sin dall’Eternità in un limite di spazio di tempo in cui può sempre di nuovo essere diffusa la Dottrina di Cristo su questa Terra. Questa è la divina Dottrina dell’amore che poteva essere insegnata agli uomini sempre ed in tutti i luoghi e che veniva anche accolta ovunque rispetto alla volontà degli uomini per il bene. Se l’uomo è attivo nell’amore, deve anche diventare sapiente, perché allora il sapere non gli dev’essere trasmesso da uomini ma viene guidato nella Verità dallo spirito in sé; cioè il suo pensare sarà allora rivolto a Dio ed anche il pensiero alla Redenzione non gli sarà più inaccettabile, quindi con l’accettazione della divina Dottrina dell’amore si avvicina anche al divino Redentore Gesù Cristo, perché lo ha redento l’amore attivo dallo stato non-libero, attraverso l’amore attivo è diventato un seguace di Gesù, benché gli manchi ancora il sapere sulla Divenuta Uomo di Cristo. Egli dev’essere riconosciuto come Figlio di Dio. Chi vive nell’amore sà che attraverso questo si forma nel figlio di Dio e quindi sà anche che l’Uomo Gesù attraverso la Sua Vita nell’Amore E’ diventato la Perfezione sulla Terra, che con ciò E’ sorto totalmente in Dio, che Era un Aspirante alla Figliolanza di Dio, il Quale ha adempiuto tutte le Condizioni sulla Terra e perciò Era perfetto com’E’ perfetto il Suo Padre nel Cielo. Quando l’uomo vive nell’amore anche senza la conoscenza dell’Opera di Redenzione di Cristo, egli stesso si sentirà pure come figlio di Dio ed allora ha percorso la stessa via come Gesù, ha vissuto nella successione di Gesù e trovato l’unione con Dio. E se ad un tale uomo viene portato il sapere su Gesù Cristo e la Sua Opera di Redenzione, vi si dichiarerà completamente nell’interiore, perché non può altro che riconoscere Colui il Quale Era diventato Amore quando camminava ancora sulla Terra. Diffondere il Cristianesimo nel mondo significa quindi diffondere la divina Dottrina dell’amore che Gesù Cristo ha predicato. Questa Dottrina dell’amore veniva bensì diffusa ma non eseguita ed anche se passassero ancora dei tempi infiniti, il disamore ha preso talmente il sopravvento che ogni attività d’amore verrebbe soffocata, se Dio non avesse posto dei confini in previsione dello stato despiritualizzato e lontano da Dio degli uomini. Quest’epoca di tempo era di un significato molto particolare, perché in questa il Signore Stesso Si E’ incorporato sulla Terra per insegnare l’amore agli uomini. E persino la Sua Personale Presenza su questa Terra non ha prodotto nessun altro successo che quello attuale, una umanità priva di qualsiasi amore. Perciò quest’epoca viene terminata, cosa che non esclude comunque che sulla nuova Terra non venga di nuovo predicato il Vangelo, che viene di nuovo annunciata la divina Dottrina dell’amore ed insegnata agli uomini la fede in Gesù Cristo come Redentore del mondo. Perché coloro che vivono in Dio, verranno rimossi da questa Terra e guidati di nuovo sulla nuova Terra. Ed in questi uomini la fede in Gesù Cristo è così forte che è davvero sufficiente piantare questa fede nella nuova razza umana come Dottrina primordiale del Cristianesimo I primi uomini su questa Terra avranno la Parola non deformata di Dio e così la Dottrina di Cristo sarà pura e non falsificata e verrà anche seguita, perché l’amore dimora in tutti coloro che Dio rimuove e guida di nuovo sulla nuova Terra, quindi sono in Verità dei cristiani, uomini che stanno nel vero Cristianesimo e che vivono secondo la divina Dottrina dell’amore. Ed ora la Dottrina di Cristo sarà diffusa in tutto il mondo, perché ovunque vivono uomini sulla nuova Terra, là staranno nella profonda fede e nell’amore, perché Dio sceglie solo tali per vivificare questa Terra. La vecchia Terra non ospita più molti uomini che sono credenti e colmi d’amore. Ed il loro numero non aumenterà nemmeno più, è piuttosto ultragrande il pericolo che diminuisca ancora, se Dio non interviene per evitare questa caduta dei Suoi. Ed anche se Dio volesse ancora rimandare la fine di questa Terra, non migliorerebbe mai più l’umanità per rivolgerla all’amore e la Longanimità di Dio sarebbe inutile. E dato che Dio sà di questo basso stato spirituale dell’umanità, Egli termina un’epoca di tempo e si adempirà come sta scritto. Non rimarrà pietra su pietra, perché la Parola di Dio è Verità e la Sua Volontà governa il mondo.

Amen