Er bestaat geen beter tegengif voor de wereld en haar vreugden dan de geestelijke verbondenheid met God. Het verlangen van degene die het laatste nastreeft, betreft niet meer de wereld, want hij heeft nu iets gevonden, wat nastrevenswaardig is en hem onvergankelijke goederen oplevert.
De geestelijke verbondenheid met God bevalt het lichaam weinig, want er wordt geen aandacht geschonken aan enig lichamelijk verlangen, omdat het hinderlijk is voor een innig contact met God. Want het lichaam behoort tot de wereld. Het lichaam moet zich dus eveneens overgeven en voortaan dat doen, wat God welgevallig is, als hij zich zo wil vormen, dat God bezit van hem neemt om door hem werkzaam te zijn. God beschouwt zo’n werkzaam zijn als noodzakelijk. God weet dat het geloof in het grootste gevaar verkeert verdelgd te worden en Hij moet door een buitengewoon werkzaam zijn dit weer op laten leven. Want een buitengewoon werkzaam zijn moet tot God leiden.
De grootste zegen is de verbondenheid met God, zoals het veraf staan van God, dat door het ongeloof zichtbaar wordt, het grootste nadeel is voor de menselijke ziel. Want dan overheerst het lichaam de ziel. Deze eist onbeperkt levensgenot en vindt vervulling en de mens leeft in zekere zin zijn aardse leven zonder God. En zijn geest is gekneveld en dit betekent geestelijke stilstand of zelfs een achteruitgang in zijn ontwikkeling.
Het scheiden van aardse vreugden en genoegens en het opgeven van aardse verlangens vereist zelfoverwinning, maar heeft aan de andere kant het grootste geestelijke succes, want in dezelfde mate als de mens opoffert, ontvangt hij ook, maar iets wat veel kostbaarder is, omdat het aardse goederen inruilt voor onvergankelijk goed. En wat dat betekent, beseft hij pas bij zijn sterven, als hij dit goed mee kan nemen naar de eeuwigheid, waar al het aardse achterblijft.
Geestelijke verbondenheid met God is het begin van de gelukkig makende toestand, die de aardse wereld overleeft, want het einddoel van al het geestelijk streven is de vereniging met God en voor degene die deze verbinding al op aarde nastreeft, heeft de wereld aan bekoorlijkheid verloren en dit betekent hetzelfde als aan de macht van de tegenstander ontrukt te zijn.
Het is het streven van de tegenstander om de mensen tot een geestelijk laag peil te brengen en het lukt hem, als de menselijke wil te zwak is om het verlangen van het lichaam te weerstaan. De mens moet de geestelijke verbondenheid met God nastreven. Dan zal hem ook de kracht gegeven worden om de verlangens van het lichaam meester te worden. En zijn wil zal beloond worden met het grootste geestelijke succes. Wat het lichaam opgeeft, zal de ziel ontvangen en dit zal al het aardse overleven.
Amen
VertalerNon esiste nessun antidoto migliore per il mondo e le sue gioie che l’unificazione spirituale con Dio. Chi tende a questa, il suo desiderio non è più rivolto al mondo, perché ora ha trovato qualcosa che gli è desiderabile e gli procura del bene imperituro. L’unificazione spirituale con Dio significa poco per il corpo, perché ogni desiderare corporeo rimane inosservato, perché è di ostacolo alla comunione con Dio, perché il corpo appartiene al mondo. Quindi pure il corpo deve sacrificarsi ed oramai fare ciò che compiace a Dio, se vuole formarsi in modo che Dio prenda possesso di lui, per agire tramite lui. Dio considera necessario un tale Agire, Dio sa che la fede è nel massimo pericolo di essere estirpata, ed Egli deve farla rivivere attraverso un Agire insolito, perché dell’agire straordinario deve condurre a Dio. La Benedizione più grande è l’unificazione con Dio così come la lontananza da Dio, che si manifesta tramite l’assenza di fede, è lo svantaggio più grande per l’anima umana. Perché allora il corpo domina l’anima, pretende illimitati godimenti di vita e trova l’adempimento, e l’uomo vive la sua vita terrena in certo qual modo senza Dio ed il suo spirito è imbavagliato e questo significa un arresto spirituale, se non è una retrocessione del suo sviluppo. La separazione di gioie e piaceri terreni e la rinuncia del desiderare terreno richiede l’auto superamento, ma d’altra parte ha il più grande successo spirituale, perché nella stessa misura come l’uomo sacrifica, riceve anche, ma qualcosa di molto più prezioso, perché è un bene imperituro, che lui scambia con i beni terreni. E quello che significa lo riconosce solamente al suo decesso, quando può portare con sè questo bene nell’Eternità, dove tutto il terreno rimane indietro. Il collegamento spirituale con Dio è l’inizio dello stato felice, che dura oltre il mondo terreno, perché la meta finale di tutto il tendere spirituale è l’unificazione con Dio, e chi tende a questa unificazione già sulla Terra, per costui il mondo ha perduto il suo fascino, e questo ha lo stesso significato, come essere sfuggito al potere dell’avversario. Il suo inaudito tendere è di lasciar cadere in un basso stato spirituale, e gli riesce, quando la volontà umana è troppo debole di resistere ai desideri del corpo. L’uomo deve tendere all’unificazione spirituale con Dio, allora gli viene anche trasmessa la Forza, di diventare padrone dei desideri del corpo. E la sua volontà viene ricompensata con il più alto successo spirituale. Quello a cui il corpo rinuncia, lo riceverà l’anima, e questo durerà oltre a tutto il terreno.
Amen
Vertaler