Vergelijk Kundgabe met vertaling

Meer vertalingen:

De gevolgen van een slechte daad kunnen door God veranderd worden

De duivel probeert invloed te krijgen op zielen, die wankelmoedig zijn. Hij probeert de zwakte van de wil te gebruiken en zich van die wil te bemachtigen en het vereist dan een groot vermogen om weerstand te bieden om niet aan de verleidingen te bezwijken. Maar God ziet het strijden van het hart en Hij bestrijdt de krachten van de onderwereld, als de mens dreigt het onderspit te delven en goede krachten staan de mens ter zijde, die hem beschermen tegen de boze macht.

Daarom moet de mens zich gelovig aan deze goede krachten overgeven en nooit geloven, dat de liefde van God minder wordt en dat de mens hulpeloos aan de boze krachten uitgeleverd wordt. Er kan niets gebeuren, als God daar Zijn toestemming niet voor geeft. En Zijn wil draait elk gebeuren zo, dat het zijn doel vervult voor het zielenheil van de mens. Zijn wil hindert of steunt het effect van elke daad, die de menselijke wil uitvoert en daarom moet de mens berustend over zich laten komen, wat de goddelijke wil toelaat.

Hoe geloviger en voller van vertrouwen de mens is, des te minder beroert elk gebeuren hem, want waar de wil van de mens slechte daden verricht, daar kan de goddelijke wil deze daden toch tot zegen laten worden voor het zielenheil van de mens. Leed kan enorm veel aan de verlossing bijdragen, als het geloof verdiept wordt en de mens aanzet tot een innig gebed, want alles, wat de innige vereniging met God tot gevolg heeft, is een middel om de mens vrij te maken van zijn gebondenheid.

De mens herkent vaak de liefde van God niet. Hij ziet alleen maar de nood en het leed en toch zijn dit de middelen, die Hij gebruikt om de harten van de mensen te winnen. Hoe inniger deze zich nu bij Hem aansluiten, des te meer kan Hij hen bedenken met Zijn genade en de weg omhoog voor hen vergemakkelijken.

Amen

Vertaler
Vertaald door: Peter Schelling

Die Auswirkung einer schlechten Tat kann gewandelt werden von Gott....

Der Dämon sucht Einfluß zu gewinnen auf Seelen, die wankelmütig sind. Er sucht die Schwäche des Willens auszunützen und sich selbst des Willens zu bemächtigen und es erfordert dann große Widerstandskraft, seinen Versuchungen nicht zu erliegen. Doch Gott sieht das Ringen des Herzens und Er wehret den Kräften der Unterwelt, so der Mensch zu erliegen droht, und gute Kräfte stehen dem Menschen zur Seite, die ihn schützen vor der bösen Macht. Deshalb soll sich der Mensch gläubig diesen guten Kräften überlassen und niemals glauben, daß die Liebe Gottes nachläßt und der Mensch schutzlos den bösen Kräften ausgeliefert ist. Es kann nichts geschehen, ohne daß Gott Seine Zustimmung gibt, und Sein Wille wendet jegliches Geschehen so, daß es seinen Zweck erfüllt für das Seelenheil des Menschen. Sein Wille hindert oder fördert die Auswirkung jeder Tat, die der menschliche Wille ausführt, und darum soll der Mensch alles ergeben über sich ergehen lassen, was der göttliche Wille zuläßt. Je gläubiger und vollvertrauender der Mensch ist, desto weniger berührt ihn jegliches Geschehen, denn wo der Wille des Menschen schlechte Taten vollbringt, kann der göttliche Wille diese Taten dennoch zum Segen werden lassen für das Seelenheil der Menschen. Leid kann ungeheuer viel zur Erlösung beitragen, so es den Glauben vertieft und den Menschen zu innigem Gebet veranlaßt, denn alles, was den innigen Zusammenschluß mit Gott zur Folge hat, ist ein Mittel, daß der Mensch frei werde von seiner Gebundenheit. Der Mensch erkennt oft nicht die Liebe Gottes, er sieht nur die Not und das Leid, und doch sind dies die Mittel, die Er anwendet, um die Herzen der Menschen zu gewinnen. Je inniger sich diese nun Ihm anschließen, desto mehr kann Er sie bedenken mit Seiner Gnade und ihnen den Weg zur Höhe erleichtern....

Amen

Vertaler
This is an original publication by Bertha Dudde