• Terug

Wijsheid, licht en kracht zijn één

Wijsheid is kracht, want kennis is licht en licht en kracht zijn één. Wie wijs is, dus zijn kennis uit kan delen, die geeft het licht, wat kracht uit God is, want de toestroom wordt de ontvanger weer gewaar als kracht. Wie kracht krijgt, zal boven zichzelf uitstijgen, want de geestelijke kracht in hem neemt toe. Ze neemt ook niet af, ofschoon de mens daar weer van afgeeft. Zijn kennis neemt voortdurend toe. Hij neemt wijsheid na wijsheid op. Het ene na het andere heldere beeld ontstaat in zijn innerlijk, waar eerst duisternis, dus een geestelijke leegte was. Er is een licht ontstoken, dat zijn stralen naar alle zijden kan sturen, zonder dat zijn lichtintensiteit vermindert, maar dat een bron van licht kan worden, wanneer steeds nieuwe vlammen ontstoken worden en zo de duisternis uitgebannen wordt, waar het licht gaat stralen.

Als de mens wetend geworden is, dan zal hij deze kennis nooit braak laten liggen, maar hij zal zich gedrongen voelen om het door te geven en zodoende werkt de kennis als kracht, want ze spoort het onderwijzende wezen tot activiteit aan. Evenzo zullen ook de wetende wezens in het hiernamaals met toegenomen ijver deze kennis uit willen delen. Nooit zullen de wezens er genoegen mee nemen om zelf kennis te hebben, maar gewoon wedijveren om deze kennis door te geven.

En zo is de kracht van God werkzaam, die in de vorm van kennis naar allen stroomt, die bereid zijn om te ontvangen, hetzij de mens op aarde of ook het wezen in het hiernamaals, dat binnen het bereik van de liefdesuitstraling van God treedt en nu licht en kracht in de vorm van kennis ontvangt.

Wat van God uitgaat, zal steeds tot activiteit aansporen, omdat God voortdurend leven verwekt en alles wat leeft, is actief. Geestelijk leven moet dus een geestelijke activiteit zijn. Het moet een doorgeven van de licht- en krachtstroom zijn, die in God als de bron van kracht zijn oorsprong heeft en alles doordringen zal, wat voorheen krachteloos en zonder licht was. Dat wil zeggen dat het wezenlijke, dat zonder enige kennis is van God en Zijn werkzaam zijn, naar deze kennis geleid moet worden, omdat onwetendheid een gebrekkige, ongelukkige toestand is, die veranderd moet worden in een volmaakte, gelukzalige toestand van kennis van Gods macht en heerlijkheid.

Bijgevolg zal kennis licht en kracht betekenen. De duistere toestand wordt verdrongen en in een staat van licht veranderd en tegelijkertijd is het wezen in staat om ook de duisternis bij andere wezens uit te bannen en hen nader tot het licht te brengen en het zal deze bekwaamheid gebruiken, omdat het niet anders kan dan onophoudelijk werkzaam te zijn.

Amen

Sapienza, Luce e Forza sono uno

La Sapienza è Forza, perché sapere è Luce e Luce e Forza sono uno. Chi è saggio, può quindi condividere il suo sapere, costui trasmette la Luce che è Forza da Dio, perché il ricevente percepisce l’afflusso di nuovo come Forza. Colui a cui viene trasmesso il sapere crescerà oltre a sé stesso, perché la Forza spirituale in lui aumenta. Non diminuisce nemmeno, benché l’uomo ne dia di nuovo ad altri. Il suo sapere aumenta costantemente, cioè si unisce Sapienza a Sapienza, si forma una chiara immagine dopo l’altra nel suo interiore dove dapprima era oscurità, quindi un vuoto spirituale. E’ stata accesa una Luce che può mandare da tutte le parti i suoi raggi senza diminuire la sua Forza di splendere, che però può diventare una Fonte di Luce quando vengono accese sempre nuove fiamme e così, dove risplende la Luce, è bandita l’oscurità dello spirito. Quando l’uomo è diventato sapiente, non lascerà mai giacere incolto questo sapere, ma si sentirà spinto a condurlo oltre e così il sapere opera come Forza, perché spinge l’essere insegnante all’attività. Pure così gli esseri sapienti nell’aldilà vorranno diffondere questo sapere con accresciuto fervore. Gli esseri non si accontenteranno mai di stare loro stessi nel sapere, ma gareggiano davvero per dare oltre questo sapere. E così opera la Forza da Dio che affluisce in forma di sapere a tutto ciò che è volenteroso di ricevere, sia questo l’uomo sulla Terra oppure l’essere nell’aldilà che entra nel campo dell’Irradiazione d’Amore di Dio ed ora riceve Luce e Forza in forma di sapere. Ciò che procede da Dio stimolerà sempre all’attività, perché Dio genera costantemente la Vita e tutto ciò che vive è attivo. La Vita spirituale deve essere di conseguenza un’attività spirituale, dev’essere un dare oltre la Corrente di Luce e Forza che ha la sua Origine in Dio come la Fonte di Forza e che deve compenetrare tutto ciò che prima era senza Forza e Luce, cioè l’essenziale che è senza qualsiasi sapere su Dio ed il Suo Agire, dev’essere guidato in questo sapere, perché l’ignoranza è uno stato imperfetto, infelice che dev’essere cambiato in uno stato perfetto, beato, sapendo della Potenza e Magnificenza di Dio. Quindi Luce e Forza significano sapere, lo stato di oscurità viene respinto e cambiato in uno stato di Luce e l’essere diventa contemporaneamente capace di bandire anche l’oscurità di altri esseri e di portare loro vicino la Luce e sfrutterà questa facoltà, perché non può fare altro che essere ininterrottamente attivo.

Amen