Vergelijk Kundgabe met vertaling

Meer vertalingen:

Gang door de scheppingswerken – Verandering van de dood tot het leven

De gang door het aardse leven is slechts een fase in de eeuwigheid en toch niet te elimineren, want het levert het wezenlijke pas de toestand van leven op, terwijl het anders levenloos zou blijven. Dat wil zeggen een toestand, waarin het wezenlijke niet zou kunnen beseffen, dat het zonder licht is en niet actief zou kunnen zijn, omdat het krachteloos is. Dit is de toestand van de dood. Een toestand van kwelling en van verbanning, maar die het wezenlijke gewaarwordt, omdat het zich van zijn bestaan bewust is. Want het is iets geestelijks, voortgekomen uit de kracht van God.

Het geestelijke was echter oorspronkelijk bestemd om in het gelukkig makende bewustzijn van zijn kracht actief te zijn. Dat wil zeggen om werkzaam te zijn om zichzelf gelukkig te maken. Om het grootste inzicht te hebben en in de volste vrijheid een eeuwig leven te leiden, wat het door eigen schuld kwijtgeraakt is, omdat het afhankelijk is van de wil van de tegenstander van God.

Als het wezenlijke nu naar zijn eigenlijke bestemming teruggeleid en weer dichtbij zijn oertoestand gebracht moet worden, dan moet het de gang door de scheppingswerken afleggen, omdat zonder dit een verandering van de dood tot het leven niet mogelijk is. Deze gang over de aarde moet echter onbewust van het resultaat afgelegd worden. Het wezen moet deze weg volledig gaan, zonder beïnvloed te worden, omdat zijn wil zich uit eigen beweging moet veranderen. Voorlopig weliswaar in zoverre het gebonden is, zoals de wil van God hem zijn ontwikkelingsgang voorschrijft, maar het wezen moet zelf tot dienen besluiten, omdat hem anders de mogelijkheid tot een opwaartse ontwikkeling niet gegeven wordt.

De wilsverandering is het eigenlijke doel van de gang over de aarde, die in het laatste stadium als mens in het volle bewustzijn ten uitvoer gebracht moet worden. Dat wil zeggen dat de vrije wil zich bewust naar God toe moet keren. Pas dan stapt het wezen uit zijn vroegere gebonden, lichtloze en kwellende toestand in een toestand van vrijheid en kennis. In de toestand van gelukzaligheid en het eeuwige leven.

Leven of dood. Het wezenlijke schept elke toestand zelf, al naargelang het zijn wil veranderd heeft of dat deze in hem gebleven is. Want ook de eindeloos lange gang over de aarde kan tevergeefs afgelegd worden, als de wil van het wezenlijke zich niet voor God wil buigen, maar zich naar Diens tegenstander keert. Dan heeft de gang over de aarde het wezen geen verlossing gebracht. En de toestand van de dood is zijn lot in de eeuwigheid.

Weliswaar kan ook dan nog de wil van het wezenlijke deze toestand veranderen, maar dit is een veel moelijker veranderingsproces, vaak gedurende een onvoorstelbaar lange tijd, omdat de toestand van de dood ook een toestand van volledig verzwakte wil is en deze wil net zo weinig als in het aardse leven naar boven gericht kan worden. Het wezenlijke, waarvoor in het aardse leven voortdurend een opwaarts streven mogelijk was door voortdurende toevoer van levenskracht in elk stadium van de ontwikkeling, is nu volledig krachteloos en gebruikt zijn wil niet. Het is aan de wil van de boze macht overgeleverd en verzet zich niet tegen deze boze macht, omdat hem daartoe ook de kracht om weerstand te bieden, ontbreekt.

Nochtans is hij zich van zijn kwellende toestand bewust. Het lijdt, zonder de moeilijkheid uit de weg te ruimen, die het door zijn wil zou kunnen verhelpen. En weer zijn deze kwellingen de laatste mogelijkheid om de wil nog te veranderen, want op een andere manier kan niet op het wezen ingewerkt worden. Hij moet de kwellingen als ondraaglijk ervaren en hem moet bliksemsnel de weldaad van een lichtstraal toegestuurd worden, die dan zijn wil aan kan sporen en hem kan veranderen.

