Vergelijk Kundgabe met vertaling

Meer vertalingen:

Geestelijke verbondenheid – Uitwisseling van de gedachten is bevorderlijk

De geestelijke verbondenheid van de mensen met elkaar kan werkelijk niet hoog genoeg gewaardeerd worden. Ze bevordert toch de opwaartse ontwikkeling enorm door de wederkerige uitwisseling en de drang tot het goede. De mens kan alleen maar rijpen door voortdurend te streven, door voortdurend aan zichzelf te werken en door vurig gebed. De wil, de daad en de genade moeten samenwerken.

Waar nu geestelijk strevende mensen elkaar vinden, daar vindt een uitwisseling van gedachten plaats, waarvan het gevolg is, dat de wil in de mensen naar de vereniging met God buitengewoon actief wordt. Dat ze de verbinding met God ernstig nastreven en ze daarom ook ernstig hun best doen om aan de eisen te voldoen, die voorwaarde voor deze innige verbinding met God is.

Zodoende begint het werk aan zichzelf. De wil wordt in de daad omgezet. De mens probeert zich goed te ontwikkelen en omdat hij zich van zijn zwakte bewust is, vraag hij God om kracht en genade. En zodoende streeft hij opwaarts. De mens zou moe worden van dit werk aan de ziel, als hij zich af zou willen zonderen van de medemensen. Het zou hem aan aansporing ontbreken, aan de mogelijkheid om te vergelijken en niet in de laatste plaats aan de gelegenheid om te dienen, want steeds waar mensen samenkomen met goede bedoelingen, daar dient de één de ander bewust of onbewust.

De wetende probeert te geven. Hij probeert de anderen eveneens wetend te maken. De rijpere probeert de onrijpe aan te sporen om aan zichzelf te werken. De sterke geeft van zijn kracht aan de zwakke. De één zal de ander behulpzaam terzijde staan en dit alles leidt tot rijpheid van de ziel, want de onbaatzuchtige naastenliefde is het bindmiddel tussen hen en altijd zal de liefde opwaarts leiden. En de genade van God zal steeds weer naar deze mensen stromen, die zich verenigen om tot God te geraken. De wil tot God is doorslaggevend, of en in welke mate de mens de genade van God gegeven wordt.

Door een onderlinge geestelijke uitwisseling van gedachten wordt de wil tot God in de mensen tot de grootste ontplooiing gebracht en bijgevolg kan hem nu ook in een grote hoeveelheid genade toestromen en deze brengt teweeg, dat de mens zijn wil in de daad om kan zetten en zodoende succesvol aan zichzelf werkt. Dat zijn kennis toeneemt. Dat hij de goddelijke wil vervult en een steeds inniger verbinding met God aangaat en daardoor nu ook in staat is om nieuwe verbindingen aan te knopen en zijn medemensen te dienen, doordat hij hen eveneens helpt opwaarts te gaan.

Door werkelijk opwaarts strevende mensen komt de goddelijke stem, en dus God Zelf, tot uiting en daarom zullen geestelijke verbindingen tussen de mensen altijd gezegend worden. Het is toch de wil van God, dat de mensen met elkaar en voor elkaar werken. Dat ze de liefde beoefenen en door de liefde Hem naderen. Want enkel zo kan hun ziel rijp worden en kunnen ze zich tot kinderen van God ontwikkelen.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Peter Schelling

Geistige Verbundenheit.... Gedankenaustausch förderlich....

Die geistige Verbundenheit der Menschen untereinander kann gar nicht hoch genug bewertet werden, fördert sie doch die Höherentwicklung ungemein durch den gegenseitigen Austausch und Antrieb zum Guten. Es kann der Mensch nur reifen durch fortgesetztes Streben, durch ständiges Arbeiten an sich und inniges Gebet. Es muß der Wille, die Tat und die Gnade zusammenwirken. Wo sich nun geistig strebende Menschen zusammenfinden, dort findet ein Austausch der Gedanken statt, dessen Folge ist, daß der Wille im Menschen nach dem Zusammenschluß mit Gott außerordentlich rege wird, daß sie die Verbindung mit Gott ernstlich anstreben und daher auch ernstlich bemüht sind, die Forderung zu erfüllen, die Voraussetzung für diese innige Verbindung mit Gott ist. Also beginnt die Arbeit an sich selbst. Es wird der Wille in die Tat umgesetzt, es sucht der Mensch sich recht zu gestalten, und da er sich seiner Schwäche bewußt ist, bittet er Gott um Kraft und Gnade.... und also strebt er zur Höhe. Es würde der Mensch ermüden an dieser Seelenarbeit, so er sich absondern möchte von den Mitmenschen, es würde ihm der Antrieb fehlen, die Vergleichsmöglichkeit und nicht zuletzt die Gelegenheit zum Dienen, denn wo immer Menschen zusammenkommen in guter Absicht, dort dienet einer dem anderen bewußt oder unbewußt. Es sucht der Wissende zu geben, er sucht den anderen gleichfalls wissend zu machen, es sucht der Reifere den Unreifen anzuspornen zur Arbeit an sich selbst. Es gibt der Starke dem Schwachen von seiner Stärke ab, es wird einer dem anderen hilfreich zur Seite stehen, und alles dies führt zur Seelenreife, denn es ist uneigennützige Nächstenliebe das Bindemittel zwischen ihnen, und immer wird die Liebe zur Höhe führen. Und immer wird die Gnade Gottes diesen Menschen zuströmen, die sich vereinen, um zu Gott zu gelangen.... Der Wille zu Gott ist entscheidend, ob und in welchem Maß den Menschen die Gnade Gottes vermittelt wird.... Durch gegenseitigen geistigen Gedankenaustausch wird der Wille zu Gott im Menschen zur höchsten Entfaltung gebracht, und folglich kann ihm nun auch Gnade in großem Maß zuströmen, und diese bewirkt, daß der Mensch seinen Willen in die Tat umsetzen kann und also erfolgreich an sich arbeitet, daß sein Wissen vermehrt wird, daß er den göttlichen Willen erfüllt und eine immer innigere Verbindung mit Gott eingeht und dadurch nun auch fähig wird, neue Verbindungen anzuknüpfen und seinen Mitmenschen zu dienen, indem er ihnen gleichfalls zur Höhe hilft. Durch wahrhaft zur Höhe strebende Menschen äußert sich die göttliche Stimme und also Gott Selbst, und darum werden geistige Bindungen zwischen den Menschen immer gesegnet sein, ist es doch der Wille Gottes, daß die Menschen miteinander und füreinander wirken, daß sie die Liebe pflegen und sich durch die Liebe Ihm nähern.... Denn nur so können sie reifen an ihrer Seele und sich zu Kindern Gottes gestalten....

Amen

Vertaler
This is an original publication by Bertha Dudde