Het is de laatste genade, die God het niet verloste wezenlijke verleent, dat de lichtwezens zich bij hem aan mogen sluiten en op deze proberen in te werken. Waar niet op deze laatste genade gelet wordt, daar is het wezen onherroepelijk aan de dood vervallen. Dat wil zeggen dat het wezenlijke zich zo tegen God verzet, dat Gods liefde zich van hem terugtrekt en het in volledige levenloosheid wegzinkt. Dat het weer is, wat het in de oertijd was: een starre massa. De hardste materie, die door eeuwigheden heen zo hard blijft, voordat het weer tot een hernieuwd veranderingsproces toegelaten wordt als uiterlijk omhulsel van het geestelijke, dat zijn ontwikkelingsgang op aarde begint.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Peter Schelling

Caminhe pelas obras da criação - transformação da morte em vida....

O curso da vida terrena é apenas uma fase na eternidade e, no entanto, não pode ser eliminado, pois apenas traz a beingness para o estado de vida, enquanto que, de outra forma, permaneceria eternamente sem vida, ou seja, num estado em que a beingness não poderia reconhecer porque é leve e não poderia ser ativa porque é impotente. Este é um estado de morte, um estado de tormento e desterro, mas que a disposição sente porque está consciente da sua existência. Pois é espiritual, emergiu do poder de Deus. Mas o espiritual estava originalmente destinado a trabalhar na feliz consciência do seu poder, ou seja, a ser activo para a sua própria felicidade.... estar no mais alto conhecimento e levar uma vida eterna na mais plena liberdade, a qual perdeu por sua própria culpa, estando em cativeiro à vontade do adversário de Deus. Se a essência deve ser trazida de volta ao seu verdadeiro propósito e ao seu estado original, então ela deve tomar o caminho através das obras da criação, pois sem isso não é possível uma transformação da morte para a vida. No entanto, este caminho terreno tem de ser coberto inconscientemente de sucesso, o ser tem de percorrer este caminho completamente sem influência porque a sua vontade deve mudar por si mesmo.... Embora inicialmente esteja vinculado na medida em que a vontade de Deus prescreve o seu curso de desenvolvimento, o ser também decide ser útil, caso contrário não lhe é dada a possibilidade de um desenvolvimento superior.... A mudança da vontade é o verdadeiro propósito do curso terreno, que tem que ser realizado em plena consciência na última etapa como ser humano, ou seja, o livre arbítrio tem que se voltar conscientemente para Deus. Só então o ser emerge do seu antigo estado vinculado, sem luz e agonizante para o estado de liberdade e realização.... no estado de êxtase e vida eterna. Vida ou morte.... cada estado a beingness cria para si mesmo, dependendo se mudou sua vontade ou se permaneceu nele.... Pois mesmo o caminho terreno infinitamente longo pode ser coberto em vão, se a vontade da vontade não quiser se curvar diante de Deus, mas se voltar para o seu adversário. Então o caminho terreno não trouxe ao ser a redenção. E o estado de morte é o seu destino na eternidade. É certo que a vontade do ser ainda pode mudar esse estado, porém esse é um processo de mudança muito mais difícil, muitas vezes de duração inconcebivelmente longa, porque o estado de morte é também um estado de vontade completamente enfraquecida, mas essa vontade não pode ser mais dirigida para cima do que na vida terrena. A disposição, que na vida terrena foi sempre e constantemente capaz de lutar para cima através do constante fornecimento de vitalidade em cada estágio de desenvolvimento, é agora completamente impotente e não usa a sua vontade. Está à mercê da vontade do poder do mal e não se defende contra ela porque também lhe falta o poder da resistência. No entanto, está consciente da sua situação agonizante. Ela sofre sem criar um remédio para si mesma, que certamente poderia criar através da sua vontade. Mas estes tormentos são novamente a última possibilidade de mudar a vontade, porque o ser não pode mais ser influenciado de outra forma. Deve sentir o tormento de ser insuportável e receber o benefício de um raio de luz em um flash, que pode então estimular sua vontade e mudá-la. Esta é a última graça que Deus concede ao ser não redimido, para que os seres de luz se juntem a ele e tentem ter um efeito sobre ele. Onde esta última graça é desconsiderada, o ser caiu irrevogavelmente na morte, ou seja, o ser é tão oposto a Deus que o amor de Deus se afasta dela e se afunda na completa falta de vida, que é novamente o que era antes dos tempos primitivos, uma massa congelada.... a matéria mais dura.... que permanece assim por eternidades antes de ser novamente admitida no processo renovado de mudança como a casca exterior do ser espiritual que começa o seu curso de desenvolvimento na Terra...._>Amém

Vertaler
Vertaald door: DeepL